woensdag 24 april 2024

Strategische dialoog

 Maandag mocht ik in Brussel de groep toespreken die de Strategische dialoog over de toekomst van de landbouw voert, en deze zomer met een advies aan Ursula von der Leyen moet komen. Op verzoek een mix van agricultrual economics 101 en het eerdere EEAC advies rond KPI en certificeren. Hier is de presentatie.

dinsdag 23 april 2024

Om Schone Zakelijkheid

Op Boerenbusiness verscheen gisteren weer eens een column van mijn hand. Dit keer een terugblik op Om Schone Zakelijkheid uit 1989 en de vraag of bederijfsleven zelf geen visie kan maken. Zie alhier

vrijdag 19 april 2024

cobra=effect

Het Shell PR-blad Venster had in een leuk trivia-overzicht ("met de kennis van nu") deze week aandacht voor eht Cobra effect. Dat staat voor perverse prikkels, dat zijn prikkels voor gedragsverandering die onverwachte, ongewenste bij-effecten hebben.

Het Cobra effect is daarvan wel de sterkste. Het is genoemd naar de cobra-plaag in (New)Delhi waar de Britse kolonisator mee te maken had. Ze dachten slim te zijn door een beloning in te stellen voor elke ingeleverde cobra-huid. Die was blijkbaar zo aantrekkelijk dat de bewoners van Delhi de cobra's gingen kweken. Dat was al een perverse prikkel, maar de Britten deden er nog een schepje bovenop door de premie af te schaffen. waarna de cobratelers hun slangen massaal los lieten en de plaag groter werd dan ooit. 

donderdag 18 april 2024

plekspuiten

Ik weet niet of er al een goed Nederlands woord voor is: spot spraying. Ik hou het even op plekspuiten. Ik kome erop  door een artikeltje gisteren in Food+Agribusiness over de ARA-precisiespuit van het bedrijf Ecorobotics. Deze Zwitserse nieuwkomer (een start-up uit 2014) is vooral een AI bedrijf. Hun machines hebben geen taakkaarten nodig maar scannen het veld en identificeren onkruid, ook in de rij. Vervolgens wordt gewasbeschermingsmiddel toegepast, in vlakjes van 6x6 cm door 156 individueel aangestuurde spuitdoppen. Met deze superprecisie wordt 80 a 90% middel bespaart. Een van de voordelen is ook dat het cultuurgewas geen tik mee krijgt van het bestrijdingsmiddel. Wel ligt de capaciteit met een 6 meter brede machine en lage snelheid (7 km per uur) veel lager dan bij vollevelds spuiten: de leverancier suggereert 4 ha, maar inclusief tanken e.d. lijkt de praktijk uit te gaan van 2 ha. En de chauffeur heeft wat meer kennis nodig van afstelling en weersomstandigheden (dat laatste lijkt me ook met informatietechniek te ondersteunen) Machines kosten meer dan een ton, maar worden goed verkocht. Twee jaar geleden werd de eerste geïmporteerd, vorig jaar verkocht men er 12 en dit jaar gaan er 90 over de toonbank. Nog niet alle gewassen zitten in de AI en die wordt ook door het uploaden van de data steeds meer verbeterd, en dus hoort er bij ht apparaat een software-abonnement van net geen 10 mille per jaar. 

Een mooie ontwikkeling waarmee het gewasbeschermingsmiddelenprobleem snel kan worden opgelost. 

bron: Ecorobotics bestormt markt precisiespuiten in: Food+Agribusiness, 17.4.2024

zondag 14 april 2024

protesten en het GLB

 Alan Matthews schreef een informatief artikel over de boerenprotesten en de reactie van het beleid in Brussel. Zie alhier

zaterdag 13 april 2024

voedselzekerheid

 


Deze week verscheen mijn column in Food+Agribusiness. Over de onzin van het criteirum Voedselzekerheid in lokale discussies over veehouderij en het gebrek aan concretisering in nationale. Boerderij was er van gecharmeerd en maakte er melding van op LinkedIn

zondag 7 april 2024

Vroege Vogels

 De redactie van het BNNVARA programma Vroege Vogels wilde aandacht besteden aan de problematiek van hoge grondprijzen, waardoor jonge starters en externsievere productiemethoden uit de markt worden gedrukt. En dus zat ik vanochtend in Gasterij Stadszicht aan het Naardermeer. Na een leuk gesprek bij Menno Bentveld genoten we van het natuurgebied. Voor wie terug wil luisteren, de lijnk (laatste kwartier).

maandag 25 maart 2024

landbouwvisie

Twee weken geleden organiseerde WUR een bijeenkomst over de door hen geformuleerde dilemma's rond de landbouwtransitie. Chatham House Rules maar het staat journalisten natuurlijk vrij om daarna nog deelnemers te interviewen. Mijn bijval aan Roy Meijer van NAJK en Alex Datema van Rabobank dat een visie op de landbouw in de metropool ontbreekt (en we teveel met middelvoorschriften reguleren) leidde nog tot een interview en citaten in een groot middenpagina-artikel in Food & Agri. Voor wie een abonnenment heeft en het nog niet zag, zie alhier.

vrijdag 22 maart 2024

Lijstje: 4 soortnamen voor adellijk grondgebied waar er toch maar 1 van is

 
Ik lees en schrijf over voorbije tijden en ineens vielen me 4 gebieden in Nederland op die velen meteen weten te liggen, maar aangeduid worden met een soortnaam. Een lijstje:

  1. De Graafschap
  2. De Meijerij
  3. De Baronie
  4. Het Markizaat

woensdag 13 maart 2024

verwarrend buitenland

 

Maandagmiddag discussieerden we in Wageningen over de door hen geformuleerde dilemma's. We hebben een visie en strategie nodig zo stelde het NAJK, geen dilemma's. In ons discussiezaaltje trad nogal wat verwarring op rond wat ons te doen staat in de transitie van het voedselsysteem en wat er in de EU moet (en waarom je dan hier maar niets zou moeten doen). Ik denk dat het in drie zaken uiteen te rafelen is:

