donderdag 31 oktober 2019

Mjolk

De NRC recenseerde gisteren de film Mjolk. Dat is IJslands voor melk. Het is het verhaal van een vrouw die na de dood van haar man doorgaat als boerin en de strijd opneemt tegen de melkmaffia. Althans de monopolyde zuivelcoöperatie Coop wordt van dergelijke maffiapraktijken beschuldigd. Ooit opgericht om de belangen van de boeren te dienen, is het nu een monopolist, althans ze hebben 90% van de productie in handen en boeren hebben niet veel meer te vertellen en moeten met lage marges leven. Volgens de regisseur van de film van een socialistisch ideaal naar een bureaucratische praktijk naar een systeem van zelfverrijking. De Sovjet-Unie in het klein. Ook een feministische film want vrouwen als boer, dat is in IJsland nog niet veel vertoond. Gebaseerd op een werkelijk gebeurd verhaal, zo begrijp ik uit het interview.
NRC: Sproeien met melk is haar wraak, 30.10.2019

donderdag 24 oktober 2019

Stierenplaatjes ipv voetbalplaatjes

Van tijd tot tijd is er weer een retailer die voetbalplaatjes laat verzamelen. Goed voor herhaalbezoek en voor de omzet. De consument kun je zo wel nudgen, maar bij professionele inkopers zoals bedrijven lukt dat niet. En dus bij boeren ook niet, zo denken we vaak.
Of het gewerkt heeft weet ik niet maar in het verleden is er een interessante poging gedaan. Ik kwam daar achter doordat ik nog een boek redde uit een Zeeuwse nalatenschap. In 1962 verscheen het boek Adellijk Bloed - de preferente F.R.S. stieren. Een uitgave van UT, dat is de UT die veel later bekend werd uit Hendrix UTD, maar ooit stond voor U. Twijnstra's Oliefabriek N.V. Uit Akkrum (Friesland) waar olie werd geperst en dan hield men een veevoerschroot over, de lijnkoeken. Later hadden ze ook een grote fabriek in Maarssen, ik vermoed degene die nu onder de naam Fabrique als feestlokatie in gebruik is. In 1922 gingen ze een samenwerking aan met Unilever en dat leidde ertoe dat ze kort na de uitgave van dit stierenboek, in 1963, fuseerden met de veevoerpoot van Calvé-Delft, van de pindakaas, en zo werd het UT-Delfia, later UTD. Op zich een mooi verhaal dat ook in de wiki staat.
In 1962 gaf UT dus een mooi boek uit dat je voor f 4.90 kon kopen, waarin alle 85 ooit preferent verklaarde stieren van het Fries Rundvee Stamboek vanaf de start in 1910 werden gedocumenteerd. Met ook nog diverse hoofdstukken over de historie van het stamboek, de werking van de registers en een lofzang op de Friese landbouw. Bij elke beschrijving van een stier (met zijn eigenaren en de onvermijdbare laatste zin: afgevoerd naar de slachtbank in 19xx) hoorde ook een plaatje met een foto, die men vooral voor de oudere stieren uit bedrijfsfoto's en schetsen had gereconstrueerd. Die plaatjes kon je inplakken, en je verkreeg een zakje met 10 plaatjes als je 40 UT logo's van de labels van de verpakkingen veekoeken op een spaarkaart had geplakt. Er waren 8 sets (80 stieren, de 5 alleroudste stieren kreeg je cadeau bij het album). Je kon bij een volle spaarkaart wel aangeven welke set je wilde hebben, dus je hoefde niet met de buurman stamvader Albert 1 te ruilen voor Adema 48.
Zijn er meer van die spaaracties gericht op boeren bekend?

zaterdag 19 oktober 2019

foodlog en de PAS

Weinig geblog dezer dagen. De PAS problematiek vraagt zijn aandacht, en op Foodlog probeer ik de discussie wat  verder te krijgen. Zie aldaar. en eerder al hier.

