donderdag 31 oktober 2024

Namen

Nog een inzicht uit het wandelboekje van Utrecht Dresselhuis (zie de blog van gisteren). Hoe komen we aan onze namen? Dat zou door de kruistochten komen, die groepen mensen waren zo groot dat Jan van Klaas of Jan Klaaszoon teveel misverstanden opleverde, die waren niet uniek. En dus gingen ridders en knapen zich noemen naar de plek (plaats, kaasteel) van herkomst of bezittingen die men ergens had (wat  voor horigen ook voor de hand lag, die hoorden daarbij).. (pagina 25) 

maandag 28 oktober 2024

verdwenen kastelen

Aan het eind van de middeleeuwen stonden er veel meer kastelen in het landschap dan we ons nu kunnen voorstellen. In Holland alleen al een stuk of 150. Ook in Zeeland stonden er heel wat. Ik lees af en toe in een boekje ui 1832  dat in vorige eeuw opnieuw is uitgegeven. Een kleine pocket. Het zijn Wandelingen door |Zuid- en Noord BevelandA. ab Utrecht Dresslhuis. Op het schutblad het kasteel Ostende dat eens bijj Goes stond.

Hij beschrijft het mooi: Het zal niet ondienstig zijn, mijne jonge vrienden, eer wij verder gaan, hier ene beknopte beschrijving van dergelijke oude kastelen mede te delen, daar gij ze in dit oord alleen nog, of in zeer veranderde gedaante, of in puinhopen aanschouwen kunt. (p. 8)

vrijdag 25 oktober 2024

Lijstje: Franse erfenissen

 Nog een lijstje uit het boek van Jaap van Duijn over de geschiedenis van het Westland. Van zaken die we hebben overgehouden aan de Franse tijd van Napoleion on ons land:

  • burgerlijke stand (door de inlijving in 1811)
  • brugerlijk wetboek op basis van de Franse code civil (idem)
  • wetboek van strafrecht (idem op basis van de code penal)
  • een grondwet met als eerste de staatsregeling van 1798)
  • uniforme belastingheffing (1805)
  • scheiding der machten (wetgevend, uitvoerend, rechterlijk) in 1795
  • het kadaster (1811)
  • gelijkstelling van geloofgemeenschappen en scheiding kerk en staat (1798)
  • opheffing standenmaatschappij (1795)
  • opheffing van de gilden (1798)
  • afschaffing van het leenstelsel (1798)
  • nationalisering van de posterijen (1799)
  • toegang tot onderwijs voor iedereen (hoger onderwijswet), 1806)
  • millitaire dienstplicht (1811)
  • invoering metrieke stelsel (1809)
  • rechts rijden (1795)
  • verbod op begraven in de keker (1811)

dinsdag 22 oktober 2024

Lijstje: 19e eeuwse innovaties

 Ik lees dezer dagen het boek van Jaap van Duijn over de geschiedenis van het Westland, dat een paar jaar geleden verscheen. Hij heeft ee
n leuk lijstje van nieuwigheden aan het eind van de 19e eeuw. Het gaat om de volgende productintroducties:

1877 telefoon

1880 gloeilamp

1881 elektrische centrale

1885 kunstmest

1885 fuets

1887 aluminium

1888 auto

1888 luchtband

1889 grammofoon

1889 camera

1890 kunstzijde

1894 bioscoop

1895 dieselmotor

1895 rontgenstraling



zaterdag 19 oktober 2024

Geen cent teveel

 In november verschijnt bij het Paard van Troje het boek "Geen cent te veel. 130 jaar Zeeuws Meisje". Auteur Peter de Jonge meldde dat onlangs in zijn essay "Zoo fijn als boter, doch niet zo duur" in de laatste uitgave van het KZGW blad Zeeland.

Het is een van de meest legendarische margarinemerken in Nederland, meer dan Planta, Rama en Leeuwezegel.  Het merk werd 30 augustus 1894 in het merkenregister ingeschreven door de handelsfirma Simon van den Bergh, die toen in Rotterdam en Cleve kantoor hield. Margarine was ontwikkelt door de Fransman Hippolyte Merge-Mouriès als winnaar van een prijsvraag van keizer Napoleon III die voor zijn leger een product wilde dat langer houdbaar en niet duurder dan boter was. De lage prijs maakte het aantrekkelijk voor de consumentenmarkt. Van den Bergh en Jurgens, beide fabrikanten in Oss, gingen ermee aan de slag. 