  • * wij willen hier natuur of schoon water of minder CO2 uitstoot en dat leidt tot minder productie / export. In die afweging hoef je geen rekening te houden met het feit dat er dan in Frankrijk of Nieuw-Zeeland meer geproduceerd wordt, mogelijk met meer emissie. Want die landen maken wel hun eigen afweging of ze hun CO2 budget aan meer melk willen besteden. Misschien willen ze in Nigeria wel wat meer emissie in ruil voor de welvaart. (en veel milieueffecten kun je oplossen door te spreiden, zodat effect daar wellicht niet zo hoog is)  Is dus niet nodig om op EU besluiten rond level playing field te wachten. Die zijn er overigens al in KRW etc.
  • als je je zorgen maakt over de voetafdruk van ons systeem in het buitenland (en dus de afwegingen die daar gemaakt worden voor hun export naar ons), dan moet je vooral de consumptie  aanpakken. Ons voedsel wordt veelal geïmporteerd.  Kun je nationaal mee beginnen maar ook internationaal. En gebruik van inputs in landbouw uit de problematische regio's regelen als je vindt dat de lokale overheid de verkeerde keuzes maakt en wij een zorgplicht hebben.
  • los daarvan moet je ook opvattingen hebben voor Europese besluiten rond bv. voedselzekerheid, genetische veredeling, GLB etc. 

Het leek me dat het allemaal nog al door elkaar werd gehusseld. 

dinsdag 12 maart 2024

FD commentaar

 Het FD had ook nog een aardig commentaar naar aanleiding van hun verhaal over subsidies in de landbouw. Ik kreeg het gisteren toegestuurd door de auteur omdat hij ook gebruik gemaakt had van mijn input voor het artikel, maar commentaren gaan zonder bronvermelding. Toch aardig. 

donderdag 7 maart 2024

In FD

In het Financieel Dagblad van vandaag heeft een artikel over subsidies aan de landbouw tegen het licht van de Europese boerenprotesten. De economen uit binnen en buitenland, waaronder ikzelf. lijken het aardig eens over de rol van subsidies op de landbouwstructuur en wat er moet gebeuren via verschuiving richting eco-systeemdiensten en inkomen gebonden steun. Voor FD lezersL: hier is de link. 

donderdag 29 februari 2024

Goed gefundeerd

 Het was een eer en genoegen afgelopen half jaar deel uit te maken van de Rli commissie die het advies over de nationale aanpak voor de funderingsproblematiek opstelde. Vanmiddag werd het aangeboden aan de ministers De Jonge en Harbers (Van der Wal was verhinderd). Hier het advies. 

dinsdag 27 februari 2024

Landbouw in Limburg

 Deze week 95 jaar geleden verscheen er in de Veldbode ook een aardig artikel over de landbouw in Zuid-Limburg.  Daar waren veel boomgaard-weiland combinaties: onder de hoogstambomen met hun grote kruinen liep vee. In de jaren twintig werden die gronden in toenemende mate verpacht waarbij de fruitooogst voor de verpachter bleef. Volgens sommigen was dat een 'gerafffineerd middel om de zakken der landeigenaren te spekken'.  'Bloedzuigenden woeker' ten opzichte van de argeloze pachters, die bij wet verboden zou moeten zijn en het zou leiden tot te weinig bemesting. Aangezien meer dan de helft van de grond in dit landsdeel werd verpacht, was dit iets om je zorgen over te maken. 

Ook was er veel discussie over de melkverwerking. Er werden alom fabriekjes opgericht, maar het kwam maar matig van de grond. Sittard, Maastricht en Beek hadden fabrieken met een behoorlijke omzet, maar vooral kleinere bedrijven waar veel arbeid over was gaven er de voorkeur aan de melk zelf te verwerken. Dat won zelfs aan populariteit toen elektriciteit beschikbaar kwam: Voor ontromen van 100 liter melk en karnen van 60 pond boter moest een 'krachtige arbeider' 2 a 3 uur staan draaien. Met een electromotor kostte dat maar enkele centen. De afzet van de kaas en boter ging deels via handelaren, maar ook de weekmarkten in de mijnstreek waren aantrekkelijk omdat de boerin dan door eigen verkoop nog wat extra marge kon binnenhalen. 

Rogge, haver, tarwe en aardappelen waren de belangrijkste akkerbouwgewassen. De kg-opbrengsten lagen lager dan in kleistreken. Volgens de auteur speelde een rol dat sommige gemeenteambtenaren, die de opgave moesten doen voor de oogstraming, er niet van overtuigd waren dat de cijfers geen rol spelen in de vaststelling van de inkomstenbelasting en bleven daarom aan de voorzichtige kant.  De auteur van het stuk vroeg zich wel af waarom de vrees voor de fiscus in Limburg sterker was dan elders. De auteur neigde er toe de boer toch de schuld te geven: gebrek aan onderwijs. Er waren gemeenten waar nog nooit een landbouwcursus was gegeven. Er werden veel fouten gemaakt met het toepassen van kunstmest. Overigens was het aantal landbouwwintercursussen wel toegenomen sinds 1913. Ook de structuur met heel veel kleine bedrijfjes hielp volgens de auteur niet. 

Er waren tal van rotaties met veel granen en ook klaver. Die granen waren niet bevorderlijk voor de onkruidbestrijding en zeker wintergranen niet, dan groeide er ook veel grassen in (zoals duist dat in Limburg gewoon gras werd genoemd, maar ook kweek). Er zou dan ook meer op rijen moeten worden gezaaid volgens de auteur. Haver was het slechtst renderende graan, het werd steeds vaker door voederbieten vervangen. 

