zaterdag 31 juli 2021

Flevo nostalgia

Uit het familiearchief: de Gids voor Handel en Nijverheid Oostelijk Flevoland 1966. Een fraai overzicht van verenigingen die in een paar jaar tijd allemaal waren opgericht en van bestuurders voorzien, van sport tot zang en zangvogels. En een overzicht van alle bedrijven met adressen en telefoonnummers: Vaartjes, Disselhorst, Rikken, Klamer, Tietema etc. 

En ook mooie advertenties van tal van bedrijven, helemaal in de jaren 60 stijl. Met als eerste een annonce van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, toen nog gevestigd in Zwolle: "Ook voor industriële bedrijven is Oostelijk Flevoland een uniek gebied", met als een van de argumenten Woonruimte voor huisvesting van personeel beschikbaar. Want woningnood was er toen ook al. 

donderdag 29 juli 2021

Digitale facturen

 Grappige ;-) ervaring vanochtend: eerst verdiepte ik me voor een Europees project in de vraag waarom of we boeren toch allerlei facturen over laten typen, vooral als ze van die facturen nog wat meer willen vastleggen dan een geldsbedrag voor de boekhouding, Bv. omdat een certificeerder een materiaalbalans wil zien. Of voor wat management informatie. Stuitte op de liberale ICT visie van onze overheid: de markt kan dit beter en sneller zelf oppakken. Hoewel dat in de agro al 25 jaar niet van de grond komt want het collectieve belang is van iedereen en niemand. 

Na de koffie een paar overheden een factuur gestuurd voor wat advieswerk. Die overheden schrijven allerlei verschillende software voor (met omslachtige registratieprocedures), want dat mag alleen digitaal zodat hun administratie niet teveel kosten hoeft te maken. Kun je als grote partij lekker afdwingen. Het idee is blijkbaar dat als alle grotere partijen zo eisen stellen de startups het wel zullen oplossen. En zo nemen voor het mkb de transactiekosten niet af door ICT maar toe. #ergerlijk. 

woensdag 28 juli 2021

De geschiedenis van werk

Ik signaleer een recensie uit The Economist (24.7.2021) en daarmee een boek van Jan Lucassen: The Story of Work. Lucassen werkt in Amsterdam maar publiceerde zijn 544 pagina dikke boek bij Yale University Press.

Het boek beschrijft hoe het karakter van werk veranderde van de jager-verzamelaars tot nu. Er is eigenlijk door de eeuwen veel hetzelfde gebleven ondanks de toegenomen welvaart en vrije tijd. De economie zette aan tot specialisatie en handel om zo meer per eenheid arbeid te produceren. De werknemers blijven onderdeel van een systeem van politieke en economische instituties om dat te bereiken. Dat structureert het leven en de maatschappij.

En vandaar dat door de eeuwen heen de tijden van de jager-verzamelaars er idyllisch uit zien. Het werk was afwisselend, betekenisvol en leverde direct nut. De gemeenschap stond centraal want die deed het samen en eerlijke verdeling speelde daarin een grote rol. Voor het verzamelen van voedsel waren minder werkuren nodig dan tegenwoordig met een betaalde baan. Met de landbouw en daarna de steden is het allemaal veranderd. En toch ook verbeterd zou ik zeggen. 

maandag 26 juli 2021

Klaas komt - en wat er aan voorafging

 Afgelopen week las ik Een kleine geschiedenis van Amsterdam, een boek van Geert Mak uit 1994. De moeite waard. Mooie beschrijving van het ontstaan van Amsterdam, hoe de boeren de plek in het veen op het water bevochten in een ontginningsproces dat toch met redelijk wat zelfvoorziening zou zijn begonnen. En tegen het einde een mooie beschrijving van de provo-, kabouter- en krakers-bewegingen. En in de tijden ertussen veel immigratie, soms verval en ook weer de trek de stad uit. Maar die was tijdelijk, zo lijkt het. 