Het merk Zeeuws Meisje moest vooral de associatie oproepen van dit fabrieksproduct met het platteland. Met in klederdracht een Zuid-Bevelandse meisje van protestantse huize (dat zie je aan de kap).  Hoewel Zeeland natuurlijk geen veelteeltprovincie is. Er ontstond een felle marktstrijd tussen magrarine en Echte Boter. Nog in 1984 voerde het Zeeuwse Agrarisch Jongeren Kontakt een campagne voor echte zuivel met als logo De Zeeuwse Jongen. De jonge boeren, merdeel akkerbouwers, waren niet eens zo tegen margarine, mits de olie maar geperst werd uit Nederlandse akkerbouwgewassen. 

Zeeuws Meisje ging mee in de fusies naar Unilver, maar was natuurlijk buiten Nederland niet te slijten. Voor de Duitse markt had Van den Bergh allang het merk Vitello, een verwijzing naar kalfsvlees voor wie Italiaans spreekt. Gepromoot met een Volendamse in kostuum, een soort Frau Antje avant la lettre. 

De crisisjaren waren goed voor de margarine. De slogan werd Zoo fijn als boter, doch niet zo duur. Boerenkarren met Zeeuwse paarden en meisjes werden het land doorgereden voor kookdemonstraties.  In de jaren zestig hadden de reclamemakers het over "Het land waar het leven goed is". In 1967 kam de STER en werden het filmpjes. Tot vervelens toe blijkbaar want Volkskrant columnist Hopper (alias Nico Scheepmaker) schreef dat als het leven daar in Zeeland zo goed is, men er wel roomboter zal eten.


De reclames gingen meer de nadruk leggen op prijs als koopargument. Slogans als "Geen cent teveel hoor" en "Contante guldens sparen" werden er in geramd. En in 1984, ten tijde van de economische crisis en het broekriembeleid van Lubbers, kwam de fameuze commercial waarin een amateur toneelspeler uit de regio de woorden sprak "Ons Zeeuwen, on bin zuunig. Maar we willen wel graag lekker eten".  He imago van de provincie was voorgoed veranderd. Zeeuw en Zuunig werd een vaste combinatie.  Hoewel Meertens (van het Instituut en zelf Zeeuw) soberheid en eenvoud wel een kenmerk van de Zeeuwen vond. Anderen wijzen meer op de positie tussen calvinistisch Holland en Bourgondisch Vlaanderen.

Het zou er toe leiden dat begin deze eeuw de CdK Wim van Gelder Unilevers' reclamebureau Lintas nog vorstelijke ontving in Veere met het verzoek wat anders te bedenken voor de reclames. Het moest meer gaan op de zuinigheid op natuurlijke waarden. En dat terwijl 5 jaar eerder het merk bijna was verdwenen in een opschoon actie van Unilever, van de 1600 merken moest het terug naar 400 en de local heroes konden wer wel uit. Met consumentenopstand tot gevolg. Er bleek een emotionele band met het Meisje, die Blue Band en Becel niet konden vervangen. 

Mooi essay, we kijken uit naar het boek. 




donderdag 17 oktober 2024

Column BoerenBusiness CPB en Williamson


 Na een zomerstop schreef ik weer eens een column voor BoerenBusiness. Over de scenario's van het CPB, de nobelprijs economie van dit jaar en een retrorecensie van een andere Nobelprijswinnaar: Oliver Williamson. Hier is hij. 

maandag 14 oktober 2024

melkoverschot in China

Er was een tijd dat de Chinese markt voor zuivel onbeperkt leek, waarn exporteurs als Nederland erg van konden proifteren. De met melamine vergiftigde kindermelkpoeder deed er in 2008 nog een schepje bovenop. Inmiddels zit de markt in het slop, zo bericht The Economist van 5 oktober. Zuivel blijft voor de Chinees een vreemd ingrediënt voor de maaltijd, ondanks alle reclame en overheidscampagnes.  Dat nog los van de lactose-intolerantie die veel inwoners hebben. De consumptie lilgt nog 40% beneden de aanbevolen inname.