Er werd niet alleen in najaar geploegd maar ook in voorjaar vanwege onkruidbestrijding. Voor voederbieten wel 3 tot 5 keer.  De Roermondse auteur D.S. Huizinga was kritisch op zijn Limburgse landbouw. In zijn ogen lag het 25 jaar achter op de kleistreken. 


zondag 25 februari 2024

de rode ster appel

Het was geen communistisch ras, dat rode ster appeltje, maar een al een heel lang in ons land geteeld hoogstam appelras waar sommigen lyrisch over konden doen.  Wij hadden vroeger ooit zo'n boom. In de Veldbode van januari 1928 kwam ik een mooi artikel tegen van tuinbouwredacteur H. de Greeff die het appelras duidelijk een goed hart toe droeg.

De appel (in Limburg ook rode reinet genoemd) was teelttechnisch niet de beste: de boom gaf pas na 8 a 10  jaar vruchten en die zaten ook nog erg los aan de boom zodat ze gemakkelijk vielen, wat nog geen groot probleem is als de ondergrond niet te hard is en er dagelijks wordt geraapt. Maar marketingtechnisch (een woord dat toen nog niet bedacht was) waren er wel voordelen: alle appels mooi kogelrond en gelijkmatig rood. Volgens de auteur verkopen ze zichzelf en denken veel mensen dat het een buitenlands appeltje is, zo mooi, Hij  ook vrij hard en stevig en liet zich dan ook goed verpakken voor verzending. Ook bewaren gaat prima: hij is lekker van november tot eind februari. Daarbij leiden kneuzingen niet tot rotte plekken maar worden kurkachtig en steken dus niet de partij aan. De smaak is beter dan van amerikaanse of australische maar legt het helaas toch wat af tegen de goudreinet, zo stelt het stuk. 

De wiki leert dat het ras rond 1830 is ontstaan en dat ze nog steeds te koop zijn.  Ook als boom.

donderdag 22 februari 2024

Okki 70

 
De NRC besteedt vandaag aandacht aan het jeugdblad Okki, dat 70 jaar bestaat (en al langer, ze tellen vanaf het moment van reguliere uitgave). Het richt zich op 6-8 jarigen die net kunnen gaan lezen en de wereld op die manier ontdekken. Belangrijk dus.

Maar dat ik hier hier docummenteer is voor het lijstje namen van merken waarvan je niet wist dat het een afkorting was. Okki stond ooit voor Onze Kleine Katholieke Illustratie en begon dus als bijlage van de KI.- een gezinsblad dat al lang niet meer bestaat. 

woensdag 21 februari 2024

representativiteit der boekhoudciijfers

In 1928 publiceerden diverse coöperatieve boekhoudkantoren in de Veldbode de resultaten van bedrijven in het voorgaande jaar. Soms groepen van bedrijven, soms ook individuele bedrijven (natuurlijk niet herkenbaar), Die bureaux bestonden nog niet zo lang, en wat ik me nooit gerealiseerd had: er was ook de nodige disucssie over de representativiteit van die cijfers, die niet best waren.

Je kon namelijk ook kiezen voor een aanslag door de inspecteur. Het wisselende karakter van die aanslagen was aanleiding voor de oprichting van de boekhoudkantoren, maar sommigen achten het aannemelijk dat de beste bedrijven wel tevreden waren met een forfaitaire aanslag, en vooral de slechte bedrijven tot het reele stelsel zouden overgaan en de boekhouder inhuren. Voor hen gold immers dat de "normen" (zoals de Veldbode het schreef) al snel te hoog waren. 

Anderen wilden dit niet op voorhand ontkennen maar wezen op de verrassend grote spreiding in de resultaten van de bedrijven, zodat er toch ook goede tussen zaten en zelfs bij een onderschatting van het gemiddelde de situatie toch ernstig was. Een essayist pleitte dan ook voor minimumlonen voor boeren, nu dat in veel landen ook voor (landbouw)arbeiders werd bepleit. 

De Veldbode: 28.3.1928

donderdag 15 februari 2024

Certificeren in het GLB

 


Vandaag gaf ik een presentatie in Brussel over certificering als een goede optie voor minder administrtatieve lasten en sturen met KPI. Hier is de ppt 

woensdag 14 februari 2024

BASF en IG Farben

In de Veldbode 1928 veel reclame voor meststoffen. Zo werd Luchtstikstof aangeboden - het Haber-Bosch proces dat stikstof maakt uit de lucht was immers nog maar iot 1910. En was overigens een van de reden van de productiestijging na WO I en de misère van de lage prijzen. 

Bijgaande advertentie van IG Farben met ook BASF op de verpakking wekte mijn interesse. Hoe zat dat ook al weer, want ik meende dat BASF een rechtsopvolger na WO II was toen de Amerikanen IG Farben ontbonden.

De wiki geeft als zo vaak uitkomst, waarbij de Engelse en de NL variant elkaar aanvullen. Het komt er op neer dat BASF ouder is, net als Agfa (later met het Belgische Gevaert in foto's), Hoechst en Bayer en nog een paar (die voor WO 1 pakweg 90% van de chemische industrie in de wereld in handen hadden met de nadruk op verf) besloten in 1925 de Interesse Gemeinschaft Farben op te richten. Naar het voorbeeld van de Amerikaanse rubber barons, Standard Oil en Alcoa. En vandaar dus dat BASF nog op deze zak van IG Farben staat. Na WO II braken de Amerikanen de boel weer op. Hoewel IG Farben pas deze eeuw echt werd geliquideerd.

dinsdag 13 februari 2024

Veldbode 1928

 U begreep het al, ik lees dezer dagen de jaargang 1928 van de Veldbode - een roemrucht blad dat snds begin 20ste eeuw in Maastricht werd uitgegeven en concurreerde met de Boerderij. Tweewekelijks vele kolommen gedegen artikelen, met veel marktberichten, veel rapportages over de landbouw in de buitenlanden door de daar gestationeerde landbouwconsulenten (voorlopers van de landbouwraden), veel verslagen van vergaderingen van standsorganisaties, stamboeken, lezingen en dergelijke. Als ook van veekeuringen en landbouwbeurzen. En veel vakinformatie. Maar ook beleidsinformatie zoals verslagen uit de 1e en 2e kamer bij de begrotingsbehandeling.