Met ook leerzame economische passages. Zoals rond de plek van het CS: het sloot de stad af van de haven en dat werd doorgedrukt door Thorbecke in Den Haag. De stad had liever de landzijde. Niet dat de haven er uiteindelijk veel last van had, die vernieuwde zich naar het oosten en vooral het westen. En hoewel watertransport goedkoop bleef, werd landtransport relatief goedkoper. Wat dat betreft was de keuze van het stadsbestuur voor de zuidkant nog niet zo gek. Het komt alsnog goed, na 150 jaar. 

Ook opvallend hoe de stad na de oorlog het economisch tij tegenhad: de belangrijke joodse stadsgenoten keerden niet terug uit de concentratiekampen, de traditionele industrie (metaal, textiel) verdween naar het buitenland en bovenal: Amsterdam was de aanvoerhaven vanuit de koloniën. Ook dat ging verloren. De industrie elders in het land (Rotterdamse petrochemie, Eindhoven) werd belangrijker. Amsterdam herpakte zich via cultuur en de (financiële) dienstverlening. 

zondag 25 juli 2021

Over FSDN in Sustainability

 Afgelopen woensdag hadden we op het EAAE congres een sessie over duurzaamheidsmeting: van private initiatieven en het voorstel van de Europese Commissie om het FADN om te vormen tot Farm Sustainability Data Network. Bij toeval publiceerde het blad Sustainability in de nacht erop volgend ons artikel over de kosten van zo''n FSDN en hoe die betaald kunnen worden door het bestaande net wat in omvang te verlagen - de landbouw is immers uniformer geworden en ze zijn in Brussel niet meer zo geinteresseerd in regionale data voor een Frans departement of een van de Duitse Lander. 

Dat het tegelijk uitkwam was overigens vooral te danken aan de hijgerige procedures van het blad. Ze zitten je constant in je nek omdat ze willen scoren met een korte doorlooptijd. Jonge PhD's die snel een artikel nodig hebben voor hun carrière letten daarop, en dat is ze ook het geld waard dat de auteur moet betalen bij Open Access. Er wordt ook geklaagd over te gemakkelijke reviews, maar die ervaring heb ik met dit artikel niet, 4 reviews van goede kwaliteit. Hier is het Open Access artikel. .

Efin, mooie ervaring in de strijd tussen marktgedreven OA journals, een oplossing van de staat (de EU zet een platform op) en de hybride vorm van de Community-based journals zoals Q Open. Vooralsnog hou ik het op die laatste.: goedkoper en zo hijgerig qua doorlooptijd hoeft het ook weer niet. Maar een principieel bezwaar tegen een marktgebaseerde oplossing heb ik ook weer niet ontdekt. 

zaterdag 24 juli 2021

Keynote slides EAAE Praag


En hier de slides die horen bij het key note paper dat een team o.l.v. Louise Fresco schreef voor het EAAE congres. Het paper deelde ik al eerder en de referentie staat ook in de slides. 

vrijdag 23 juli 2021

de onderzoeker en social media


 Alvast wat eigen werk vanuit het EAAE congres. Gisteren hadden we een sessie over publiceren van onderzoek met impact. Om de discussie te stimuleren maakte ik een presentatie over social media. Eerder al vertoond bij de AES in een vergelijkbaar seminar. Hier zijn de slides. 

dinsdag 20 juli 2021

EAAE Congres


 Deze week hier even geen posts, ik bedien me van Twitter. Vanaf het digitale EAAE congress 2021 dat vorig jaar in Praag had moeten plaats vinden. Vandaag al een paar interessante sessies en er komt nog meer.  Vandaar. 

zaterdag 17 juli 2021

de oorsprong der kalvermesterij

Food+Agribuiness wijdde vrijdag (16 juli) een paar pagina's aan de uitdagingen van de kalverhouderij. In een kadertje vroeg het blad zich af waaro de kalverhouderij groot is op de Veluwe, in het Oosten, met name rond Hardenberg en in het Zuiden rondom Baarle-Nassau. Daar bevinden zich de meeste grote kalverhandelaren en aanbieders van contracten. Met de Van Drie Groep als Europees marktleider, met een marktaandeel van 28%.Pali is de tweede. van Drie zou bijna de helft van de contracten aanbieden, Denkavit een kwart en de laatste kwart is verdeeld of verschillende spelers. Bij blankvlees is 10% vrije mester, zonder vast contract dus, bij rosé de helft. 