Maar inmiddels heeft de overheid wel de productie fors opgejaagd. Die is met een derde gestegen en ligt nu hoger dan wat de centrale planners voor ogen hadden. Gevolg: prijsdaling. Die is afgelopen jaar 28% geweest en ligt nu op 45 cent. Dat is beneden de kostprijs die hoog is door import van veevoer. 

vrijdag 11 oktober 2024

duurzame intensivering

 Bij een post hieronder vorige week beloofde ik nog eens terug te komen op de discussie die we in Leuven hadden over duurzame landbouwproductie n.a.v. hun rapport.. En eerder deze week bekeken we met de maker Hidde Boersma de film Paved Paradise. Beide maken het punt dat op veel plaatsen in de wereld de afstand tussen de huidige opbrengsten en de potentiele (de yield gap) nog groot is en er met meer kennis en kunstmest meer geproduceerd kan worden. Ook door inzet van nieuwe veredelingstechnieken. In de lage landen zijn boeren overigens zo goed dat dat gat tussen werkelijkheid en model vrij klein is.


En je kunt in die redenering maar beter veel produceren op een klein areaal dan extensief, romantisch, biologisch, want dan heb je minder areaal nodig en blijft er meer over voor natuur. Die je dan vooral op de schrale gronden moet neerleggen. Want ook in de natuur zie je specialisatie van soorten op de voor hen geschikte arealen. 

In theorie helemaal waar, maar de werkelijkheid lijkt me iets ingewikkelder. Om te beginnen gaat dit uit van gelijke consumptie, maar ook in de film komt wel zijdelings aan de orde dat op dat vlak van voedselverspilling en vleesconsumptie er nog een forse verandering ten goede plaats kan vinden, met veel minder behoefte aan veevoerareaal = en dus meer natuur.  Een andere is dat natuur niet helemaal homogeen is en ook andere doelen heeft, bv. recreatie. Natuur doet het ook goed op goede gronden en er is natuur die specifiek is voor de delta-landschappen. De natuur van Zuidelijk Flevoland is niet die van de Achterhoek. En steden liggen vaak in vruchtbare gebieden, en daarvan voorkom je de groei niet zo makkelijk terwijl de mensen ook recreatie en natuur in de buurt willen. Alle natuur naar meer bergachtige gebieden of het pleistoceen zand is dus te extreem (niet dat dit wordt voorgesteld). Soms zijn er ook mooie oude cultuurlandschappen op die bergheuvels waar niet alleen betrokken boeren aan gehecht zijn maar ook anderen.

Helemaal geen verweving tussen landbouw en natuur dus? Nee dat ook weer niet. Er zijn vogels en planten die een landbouwlandschap nodig hebben, zoals akkerplanten en de grutto of andere akker- en weidevogels. Daar moet je dus wel eco-schema's voor hebben om boeren te compenseren voor hun verlaagde opbrengst. En misschien wat actiever predatoren zoals de vos of de roofvogel weren als je het efficient wil houden, natuurbeheer is ook beheer. En je kunt proberen de biodiversiteit zoals we die kenden in oude landschappen te herstellen. Type roggeveldjes in de rivierduinen van de Oude IJssel. Een ecoloog in Leuven liet zien dat je dan heel ver terug moet in inputs (meststoffen e.d.) tot bijna biologisch, dat je perceelsomvang ver terug moet (1 ha of zo) met ook nog eens verschillende gewassen (mozaiekbeheer) tussen die veldjes en dat je veel landschapselementen als houtwallen er omheen nodig hebt. Natuurbeheer met wat landbouw dus.

Er lijkt dus behoefte aan compartimenteren in drie typen: natuur, zeer extensief, kleinschalig natuurbeheer met landbouw plus landbouw met zware natuureisen (weidevogels etc) en duurzame intensieve landbouw. 