Het blad bevatte ook veel fotos van koeien en paarden bekroond op vee-tentoonstellingen, Maar soms ook van tractoren of ziekteverschijnselen in planten. Er is de nodige aandacht voor de misère in de landbouw (economisch met veel hoge invoerrechten in omringende landen), voor blaartong (mkz) en een uitgebreide discussie over de noodzaak van een pachtwet omdat de non-valeurs van grondbezitters weinig toevoegen en wel de povere ontvangsten afromen. Af en toe ook een handgetekende grafiek.

De advertenties bevatten bekende namen (Cappon, Massee in machines, Van der Have, Reesink). Veel reclame voor Eternit (merknaam voor asbest golfplaten), voor veevoer en voor kunstmest. Morgen meer over luchtstikstof.  Op de foto de aanprijzing van de elektrische keuken. 

maandag 12 februari 2024

Cocos-melk uit Delft

 


Dat de Nederlandse veehouderij deels op industriële bijproducten draait is al een oud verschijnsel. Uit de Veldbode 1928 plukte ik deze advertentie van Calvé in Delft dat het merk Delfia had voor zijn veebrokken.

zondag 11 februari 2024

boerendemonstraties

 Boerendemonstraties in tal van landen afgelopen weken, zoals in Berlijn. In de Veldbode van maart 1928 kwam ik het verschijnsel ook al tegen. Boeiend is het bijschrift, dat zou nu niet meer voorop de Nieuwe Oogst staan: 

"De agrarische crisis in Duitschland geeft aanleiding tot reusachtige protestvergaderingen in alle delen van het land. In Noord-Duitsschland zijn er reeds meerdere gehouden; onze afbeelding geeft een deel van de 25.000 boeren uit Zwaben te zien, die dezer dagen in Stuttgart verzameld waren, teneinde  hun gemoed eens te kunnen luchten". 

Daar zou het niet bij blijven, de economische crisis en de politieke ontwikkelingen daarna zouden nog heel wat teweeg brengen. 

donderdag 8 februari 2024

stikstofrechten


Voor wie een abonnement op het ND heeft, hier een link naar een opinieartikel van Roel Jongeneel en mijzelf over de noodzaak stikstofrechten in te voeren. 

vrijdag 2 februari 2024

suikerbieten in de ZB

 Woensdag was ik in Middelburg en nam de gelegenheid te baat om binnen te lopen bij de ZB, de Zeeuwse Bibliotheek. Daar is een tentoonstelling van Janne van Gilst. Een foto-documentaire met oude en nieuwe foto's over de suikerbietenteelt in Zeeland. Van Gilst, boerendochter uit de Onrustpolder op Noord-Beveland (Peeënland is de bijnaam, hoewel ze er niet aan carnaval doen) is documentair-fotografe zo begrijp ik.

De insider leert niet heel veelnieuws maar het zijn wel mooie foto's. Met de vervlogen tijden van al die landbouwhaventjes, de peetareerders, het gebruik van netten en het bieten dunnen. Toch leerde ik er nog een paar zaken. Zoals het feit dat voor gegarandeerd éénkiemig zaad en of afstand zaaien de kiemkracht van het zaad omhoog moest (het mocht niet fout gaan) en daarom de vermeerdering van bietenzaad uit de Nederlandse  en Vlaamse kuststrook (met de minste kans op zware vorst) verdween en naar o.a. ZW Frankrijk verschoof. vanwege de betere zomers. Later verschoof het ook naar andere plekken rond de 45ste breedte graad. Zo meldt de beschrijving op gezag van Van der Have zaaizaden.

Bij het bieten dunnen is er ook nog aandacht voor de rol van de vrouw (en kinderen) in de teelt. Die werden vooral bij het dunnen ingezet. De tekst suggereert dat het grote voordeel was dat die minder zwaar waren en minder schade door vertrapping aanbrachten. Ik vermoed toch dat de arbeidspiek de echte drijfveer was. Stukloon werd ingezet om personeel tot veel inzet te bewegen, je kon prima tussen de rijen doorlopen en ik heb zelf nooit van problemen gehoord bij de grote ploegen arbeiders die eind jaren 50 / begin jaren 60 op de grotere landbouwbedrijven actief waren in het dunnen. 

Over Van der Have gesproken: ook dit bedrijf komt aan de orde.In 1879 begon Daniel Johannis van der Have, afkomstig uit Oosterland, een boomkwekerij in Kapelle met 200 gulden startkapitaal.In 1914 ging hij ook in de handel van zaaizaden. Toen zijn zoon de studie plantenveredeling had afgerond kwam er een kweekbedrijf. Maar ook tuinarchitectuur en het opwekken van elektriciteit voor de openbare verlichting waren activiteiten. Het werd een bloeiend bedrijf met uitstekend personeelsbeleid met al heel vroeg een vrije zaterdagmiddag. Na de tweede wereldoorlog internationaliseerde het bedrijf en exporteerde zaden over de hele wereld, van de VS tot Japan en Iran.