Van oorsprong hebben de drie kalverregio's kleine gemengede bedrijven op zand. Rond de Veluwe profiteert men van ijzerarm grondwater, goed voor het blanke vlees. Poederfabrikanten als Navobi, Alpuro en Denkavit ontwiddelden zich in deze regio's, waarbij de handel als katalysatore werkte. Daarbij valt al snel de naam van Jan van Drie. Typerend voor Baarle-Nassau en Hardenberg is dat ze tegen de grens aan ligeen en ook makkelijk vee importeerden. Waarschijnlijk waren het enkele ondernemers en handelaren die hier voor clustervorming hebben gezorgd, zo denkt het blad.

René Stevens: 'Krimp dreigt voor koploper in kalveren' in Food+Agribusiness, 16.7.2021

woensdag 14 juli 2021

bouwplanvernauwing

Laatste boekje uit het familiearchief. En wel het jubileumnummer uit de reeks Aspecten van de landbouw in de IJsselmeerpolders. Een uitgave van het consulentschap voor de akkerbouw en de ruindveehouderij in de IJsselmeerpolders en de Vereniging voor bedrijfsvoorlichting in de IJsselmeerpolders. Onder redactie van S. Zwanepol maakten zij exact 46 jaar geleden een uitgave omdat op 14 juli 1975 de Vereniging voor bedrijfsvoorlichting 25 jaar bestond. 

En dus keek men terug, want de ontwikkelingen waren spectaculair verlopen. De foto hiernaast geeft het bouwplan voor een akkerbouwbedrijf (van 50 ha zo leid ik af uit een voetnoot) voor begin en eind van die periode en voor 1960. In 1950 werden er 13 gewassen geteeld: wintertarwe, zomertarwe, zomergerst, haver, graszaad, vlas, lucerne, erwten, bonen, suikerbieten, voederbieten, aardappelen en grasland. Met de paarden vertrokken ook een aantal van de gewassen. In 1960 waren er nog 8 gewassen over. Geen zomergranen meer, geen graszaad, geen bonen en geen voederbieten.

In 1975 was het aantal gewassen geslonken tot 5: wintertarwe, haver, vlas, suikerbieten, aardappelen. Eerlijk gezegd verbaasden mij die haver en vlas, die waren bij ons thuis al lang weg en vervangen door uiten (en kruiden). 

Het aantal uren dat op zo'n bedrijf nodig was voor het werk daalde ook dramatisch: in 1950 ging het om 20.000 manuren (bij huidige maatstaven dus 10, toen vermoedelijk 7 fte), 2500 paardeuren en 800 trekkeruren. Tien jaar later was het aantal manuren teruggelopen naar 14.000 met nog 1700 paardeuren en 1200 trekkeruren. In 1975 was de hoeveelheid werk gehalveerd: nog 7.000 manuren waren er nodig en 2000 trekkeruren. De vermogensbehoefte steeg van 22.000 gulden op dit pachtbedrijf naar 300.000 gulden

Kortom in 25 jaar tijd was de economie van zo'n bedrijf volledig veranderd. Veranderingen die tot heden ten dage doorgaan. 