Hier doorheen, en daar hoor je heel weinig over in de studie en de film is er de voor de politiek belangrijke vraag van het aantal boeren, (die soms door het landschap en toerisme ook andere inkomsten kunnen hebben zodat er meer in de sector kunnen werken). En sommigen lijken de theorie van scheiden meteen van toepassing te verklaren op de lage landen en dan hier maar op de huidige wijze door te gaan, de natuur kan dan ergens anders. Maar dat doet hier en daar wel geweld aan een basiskwaliteit natuur en het halen van doelen op bijvoorbeeld het vlak van schoner water.  En het akkoord van Parijs is niet ideaal: om het doel te halen heeft elk land een opgave en daarbinnen elke sector. In Vlaanderen of Nederland minder doen omdat het in Frankrijk of Brazilië meer natuur moet worden is in theorie wellicht gewenst, maar die optimalisatie was bij het klimaatakkoord van Parijs niet haalbaar. 

Alle reden om de discussie dus verder te voeden met inzichten.

woensdag 9 oktober 2024

FAO

Ook de stellingnames van de FAO blijken weer eens controversieel, dit keer weer over vlees dat ook goede kanten heeft. Op Foodlog brak er een discussie los, ik probeerde het complex van de FAO een beetje uit te leggen en de argumenten te ontrafelen. Wat meer kunstmest voor intensievere landbouw en wat meer zuivel en vlees voor nutrienten van consumenten gaat helpen, en vooral als je het niet hier produceert maar de technologie levert. Zie alhier.

maandag 7 oktober 2024

Lactalis

De Franse zuivelreus Lactalis verdient te weinig aan export naar de wereldmarkt. Een fors aantal boeren raakt zijn contract kwijt. We discussieerden er afgelopen week op Foodlog over. Mijn analyse: de Amerikanen kunnen het met hun grote bedrijven efficienter, Frankrijk ligt niet in de milk belt en de particuliere investeerder let op dat er een vrij hoog return on investment is, waar de cooperatieve boer op de gemiddelde melkprijs let.  Zie alhier

zondag 6 oktober 2024

Döner Kebab

Hett mechanisme van naam bescherming voor oorspronkelijke producten leidt weer eens tot gedoe. Tussen Turkije (dat aan sommige van die EU wetgeving meedoet) en Duitsland dit keer. Niet over champagne maar over Döner Kebab, zo meldde The Economist vorige week. Het gerecht is natuurliljk oorspronkeliljk Turks, maar door gastarbeiders in Duitsland in de jaren 70 groot gemaakt, en aangepast aan de Duitse smaak - en vandaar vond het zijn weg naar omringende landen. 

De Duitse variant is met een ander soort broodje (pieta in plaats van lavash, een ander plat brood, of wordt met rijst gegeten), met wat sla of kool en vooral veel saus. En geen frietjes, hete peper of tomaten. Verwacht geen knoflooksaus in Ankara. 

De Turken vinden dat de Duitse variant geen Dnner Kebab meer mag heten. En waar dit over gaat? Een markt van 3,5 miljard per jaar in de EU (waarvan 2,3 miljard in Duitsland). De EU zit voorlopig met het probleem in zijn maag. 

zaterdag 5 oktober 2024

FADN gaat naar FSDN

Nog leuk nieuws deze week rond de duurzaamheidsrapportages in de landbouw. In lijn met het advies van de Strategische Dialoog heeft het beheerscomité van het Farm Accountancy Data Network (in Nederland: het Bedrijven Informatienet van WEcR) ingestemd met een voorstel van de Commissie om het netwerk om te vormen tot het Farm Sustainability Data Network. Een voorstel dat ook in het Farm to Fork beleid al was opgenomen: als je milieumaatregelen neemt, wil je ook weten wat het effect is en wat het effect op inkomen is. Daarmee komt ook kennis beschikbaar voor rapportages die boeren in kader van CSRD aan hun afnemers moeten verstrekken.  Duitsland en Luxemburg onthielden zich van stemming zo begreep ik, de rest was voor. 