Bij gebrek aan een opvolger in de familie verkocht men in 1970 de helft van de aandelen aan SuikerUnie (de vriendschap tussen Daan van der Have en Marien Geuze, uit Poortvliet,  Suiker Unie voorzitter zou daar aan hebben bijgedragen). Zo werd de suikerbietenketen wat meer gesloten. (n 1977 volgde de rest van de aandelen. Suiker Unie leed nogal verlies op zijn conserven-activiteiten en zag zich gedwongen in 1996 een deel aan het Britse zadenbedrijf Zeneca te verkopen.. En zo ontstond Advanta Seeds.  In 2004 volgde de rest waarbij Advanta in handen kwam van het Zwitserse chemieconcern Syngenta. Die verkocht het nog dezelfde week aan de Amerikaanse beleggingsfonds Fox Paine (maar hield de veredeling van grote gewassen als granen, mais en soja wel vast.  De beleggers brachten het onder bij het Franse Limagrain, die de graszadenpoot doorverkocht aan het Deense DLF Trifolium. Daarmee was Van der have wel ontmanteld. 


maandag 29 januari 2024

Strategische dialoog in de EU


 De boerenprotesten in verschillende landen in Europa en de strategische dialoog die Von der Leyen is gaan voeren leiden of Foodlog tot een interessante discussie of Tom Poes een list voor haar kan verzinnen. Wie dus wat van mijn hand wil lezen, kan daar terecht.

vrijdag 26 januari 2024

De Zeeuwsche Graanbouw

KZGW stuurde zijn  Archief 2023. Een dik nummer met mooie artikelen waar ik nog wel eens op terug kom. Ik noteer hier nog iets uit deel II, het jaarverslag van KZGW zelf.

Namelijk dat het Genootschap een handschrfit verwierf, getiteld  De Zeeuwsche Graanbouw, een handgeschreven gedicht van bijna 300 regels  met 11 pagina's toelichting van de heer van Wolfaartsdijk, Willem Emmery de Perponcher Sedlnitzky (1741-1819). Zou in 1801 ook bij J van Schoonhoven in Utrecht zijn verschenen, en zeer informatief zijn over werkwijzen en  werktuigen. 

donderdag 25 januari 2024

Lijstje: tips voor goede communicatie

Bij het opruimen van het archief kwam ik nog een kopietje tegen met tips voor goede communicatie. De bron is me helaas onduidelijk. Misschien heeft er iemand iets aan. Ik geeft de tips en tussen haakjes de karakteristiek van de effectieve communicatie. 

  • zoek naar interessante onderwerpen (zoek naar kansen; vraagt: wat kan ik hiermee)
  • beoordeel de inhoud, niet de verpakking (beoordeelt de inhoud, niet de verpakking)
  • wacht met reageren (schort oordeel op totdat alles helder is)
  • oefen in luisteren (doet zijn best, heeft een actieve houding)
  • laat u niet afleiden (vecht tegen afleiding of vermijdt het; tolereert slechte gewoontes; kan zich concentreren)
  • oefen uw denkvermogen (gebruikt mogelijke onderwerpen als hersengymnastiek)
  • sta open voor ideeën (interpreteert "kleurrijke bewoordingen" heeft daar geen problemen mee)
  • profiteer ervan dat denken sneller gaat dan praten (inventariseert; maakt een afweging; daagt uit; luistert "tussen de regels door")

dinsdag 23 januari 2024

sociologie van family farming

Het antwoord op de vraag wat er speciaal is aan landbouw in een kapitalistische maatschappij is niets. Die uitspraak van ene (niet de) Friedman kwam ik tegen in een artikel van Michel Blanc: Family farming in a changing world". Het paper is het openingsartikel van een special issue van het sociologieblad Sociologia Ruralis uit 1994 (Vol. XXXIV. no 4., p 279-292) dat verscheen naar aanleiding van een conferentie van sociologen in Wageningen in het voorgaande jaar.

Blanc (toen werkzaam bij INRA in Toulouse) onderzoekt desalniettemin een aantal aspecten van het gezinsbedrijf in het begin van de jaren 90. Waarom zijn de bedrijven die gebruik maken van betaalde arbeid, zoals gebruikelijk in de kapitalistische maatschappij, zo gering in aantal : En wat zijn dan de basis karakteristieken van die gezinslandbouw? Een paar noties die ik interessant vond bij herlezing, noteer ik hier. 
Blanc merkt eerst op dat land (grond) het meest onderscheidende is. Zodra die maar beperkt een rol speelt (intensieve veehouderij, tuinbouw) zie je meteen een toename van een kapitalistisch systeem met betaalde arbeid. De formulering verraadt een wat  marxistische inslag. Zo komt contract-landbouw aan de orde met de boer als verkapte werknemer. Overigens verzet Blanc zich tegen het idee van andere auteurs dat die boer tegen stukloon werkt: zolang hij zijn eigen technologie kan kiezen, staat dat stukloon (per kalf, per varken) niet ook als inkomen vast.  Wel wordt met instemming ene Davis geciteerd die constateert dat het kapitaal op andere manieren de surplus waarde van boeren kan afromen: schulden, een onevenwichtige ruil tussen boeren en de industrie, Toch valt het volgens Blanc wel mee met de proletariscring van de boerenstand. 

Wel zijn er situaties waar de boeren peasants (keuterboeren) zijn en maar deels in de markt zijn geïntegreerd en veel voor eigen consumptie telen. Hun reactie bij dalende prijzen is vaak niet het overstappen op andere activiteiten maar je terugtrekken uit de markt en meer op zelfvoorziening richten. Maar het lijkt Blanc niet de typische situatie van dat moment in West Europa. De bulkproductie (commodity production) leidt wel tot een strategie van steeds verdere kostprijsverlaging en daartoe schaalvergroting zodat boeren concurrent zijn op de grondmarkt en steeds weer moeten afwegen tussen gezinsconsumptie en investeren in het bedrijf. Dat kan leiden tot zelf-exploitatie ten koste van consumptie. Chayanov is nooit ver weg. Kenmerk van het gezinsbedrijf is dat de loonkosten geen exogene variabele zijn, maar een residu. 