maandag 12 juli 2021

Wijkers

"In de landbouw vinden revolutionaire ontwikkelingen plaats, die voornamelijk worden veroorzaakt door het snel stijgende kostenpakket en daarvan met name de arbeidskosten. Deze arbeidskosten drukken zo zwaar op de bedrijven, dat gezocht is en wordt naar arbeidsbesparende methoden. Het gevolg hiervan is dat machines met steeds grotere kapaciteiten worden gebruikt en nieuwe teelttechnieken hun intrede doen. ook de ontwikkelingen bij de chemische onkruidbestrijding spelen hierbij een grote rol."
Dit is de eerste alinea uit de jaarlijkse uitgave Landbouw op weg, die sinds 1968 werd uitgegeven door de Provinciale directie voor de bedrijfsontwikkeling in Overijssel en de IJsselmeerpolders, de Vereniging voor bedrijfsvoorlichting in de IJsselmeerpolders en het Konsulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij in de IJsselmeerpolders. 
Deze ontwikkelingen zijn het best te realiseren op de zeer grote bedrijven, zo luidt de volgende zin van de inleiding in het boekje met de editie 1971. Daarna volgen er analyses over samenwerken, grotere eenheden in de akkerbouw, vollegrondsgroente op akkerbouwbedrijven, financiering van bedrijfsvergroting en bedrijfsovername (toen ook al), maar ook stukken over "Boeren op basis van bedrijfsbeëindiging" en aspecten van bedrijfsbeëindiging en beroepsovergang. En dat voor de ooit goed verkavelde IJsselmeerpolders. 
Dat laatste onderwerp las ik met bijzondere belangstelling. Het was de tijd van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds, en er was zowel beleid voor Blijvers als Wijkers. Het artikel zette de overheidsfaciliteiten voor de wijkers op een rijtje. De saneringsregeling van het O&S fonds vanaf 1971 gold voor boeren met een fiscaal inkomen dat gemiddeld laatste 3 jaar niet hoger mocht zijn geweest dan 15.000 gulden (of het laatste jaar daar onder lag) en jonger dan 65 jaar dan konden stoppende boeren van 50 jaar en ouder een maandelijkse uitkering aanvragen van 162 gulden per maand, en die liep op met 8 gulden per maand tot 264 gulden op 64jarige leeftijd. Verder was er een vergoeding ineens, afhankelijk van de omvang van het bedrijf, ook voor jongeren, van tussen de 5.000 en 20.000 gulden. En er kon nog een ha-toeslag worden toegekend. 
Wie van beroep wilde veranderen kon zich bij de Centra voor Vakopleiding laten omscholen waarbij men voor een tijdsduur van 17 - 92 weken (afhankelijk van het beroep) een loon kreeg uitbetaald. Wie een beroep koos waarvoor de centra geen opleiding boden, kon in een bedrijf worden opgeleid en kreeg ook dan alvast het CAO loon van die bedrijfstak. Verder was er een studiekostenregeling en kon het O&S fonds nog aanvullende bijdragen verstrekken, waar nodig voor een inkomensgarantie op basis van dagonderwijs. 
Tot slot: de Sociaal Economische Voorlichting stond klaar voor verder persoonlijk advies.

Donderdag spreek ik in Hilvarenbeek voor VABImpuls, een Brabants programma rond Vrijkomende Agrarische Bebouwing, dat ook ondernemers in verandering begeleidt. Vandaar mijn interesse. De alinea waarmee ik hier opende is dan wel van 1971 maar nog steeds actueel. Het instrumentarium is inmiddels wel wat aangepast en de terminologie van Wijkers en Saneringsfonds is natuurlijk veel te hard voor deze tijd. 

zaterdag 10 juli 2021

Landinrichting 1.0

De foto hiernaast nam ik van een boekje uit het fameuze familiearchief. Het is de voorpagina van een uitgave uit 1962 van de Stichting Onderzoekscentrum voor de Landbouw in de IJsselmeerpolders en de Landbouwvoorlichtingsienst voor de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland. Het originele kunstwerk passeerde ik zes jaar lang als ik terugkwam van de middelbare school. Het is een paneel op Gemaal Lovink in Hardersluis. Graan-voor-Visch heette dat in de Haarlemmermeer, dit lijkt meer op Aardappelen-voor-Vis. Overigens was die relatie helemaal niet zo harmonieus als hier gesuggereerd wordt, er is in de vissersplaatsen rond de Zuiderzee zeer gestreden voor behoud van de visserij, zeker ook in Harderwijk. De kringen om de benen van de visser die het waterpeil voorstellen, worden er meer als ketenen ervaren.

