maandag 31 mei 2010

Water

The Economist had twee weken geleden een mooi survey over Water, een van de schaarse hulpbronnen van deze wereld. Overal ter wereld, en zeker buiten Europa, zijn en worden ondergrondse reservoirs (aquifers) op grote schaal geplunderd. Berucht zijn ervaringen in India en Pakistan waar energie (al was het maar marginaal geprijsd in de nachtelijke uren) soms gratis is en waterniveaus met meters per jaar zakken en water steeds giftiger wordt.
Landbouw is de grootste boosdoener. Irrigatie-economen van de Wereldbank wijzen er op dat water slecht geprijsd is: 10 -50% van de kosten van het draaiend houden van het irrigatiesysteem. En ook maar zo'n 10-50% van wat water waard is in termen van waterproductiviteit. De prijs moet dus eigenlijk een factor 4 - 100 omhoog. Dat gaat natuurlijk voorlopig niet lukken.
Er zal dus een mix van instrumenten moeten komen: naast beprijzen van watergebruik ook eigendomsrechten en handel daarin (net als CO2 rechten) en regulering met ge- en verboden.
Wat niet helpt, zo stelt het blad nog even, is de "virtual water footprint": het uitrekenen dat een appel 70 liter water kost, een liter melk 1000 liter water, een liter drinkwater minstens 2 liter, een kilo katoen 11.000 liter. Terecht wijst The Economist er op dat dit een misleidend concept is. Neem het voorbeeld van de 2400 liter water voor een hamburger en 15.500 voor een kg rundvlees. Dat mag niet de indruk oproepen dat het eten van rundvlees een gewetensloze actie is. Veel koeien worden voor de melk gehouden. Anderen grazen op grasland en gronden die niet voor andere gewassen geschikt zijn. En in Afrika kun je een kilo rundvlees produceren voor maar 146 liter water, minder dan 1% van het veel gequote cijfer hierboven.

Waar dan uit volgt dat beprijzen (het internaliseren van externe effecten) een slimmer idee is dan regulering of op verkeerde inzichten je consumptiepatroon aanpassen. Het lijkt het CO2 debat rond vlees wel. En bovenal is dus handel van belang. Zo zou Europa, waar de rivieren nog heel veel water naar de zee brengen, zich kunnen specialiseren op water-intensieve gewassen (aardappelen, groentes, melk?) en drogere gebieden op minder water-afhankelijke (granen?). Wie lokaal consumeren voorschrijft verergert het probleem.

The Economist: For want of a drink - a special report on Water. May 22nd 2010

zondag 30 mei 2010

schaalvergroting leidt tot zelforganisatie

Een gezellig feestje in Flevoland levert altijd weer wat nuttige praktijkkennis op. Dat schaalvergroting in de landbouw behoorlijk doorzet wisten we al. Wat ik ook wel wist is dat het effect heeft op de grondprijzen: een blok van 100 ha levert meer geld per ha op dan een kavel van 30 of 40 ha omdat er meer vraag is (van elders uitgekochte boeren) naar die 100 ha dan van de buren naar die 30 of 40. Daarmee trekt die blok van 100 ha iets van de 'rent' van de schaalvergroting naar zich toe.
Dat is op zich al een tikje bijzonder, hoewel niet nieuw, verschijnsel. Veelal was het juist de buurman die een hoge marginale biedprijs had en was een heel bedrijf een hele dure affaire, zodat de 40 ha eerder werd opgesplitst over twee buren in 2 keer 20 ha. Maar blijkbaar zit er door het uitkopen van bedrijven door projectontwikkelaars of de overheid, samen met de schaalvoordelen, zoveel geld in de markt dat grote blokken een premium doen.
En het echt nieuwe dat ik leerde is dat dit tot zelforganisatie leidt: boeren die naast elkaar wonen en alle twee of drie wel een keer willen stoppen bij gebrek aan een opvolger (of om andere reden) bieden hun bedrijven in een keer te koop aan om die grote-oppervlakte-premie te incasseren. Zij kennen elkaar situatie, besparen ook nog op de transactiekosten van de makelaar en verkopen gezamenlijk. Marktwerking in optima forma.

Foodlog buigt zich over mest

Een regenachtige zondagmiddag was er vroeger voor een spelletje Monopoly of de postzegelverzameling. Hedetendage blogt men op foodlog.