Een van de ontwikkelingen die Blanc ziet is die naar afstandelijk management door de boer die eigenlijk wat anders doet en het uitvoerend werk overlaat aan werknemers of loonwerkers: telefoon-boeren. Inmiddels ook in Afrika gesignaleerd 

Blanc buigt zich ook over de bedrijfsopvolging. Omdat boeren lang de dorpseconomie en het dorpsbestuur domineerden, denkt de socioloog dat ze zich als een aparte groep zijn gaan zien. Het besturen van coöperaties draagt daar ook aan bij. "their inward looking and agro-centric view of the world" zou het gevolg zijn, en dat zou dan weer bijdragen aan het willen overdragen van het bedrijf aan een volgende generatie om de dynastie voort te zetten. En van de volgende generatie om het over te nemen, status incluis. Blanc haalt Marsden aan met de bewering dat bedrijfsuitbreiding niet gedaan zou worden met het oog op economische overwegingen maar in de basis om een zoon boer te maken. Het is bekend dat het moment dat een opvolger een beeld komt, een fase is van expansie, maar het gaat me wat ver om dat op die manier te interpreteren. Enfin. 

Interessant is een beschouwing over de verschillen tussen regio's over hoe het bedrijf resp. het familiekapitaal wordt overgedragen. Met name in middellandse-zee landen kom je een systeem tegen waarin de boerderij en het kapitaal gelijk worden verdeeld: de boerderij wordt gesplitst. Dat bevordert pluri-activiteit, ofwel boeren als neveninkomsten.  Het tegenovergestelde is dat de boerderij in takt blijft en dat de kinderen ongelijk worden behandeld: 1 opvolger gaat er met de buit vandoor (al of niet met een verplichting voor de oude dag van de ouders te zorgen en nadat andere kinderen een opleiding elders hebben gekregen). Dit type bedrijf kan zichzelf continueren zonder al te veel op vreemd vermogen bij de overname te hoeven leunen. Het komt blijkbaar veel in Noord Europa voor. Een derde variant is die waarbij de boerderij intact blijft maar het vermogen wordt gedeeld over de erfgenamen.  Dat vraagt om een forse investering van de volgende generatie, die vaak wel vergemakkelijkt wordt door de familie en de belastingdienst. Voordeel van deze aanpak is dat alleen de meest efficiënte bedrijven kunnen worden overgenomen omdat het vreemd vermogen uit de markt moet worden beloond.
Op basis van deze inzichten ziet Blanc wel wat uitdagingen voor het gezinsbedrijf dat een farm family business wordt. Als uitweg van de milieuproblemen ziet hij een nieuwe vorm van landbouw die ook landschapsdiensten levert en daarvoor betaalt wordt met subsidies en regionale producten van hoge kwaliteit.  Probleem is wel dat het niet makkelijk is daar te komen want het vraagt een nieuwe professionele en sociale identiteit van boeren. 
Een andere uitdaging is de individualisering in de maatschappij die de generatieoverdracht van de steeds kapitaalintensievere boerderij bemoeilijkt. Er zijn misschien wel minder kinderen in het gezin, maar die willen wel vaker delen en de ouders moeten ook nog een langere pensioentijd door.  Overigens denkt de auteur dat nu boeren in de dorpsgemeenschap aan invloed hebben verloren, het beroep ook minder status heeft en er minder interesse bij opvolgers zal zijn.  De belangstelling in landbouwdynastie neemt met name af bij jonge boeren met uitgebreide sociale en economische contacten buiten de sector zo stelt de auteur.  
Voorspellen in de wetenschap is lastig, maar dit dertig jaar oude artikel uit 1994 is opvallend actuele sociologie.

 

maandag 22 januari 2024

Teeltondersteuning

 


Hier zijn de slides van mijn inleiding van vanmiddag in Geldermalsen. Er werd een Handreiking Teeltondersteunende Voorzieningen ten doop gehouden. Ik sprak over het voeren van de dialoog tussen ondernemers en burgers over met die handleiding. De sheets staan op slideshare.

woensdag 17 januari 2024

Economie van BZV

Bij het opruimen van het archief kwam ik nog wat aardige papers tegen. Zoals een over de economie van de ongetrouwde boer. In de European Review of Agricultural Economics van 1995 boog Guenhael Jegouzo zi h over de ongetrouwde boer ("Economic determinants of male farmers'marital status) in Frankrijk. Met cijfers uit de jaren tachtig.

Het paper constateerde dat vooral kleinere boeren (gemeten in omzetklasse met Europese grootte-eenheden) ofwel boeren met een lager inkomen veel minder vaak gehuwd waren. Met andere woorden, vrouwen kiezen de rijkere man. Nu zou je natuurlijk ook kunnen denken dat het andersom zit, dat een getrouwd stel meer inkomen heeft als beiden werken en zich een groter bedrijf kunnen permitteren.

Maar de auteur trok alles uit de kast aan statistiek en sociologische verklaringen om de causale relatie te leggen tussen inkomen(spotentie) en huwelijkskans. Zo beschreef het paper dat in een landbouwgebied meisjes vaak gaan studeren en niet terugkeren omdat er vaak alleen (redelijk fysiek) werk is in landbouw, bosbouw en mijnbouw, weinig in scholen of zorg. Sterker nog de auteur stelt dat bij meerdere kinderen de boerederij naar een jongen gaat, dat de vader veelal probeert een jongen boer tet maken en een moeder haar dochter aanmoedigt te vertrekken omdat trouwen met een boer niet altijd even aantrekkelijk is voor eigen ontplooiing. Er is dus een mannenoverschot in veel landbouwregio's en de dames hebben de keuze. En dan hebben grotere boeren een streepje voor. Geldt allemaal niet voor individuele gevallen, dit is Frankrijk in de jaren 80 maar je zou er zo maar een tv programma over kunnen maken. Misschien kan een student eens onderzoek doen naar het aantal brieven dat boeren bij Boer zoekt vrouw ontvangen in de 1e ronde in relatie tot de bedrijfsgrootte (en net als in het paper zoveel mogelijk corrigeren voor andere factoren...). 