dinsdag 15 oktober 2019

Barcelona

For the record: vrijdag was ik in Barcelona, in dit oude ziekenhuis dat nu een conferentiecentrum is. Ik presenteerde er het rapport Recipe for Change, met een advies voor missie gedreven onderzoek in food en agri.

zondag 6 oktober 2019

historische kaartjes

Onlangs was ik bij de Drukkery in Middelburg, een van de betere boekhandels in dit land, en daar hadden ze nog een pallet staan met een uitgave uit 2006, De Grote Historische Atlas Zeeland. Het gaat om topografische kaarten uit het begin van de vorige eeuw. De atlassen zijn overigens voor alle provincies gemaakt. Voor nog geen tientje nam ik er een mee; mooie lectuur voor een regenachtige zondag.
Leuk om wat bekende locaties op te zoeken. Bij Boudewijnskerke heette de Baaiweg nog Oostweg, Bij Oostkappelle liep de Baaijenhovense weg nog voor de boerderij van die naam langs, die er nog niet was. Maar op Oud-Vossemeer was de Hikkepolder met de boerderij Welgelegen (maar zonder Speelhuys) al zoals ik hem van mijn fietstochten naar de lagere school herinner - inmiddels is dat door het Rijn-Schelde kanaal met een nieuwe brug ook al weer veranderd.
De auteurs hebben ook last van die nostalgie. Ze schrijven dat er een onwaarschijnlijke schoonheid van het toenmalige landschap verloren is gegaan. Dat is zo, maar deels is dat een bewering vanuit onze optiek. Deels ging het verloren door het zoute water van de oorlog en de ramp en dat waren in de ogen van die generatie goede reden het landschap maar eens even gereed te maken voor de tractor.
Overigens een mooie beknopte geschiedenis van het landschap ter inleiding in de atlas: hoe rond het jaar 1000 Zeeland en omliggend gebied er nog uitzag zoals nu het land van Saeftinghe - een veengebied dat sinds het jaar 0 was verzonken en waar de zee zijn klei op had afgezet waardoor schorren weer hoger werden. Zodat er in de zomer herders met schapen verschenen en in de Karolingische tijd mensen op wat kreekruggen ringwalburchten opwierpen, om zich tegen de Noormannen te beschermen: Burgh, Souburgh, Oostburg, Middelburg (dat 500 jaar later de 2e stand van Nederland zou zijn). En vanaf het jaar 1000 wordt er dan ook bedijkt. Dat Middeleeuwse landschap was rond 1900 op veel plaatsen nog in stand. Mooie atlas, voor geen geld.

zaterdag 5 oktober 2019

in Trouw

Trouw muntte donderdag de term Grote Boerenomslag. Ik opperde om eens naar Denemarken (streng milieubeleid, en 25% btw op voedsel, dat geeft de overheid financiële ruimte en de consument betaalt wellicht een true price) en Zwitserland (hoge eco-betalingen per ha voor landschap en natuur) te kijken. Kun je een mooi verdienmodel mee maken. En we blijven echt wel trots op een grote landbouwexporteur (bloemen, groente, bier, chocola)

donderdag 3 oktober 2019

de Nachtwacht: cooperatie avant la lettre

In de nieuwste uitgave (september 2019) van het NCR blad Coöperatie prijkt de Nachtwacht op de cover en interviewt Wilbert van den Bosch de meester Rembrandt van Rijn, dit jaar 350 jaar dood, zelf. Dit omdat een compagnie als van Frans Banninck Cocq een vorm van zelforganisatie was. Een soort burger militie (een schuttersvereniging) die een deel van de stadsmuur en poorten bewaakte en bij ordeverstoringen kon worden ingezet. Het stuk bevat een aantal interessante inzichten in de economie van die tijd:

  • het portret was in de schilderkunst natuurlijk al lang bekend, maar dit type grote groepsportretten was een belangrijke innovatie. Het kenmerkt een typisch Nederlandse kracht: samenwerking. De voorgestelden op het schilderij moesten duidelijk een individueel karakter en functie hebben, maar ook hun samenhang (waarom staan ze samen op het schilderij) was belangrijk. En visueel moest ordening ook nog gepaard gaan met beweging. Maar de orde en chaos stonden mogelijk ook voor de vrije samenleving gebaseerd op zelforganisatie - geen centraal gezag. Rembrandt legde naar de smaak van zijn tijdgenoten overigens iets teveel nadruk op beweging en chaos, net voordat de discipline de mannen deed ordenen.
  • Nederland is gegroeid vanuit samenwerking en cooperatie, niet vanuit grote machtsblokken. Vanaf de middeleeuwen ontstond er een veelheid aan kleine steden in de Nederlanden, die een zekere gelijkmatigheid in krachtverdeling kenden. 
  • De geestelijke stand, de kerk, heeft nooit eenzelfde macht gehad als in Duitsland of Frankrijk. De economische macht lag bij de koopmanstand en de boeren.
  • Boeren konden door inpoldering gemakkelijk nieuwe grond maken.
  • De hydrologische structuur in in de Lage landen dwong een bepaalde governance af. Enerzijds kan een waterland niet zonder zelfbestuur. Anderzijds was er goedkoop watertransport en kon een kleine boer of visser hier reizen als een grote heer. Aan een ridderpaard had je niet veel voordeel qua verkeer. Het sociale gewicht van de adel bleef hier veel kleiner dan elders.
  • We bleven ook gespaard voor de nadelen van overmatig grootgrondbezit. 
  • Het polderkarakter down een democratische coöperatieve structuur van de samenleving af.
  • De VOC zou al de periode van verval hebben ingezet. Het was op een monopolie gebaseerd, en een kleine groep kooplieden begon de markt voor kapitaal en grond te monopoliseren. Zie groep maakte zich meester van de politieke en bestuurlijke macht en richtte daarmee de markt ten eigen faveure in. De zelforganisatie van de middeleeuwen verdween of werd door hen gedomineerd..
  • Terwijl de welvaart dus werd opgebouwd door het laat-middeleeuwse systeem van economische decentralisatie.  Met een overvloedige drang tot ondernemen.  En geen centraal gezag met blokkerende wetgeving. 
  • De elite verruilde zijn koopmanshuizen voor herenhuizen in de grachtengordel  Bedrijven kwamen los van het gezinsleven. en de gemeenschap.

Van den Bosch noemt als bronnen:

  • Johan Huizinga - Onze gouden eeuw 'sociaal psychologisch' bekeken
  • Jan en Annie Romein - Erflaters van onze beschaving
  • H.E. van Gelder Rembrandt
  • Ernst van de Wetering Nachtwacht mislukt
  • Bas Kromhout Gouden Eeuw was een tijd van stagnatie.

dinsdag 1 oktober 2019

Brabants welvaartsplan

Op deze dag van de grote boerenprotestmanifestatie gingen mijn gedachten terug naar de jaren 50. De menging in bijvoorbeeld Brabant van mensen, vee en natuur gaat deels terug op die periode. Ik werd vorige week gewezen op twee aardige beleidsdocumenten, die de provincie keurig online heeft gezet. Allereerst was er het Welvaartsplan van de latere minister president Jan de Quay, toen Commissaris van de Koningin in Brabant. Dat voorzag in industrialisatie op fietsafstand van het agrarisch arbeidsoverschot. Met als gevolg de opkomst van wel heel veel industrieterreinen en steden. Je vindt het plan met preadviezen hier. In 1955 kwam men er achter dat dit lang niet het hele werkgelegenheidsprobleem had oplost, en kwam er een agrarisch supplement. met aandacht voor het kleine-boerenvraagstuk, ruilverkaveling en veredelingslandbouw.