Enfin, het gaat me om de inhoud van het boekje. In de discussies rond de landbouw houd ik toehoorders wel eens voor dat deze polders staan voor een optimale inrichting van bedrijven en aantal boeren. En dat als je 2035 ziet als de NOP en we hebben pakweg nog 1.5 mln ha landbouwgrond, je dat dan optimaal zou inrichten met bedrijven van 300 ha, gezien de stand der techniek. Ofwel: 5000 boeren kunnen in dat beloofde land als je doorgaat op de huidige weg van voedselproductie voor de Europese markt (en het voldoen aan milieunormen). Dus wie er meer wil, moet er inkomen-genererende activiteiten in de publieke of private dienstverlening bij verzinnen, want de markt is keihard, die duwt via lage inkomens naar dat langetermijn evenwicht. 

Het boekje toont aan de ook de polders niet helemaal optimaal waren ingericht. Dat wist ik ook wel: onder druk van de Tweede Kamer werden bedrijven wat kleiner gehouden dan voor de toekomst optimaal wenselijk was. Dan konden er meer mensen uit het oude land worden uitgeplaatst naar het nieuwe land, dat hielp in de ruilverkavelingen en uitkoop voor woningbouw en industrie. De auteurs schetsen de bedrijfsopzet voor bedrijen van 30 ha en 45 ha akkerbouw. Die van 30 hadden duidelijk hogere bewerkingskosten (arbeid, machines, loonwerk) dan die van 45 ha, en waren dus niet optimaal. Maar via loonwerk of bij voorkeur samenwerking met buren in (werktuigen)combinaties was daar wel enigszins een mouw aan te passen. Zo'n combinatie gaf wel extra kans op onenigheid in de buurt, zo meldt een tabel. Misschien hielp het ook aan de sociale opbouw, maar dat wordt niet gemeld. 

vrijdag 9 juli 2021

Column: de buitenlandse rechter


Nog een column deze week: in Food & Agri besteed ik aandacht aan de rechtszaken die de MOBs en Urgenda's van deze wereld winnen om de overheid bij de les te houden. Dat gebeurt ook in het buitenland. Ook daar kunnen ze blijkbaar hun eigen milieu grenzen bewaken. Dus wie vindt dat we hier moeten produceren met emissie omdat dat goed is voor het buitenland is lekker bevoogdend, maar dat is dus niet nodig. De afruil tussen kaas en klimaat maken ze in Ierland zelf wel. Hier de column

donderdag 8 juli 2021

Column BoerEnBusiness over F2F


Voor BoerEnBusiness herlas ik het proefschrift van Frans Kriellaars uit 1965 en koppelde dat aan de noodzaak goed na te denken over beleidsinstrumenten voor de Farm-to-Fork strategie. Hier is de column.

woensdag 7 juli 2021

stikstof and all that

Het was hier rustig in de afgelopen 10 dagen omdat het elders druk was. Een van de boosdoeners was stikstof. Ik leverde wat economische cijfers aan voor het rapport van Erisman en Strootman: "Naar een ontspannen Nederland". We gebruiken dat rapport ook voor een notitie die op verzoek volgde op het manifest Regie op Ruimte. Dat kwam onverwachts in een eerste versie eerder in de media dan de bedoeling was en in dat leverde verwarring op, niet in de laatste plaats door het taalgebruik in de niet geautoriseerde samenvatting. Enfin de Transitiecoalitie heeft het allemaal uitgelegd en openbaar gemaakt. Waarna PBL nog met een rapport kwam, dat ook duidelijk maakte welke journalisten zoiets goed uitleggen en wie meer voor de commotie ging. En de protesten verliepen vandaag netjes, zo heb ik de indruk. Omdat de woordvoering bij anderen lag, bleef het hier dus even stil. maar morgen weer een echt stukje.