maandag 15 januari 2024

liberalisme zonder cement

Het ver doorgevoerde liberalisme heeft het cement uit de Nederlandse samenleving gezandstraald”, schreef top-journalist Marc Chavannes  in 2022 in de Correspondent.  Hij overleed vorige week en Floor Rusman citeerde dat in haar column in de NRC. Mooi  citaat om te onthouden hoewel je er economisch vraagtekens bij kunt zetten. Er is wel enige zorg over privatiseringen en afbreken van publieke organisaties als productschappen of de DLG maar de echte boosheid komt toch voort uit de Toeslag-affaire of Groningen of bedreigend milieubeleid. En misschien uit schaalvergroting in de zorg of onderwijs - wat niet per definitie komt door liberalisering. Tenzij gedoeld wordt op kwaliteitsverlies in onderwijs en zorg door achterblijvende lonen of jaloersheid op topinkomens en vermogenden. Hoewel het de vraag is of de inkomensongelijkheid wel toeneemt, zo constateert CBS. Liberalisering heeft wel een 'ikke-eerst' mentaliteit opgeroepen met -vreemd genoeg- geklaag dat de overheid dat niet regelt als het ikke zelf niet lukt. 

zaterdag 13 januari 2024

Gebouwgebonden landbouw

 

Jannemarie de Jonge van het College van Rijksadviseurs kijkt naar de ruimtelijke ordening en de locatie voor gebouwgebonden land- en tuinbouw. Liever geen gespreid glas of intensieve veehouderij maar clustering. We spraken erover in een interview dat Foodlog online zette.

vrijdag 12 januari 2024

paardenkrachten

Mooi trivia-weetje uit het Shell PR blad Venster: het begrip paardenkracht had ook wel ponykracht kunnen heten en is een marketingterm. Dat zit zo: James Watt, een instrumentenmaker aan de universiteit van Glasgow krijgt in 1763 een primitieve stoommachine van het type Newcombe te repareren. Die werden ingezet in de koper- en tinmijnen in Cornwall die nog al wat last hadden van water, de schachten liepen deels tot onder zee. In die mijnen werden Shetlandpony's (die een lage schofthoogte hebben) ingezet daar waar de stoommachine nog ontbreekt of niet efficiënt genoeg is. Watt repareert en maakt daarna een verbeterde machine, met een condensatiekamer zodat stoom en warmte behouden blijft en de steenkool-efficiency van deze 'vuurmachine' dus fors omhoog gaat. 

Dat wordt een start-up met de ondernemer Matthew Boulton en Watt ziet bierbrouwer  Samual Whitbread als een potentiele koper. Bij hem draaien paarden 144 rondjes per uur in de rosmolen voor de aandrijving. Watt gaat er vanuit dat hij aan overtuigingskracht wint als hij kan aangeven hoeveel paarden zijn stoommachine vervangt.  Watt bestudeert mijnpony's, molenpaarden, boerderijpaarden, telt rondjes en gooit er een hoeveelheid wiskunde tegenaan om te concluderen dat een paard ongeveer 33.000 Engelse ponden (15 ton) per foot (30.48 cm) per minuut kan verplaatsen. Dat is 1 paardenkracht.  Watt legt de bierbrouwer uit dat zijn machine 200 paarden kan vervangen, of wel 200 pk levert. En dan zonder het gedoe van die paarden met hun verzorging en voer (maar met steenkool). De brouwer gaat er in mee en verdubbelt binnen een jaar zijn populaire bierproductie. Inmiddels is een paardenkracht gelijk aan 746 watt. 

Monika Jak: Paardenkracht in Venster, januari 2024, p.9

dinsdag 9 januari 2024

systeemfalen


 Het schiet niet zo op met de transities in Nederland. Overheid, bedrijfsleven en samenleving weten elkaar maar slecht te vinden in een beeld van waar we naar toe willen. Net voor de kerst publiceerden we bij de Rli een verkenning, met het idee daar dit jaar verder aan te werken in een advies. Hierbij een link naar de verkenning. 

maandag 8 januari 2024

data management

 Ik zette mijn laatste column uit Food- en Agribusiness op Linkedin en dat leverde een nuttige discussie op. Voor de liefhebbers van data management in de agrarische sector, zie hier

vrijdag 5 januari 2024

Pootafdruk

 

Bij lezingen wordt ik nog wel eens gevraagd naar de onduurzaamheid van het (Randstedelijke) huisdier. Dankzij een artikel in VORK, dat in december uit kwam, kan ik er voortaan wat over zeggen.  E en middelgrote hond heeft een pootafdruk in CO2-equivalanten via zijn voeding van 870 kg per jaar, dat is net zoveel als met het vliegtuig op en neer naar Gran Canaria. Er zijn (cijfers 2022) ca. 1.8 miljoen honden in Nederland. En 3 miljoen katten. Die vragen 0.4 -0.7 ha per dier per jaar aan landbouwgrond voor hun voer, bij de honden is dat 0.9-3.7 ha.  Daarnaast moet je natuurlijk ook denken aan vermesting door uitlaten en de aanslag op de vogelstand. 

Komt omdat de dieren vleeseters zijn. En dat gebeurt wel deels met afvalvlees (orgaanvlees e.d.) maar dat heeft deels  ook een alternatieve aanwending (biogas e.d.) en bovendien zijn baasjes gecharmeerd van blikjes met goed vlees want voor je dier dat je baby is, wil je het beste. Overigens is er intussen ook een vegan veevoertrend. Bij honden schijnt dat wel te kunnen, die eten al eeuwen wat de pot schaft en hebben zich daar aan aangepast. En tot recent zat er niet zoveel vlees in die potten.

Een beetje minder voer is het eerste wat helpt: De helft van de honden en katten heeft overgewicht, 8 a 10 procent is obees. 

De auteur van het stuk doet ook nog een leuk gedachtenexperiment dat weer eens aangeeft hoe er eigenlijk geen wereldvoedselprobleem is (en daar geen argumenten aan ontleend moeten worden om te vervuilen): Als alle katten en honden in de wereld plantaardig zouden eten dan kont er een oppervlakte landbouwgrond vrij ter grootte van Argentinië, genoeg om een half miljard mensen te voeden, er zijn 2 miljard minder dieren nodig voor honden- en kattenvoer en de uitstoot van broeikasgassen gaat in de veehouderij 9% omlaag.