Een mooie moment in een beweging die we begin jaren negentig startten, toen we in Nederland ontdekt hadden dat de informatie voor stoffenbalansen en gewasbeschermingsmiddelengebruik as decennia op facturen staat en in één werkgang met de btw-administratie of boekhouding verwerkt kan worden (en dan ook controleerbaar wordt). Het leidde tot een concerted action van workshops onder de naam Pacioli, waarvan dit weekend de 29ste aflevering plaats vindt in Veneto, Italië.  Waar men zich kan buigen over implementatievraagstukken van het FSDN. Innovaties hebben tijd nodig, zeker ook in overheidsland. 

donderdag 3 oktober 2024

column Innovatie in Food- & Agribusiness

 
Vandaag verscheen de gebruikelijke column van mijn hand in Food- en Agribusiness. Refererend aan mijn essay in de SCP bundel constateer ik dat innovatie een geijkte route is voor het oplossen van problemen als de sector sterk exporterend is. Veel andere beleidsinstrumenten heb je niet. Dan is het wel zaak om de bereikte vermindering van emissies niet weg te laten lekken naar uitbreiders en moet je dus productierechten afromen. Nadeel, zo is mijn hint, is wel dat innovatie tijd kost. Vraagt dus om bestuurders in bedrijfsleven en politiek die toekomstige uitdagingen en deadlines naar het hier en nu weten te vertalen en mensen weten te overtuigen dat je er beter nu aan kunt beginnen. In 2015 ontbrak het daar aan bij het vrijgeven van de melkquota. Die fout moeten we niet opnieuw maken met klimaat en water.

dinsdag 1 oktober 2024

Een visietekst uit Leuven

 
Gisteravond mocht ik deelnemen aan een paneldiscussie in Leuven. Over een visietekst inzake duurzame landbouw. Komende dagen schrijf ik er nog wel wat over, maar hier alvast een link naar het nuttige rapport.

donderdag 26 september 2024

De bietenboot

De suikerbietencampagne is weer begonnen. In het blad Zeeland van het KZGW een mooi verhaal van Corine Nienhuis: Voor schippers een welkome goedmaker (Zeeland, 2024-3) over de rol van de schippers in de Zuidwestelijke delta in die campagnes.  Zij vervoerden de bieten naar Puttershoek en dat was een profijtelijke nering. 

Vier maanden per jaar voeren de kloppers van laadplek naar losplek. De peeentijd, waarin schippers elkaar regelmatig troffen. Het merendeel van de schippers voer niet onder contract maar was zelfstandige en dus afhankelijk van vraag en aanbod. Voor de campagne waren er dan ook meer aanmeldingen dan plaatsen. Schippers moesten zich daarvoor inschrijven bij de Rijksverkeerinspectie, met opgave van de fabriek die men wilde beleveren en of men wel of niet aan de zondagsrust deed (en dus zondaghouder was). In overleg met de schippersbonden werden schippers geselecteerd, waarna er werd geloot. Wie uitgeloot werd kon nog in aanmerking komen als reserve-schipper. Dan kon je worden opgeroepen als er schepen uitvielen of de oogst groter was dan verwacht. Maar de stand-by functie werd niet vergoed, je kon wel andere vrachten aannemen. Reserveschippers werden het volgend seizoen wel zonder loting gewone schipper. 

Het laden gebeurde in de gewone grote havens, in kleine landbouwhaventjes met een ligplaats die alleen gebruikt werden voor de afvoer van tal van landbouwproducten door een wekelijkse beurtvaarder (die ook weer stadse goederen terugbracht) en vanuit speciale bietenhaventjes. Die laatste hadden niet veel meer dan een paar staken waarlangs je bij vloed kon binnenvaren. Dat leidde tot laden bij laag tijd, met als probleem dat je als schipper lastig kon bepalen hoe diep je schip al laag met de aan boord genomen bieten. En weer lossen was not done.  Met soms gevaarlijke tochten door de delta.

Er werd met de hand geladen en in het ruim met de hand naar de hoeken gestouwd. Een verbetering was het bietennet dat onderin de karren en wagens werd gelegd en in havens met een kraan eruit kon worden getild. Een uitvinding van de smid van Dreischor. Daardoor kon de laadcapaciteit naar 100 ton per uur.  

Bij de fabriek was er per definitie wachttijd, maar dat leidde wel tot gezellilgheid tussen de schippers. Het lossen gebeure met kranen (met knijers)  Vervolgens werd de schipper uitbetaald en moest het schip snel de losplaats verlaten. Een traditie waarin ergens halverwege de jaren 80 een einde kwam, omdat de vrachtwagen het overnam.