Nu nog een beleidsinstrument. Subsidie op Japanse robotkatten ??

Zie: Lisa Dietz: De pootafdruk van je harige huisgenoot. in V0rk: 10-4, december 2023

woensdag 3 januari 2024

Walvis

 Laatste post n.a.v. de kersteditie van The Economist. Over de walvis, en met name over het beprijzen ervan. Eens was dat simpel, dat gebeurde in de markt, nu gebeurt dat door externe kosten en baten te analyseren en waarderen. Het artikel geeft wat inkijkjes in welke problemen dat oproept. 

In 1859 werd er olie aangeboord in Pennsylvania, waardoor olielampen voortaan niet meer met traanolie (walvisolie) hoefden te worden gestookt maar er kerosinelampen kwamen. Vanity Fair publiceerde in 1861 dan ook een cartoon met een paar walvissen met een glas champagne. In 1851, het jaar waarin Herman Melville "Moby Dick" publiceerde vertrokken er nog 137 walvisvaartreizen uit New Bedford, Massachusetts. Aan het eind van de eeuw waren het er maar een dozijn. De walvisolieprijs halveerden. 

Toch duurde het nog lang voor de walvisvaart tot een eind kwam. Want de fossiele brandstof maakte de jacht veel goedkoper. En erger: het maakte het ook mogelijk om met stoomschepen in de wateren van Antarctica op jacht te gaan. Door de fossiele olie werd het ook makkelijker om explosieven te maken, die hun weg vonden naar explosieve harpoenen. En bovenal: die explosieven vroegen om glycerine, voor nitroglycerine, en het bleek dat walvissen dat konden leveren. 

Ook werden de walvissen een goedkope bron voor pet food en in de margarine productie. Rond 1935 werd 84% van de walvisolie tot margarine verwerkt. De marktwaarde van een walvis steeg naar 1.800 pond (130.000 dollar in 2013 waarde). 

Al in 1911 begonnen de Britten met licenties maar economie, politiek en het internationale karakter van het probleem van dreigend uitsterven maakte dat weinig succesvol. Door de introductie van varende verwerkingsfabrieken was controle op regels vrijwel onmogelijk. Het was overproductie die nog enig effect had: tijdens de Depressie was grootverbruiker Unilever in 1930 bereid de hele voorraad olie op te kopen op voorwaarde dat Noorwegen in seizoen 1931/32 niet zou uitvaren. Het leidde tot zelfregulering van de Britse en Noorse vloot. Er kwam zo iets als een systeem van verhandelbare quota. Wel in aantallen gemeten, dus men ging de grootste exemplaren wegvangen. 

Na WO II ging de International Whaling Commission aan de slag om de markt te ordenen en uitsterven te voorkomen. Dat was aanvankelijk geen succes. De Britten en de Noren kregen meer concurrentie. Generaal McArthur moedigde Japan aan om de voedselsiutatie te verbeteren en op wolavisjacht te gaan, de Russen hadden in de oorlog een paar Amerikaanse schepen voor dat doel gekregen en gingen ook aan de slag. (Ook NL met Unilever op de achtegrond bouwde de Willem Barentz).  In de oorlog ontwikkelde sonar en beschikbare helicopters hielpen de efficinecy te verbetetren. 

Maar de koude oorlog had ook nog een bijzonder bijeffect. Bij het luisteren naar onderzeeboten registreerden wetenschappers ook het geluid van de walviscommunicatie. In 1970 haalde de LP The Songs of the Humpback Whale" de Billboard top 200. En hoewel die op 176 strandde, deed het veel voor de sympathie van het publiek en voor de conservatie. Ook landen zonder walvisvloot werden lid van de IWC en begonnen het beleid te beinvloeden. TOen Japan en de USSR de opgelegde quota te laag vonden, dreigde president Ford met een handelsboycot.  

Inmiddels is het tij gekeerd: van 450 blauwe vinvissen in de zuidelijke oceaan bij het instellen van een moartorium in 1982 zaten we rond 2000 weer op ca. 2300, een gorie van 8.5% per jaar.
De Humpbacks doen het nog beterCan 10.230 naar 42.000  In de hele 20ste eeuw zijn er naar schatting 2.9 miljoen walvissen gedood. 

The Price of a Whale, The Economist, 23.12.2023

dinsdag 2 januari 2024

de oorsprong van de macht

Je kunt je afvragen waarom vrije mensen (historisch gezien meestal boeren) zich onder het gezag van anderen of een staat stellen. Daar zijn twee theorieën over. De ene gaat uit van het idee dat er mensen zijn die graag de baas spelen, het grootste woord voeren, stamoudste zijn en macht over anderen gaan uitoefenen, meteen vaak al met geweld. De hooggeplaatsten komen en blijven in het zadel door sociale onderhandeling: ze delen af en toe gunsten uit, leggen infrastructuur voor mensen aan, verdedigen ze tegen invallers, en krijgen er macht voor terug. Karl Marx was een van de aanhangers van deze school van denken. De andere richting gaat uit van een economische benadering waarin mensen aan de basis elkaar nodig hebben om een collectieve investering te doen waarbij een organisatievorm hoort. Deze stroming gaat terug op Locke en Rousseau die stelden dat mensen zelf autoriteit af staan in ruil voor bescherming of een collectieve investering.

The Economist meldde eind vorig jaar in zijn Free Exchange rubriek dat er nu archeologisch bewijs is voor de tweede opvatting. Robert Allen, Leander Heldring en Martin Bertazzini beschrijven in een paper in de Aemerican Economic Review dat stadsvorming in het oude Mesopotamië nadat een rivier zijn bedding had verlegd niet plaats vond bij de nieuwe bedding (waar water was voor beregening van gewassen en logistiek) maar op plekken waar de rivier verdween en men een kanaal naar de rivier ging aanleggen. Dat ondersteunt de tweede theorie. 

Beting tge Farn, The Economist 23.12.2023