Alpenboeren

Nog een laatste notitie uit Simon Schama's Landscape and Memories: het verhaal van de Helvetische vrijheidsmythe en de rol van de Alpenboeren. Schama beschrijft hoe in de 18e eeuwse Verlichting het beeld werd gevormd van Alpenboer en zijn directe democratie op de almen van Glarus en Appenzell.
De basistekst was het lange gedicht Die Alpen van Albrecht von Haller, een wiskundeprofessor uit Gottingen (D) die in Bern was geboren en zich ook nog met tal van andere zaken bezig hield. Zoals zoveel wetenschappers in die tijd. Toen zijn gedicht in 1732 uitkwam werd het vrij snel in allerlei talen vertaald en het beleefde vele herdrukken.
Schama: "Die Alpen was het resultaat van een lange reis die hij maakte met Johannes Gesner, een collega-wiskundige uit Zurich. In zijn zwoegende metrum schetste Haller een beeld van de geduchte Alpenboer dat onuitwisbaar zou blijken. De gezegende barriere van zijn bergen beschermde hem tegen de hebzucht, mode en luxe van de laaglanden, hij dronk het koude, heldere water dat uit bergbeken strommde en inhaleerde de zuivere Alpenlucht die onaangetast was door de stinkende walm van het stadsleven. Zijn habitat voorzag hem van voedsel: de melk van geiten en koeien, de vruchten en kruiden van de hooggelegen boomgaarden. Zijn woning was een rustieke houten chalet, zijn kleren waren gemaakt van de huiden van bergdieren. Zijn behoeften waren eenvoudig, zijn taal eerlijk en economisch, zijn zeden genadig vrij van stadse losbandigheid. Hij werd geleid door de wetten van de natuur, niet door de nalatenschap van Rome. Hij was gezegend!

De fantasie van Haller zette zich onmiddelijk vast in de verbeelding van de Europese cultuur en is eigenlijk nooit meer zijn invloed kwijt geraakt. Net zoals de bewoners van Tahiti de ware minnaars werden en de clans van Corsica de ware krijgers, gebonden aan een erecode, werden de veehoeders van de Alpen veranderd in de ware primitieve democraten. Eigenlijk waren ze alles wat verlicht Europa niet was: vroom in plaats van gevat; fanatiek gehecht aan democratisch provincialisme in plaats van geregeerd door een centraliseerde bureaucratische monarchie; hardnekkig traditioneel in plaats van op jacht naar nieuwigheden. Het deed er niet toe dat de kopstukken op de academies en universiteiten van Geneve en Zurich dolgraag geaccepteerd wilden worden door hun collega's in Parijs en Berlijn en zich ergerden aan het stoffige parochialisme dat ze opgedrongen kregen [...]. Het gaf zelfs niet dat oplettende Europese reizigers, als ze goed naar de bewoners van de Alpendorpen keken, ellendig verarmde boeren zagen (zoals ze vaak noteerden in hun dagboeken en brieven), die er soms zo slecht aan toe waren dat ze, zoals in het geval van de dorpelingen van de Arve bijvoorbeeld, op gemzen joegen of aan de wanden van grotten krabden voor de kwartskristallen die ze verkochten aan handelaars als decoratie voor schoengespen en snuifdozen. En wat betreft die veelgeroemde heilzaamheid van de Alpen: wie met een onbevooroordeeld oog keek, zag het vreemde verschijnsel van kroppen en uitgroeisels aan de keel die onverklaarbaar veel voor leken te komen in bergdorpen, net als een verdachte concentratie van zwakzinnigen. Maar hoeveel er ook over geschreven werd, was de idioot met een gezwel niet het portret van de Alpenzwitser dat onmiddelijk voor de geest kwam wanneer gentianen en Wilhelm Tell ter sprake kwamen boven de proseleinen kopjes chocolademelk in de Parijse salons."
Daar regeerde Rousseau, die overigen uit Geneve kwam. Enfin zie het boek voor de rest van de geschiedenis, die aanleiding gaf tot bergbeklimmingen en een hele wintersportindustrie. De moraal: sommige verhalen zeggen vooral wat over degene die ze wil horen.

zaterdag 29 mei 2010

Over bossen en opvattingen in het GLB

Landschappen zijn cultuur voor ze natuur zijn; constructies van de verbeelding, geprojecteerd op bos, water en rots. Dat is de betoog van het boek Landschap en herinnering van Simon Schama, waarvan ik dinsdag aankondigde wat opmerkelijke passages te noteren.
Zoals het verhaal over het bos en de marine, dat institutioneel economische aspecten heeft en verdacht veel lijkt op de sentimenten in het huidige landbouwbeleid.
In Engeland waren de koninklijke families, ook de Tudors en de Stuarts sinds mensenheugenis eigenaar van de bossen. Het bos was koninklijk bezit. Maar ze waren niet echt in staat die macht waar te maken en in de loop der eeuwen was de echte economische macht over de bossen en hun hout afgestaan aan handelaren en aristocratische grootgrondbezitters. In een tijd waarin de marine qua tonnage verviervoudigde, incasseerden deze particulieren de winst van de stijgende houtprijzen. Karel II werd wel geadviseerd hier iets aan te doen maar de Engelse kroon was bezig pragmatisch afstand te doen van de leiding van het land. Charles negeerde het advies. Driehonderd jaar later, in 1963, zei Generaal De Gaulle: Engeland handelt, het beboert niet (Britain trades, it doesn't farm).

Dat in tegenstelling tot de Fransen. Ook daar was in de middeleeuwen het bos in naam in bezit van de koning. Maar in werkelijkheid waren het aristocratische families die de bosinkomsten gebruiken om godsdienstoorlogen te voeren. Slechts de kroondomeinen van Fontainebleau en Compiegne werden gespaard voor de jacht, de rest werd geplunderd van eiken en beuken in de religie-twisten van de 16e eeuw. In de jaren 60 van de 17e eeuw werd het tijd om de zaak te hervormen. Wie anders dan Jean-Baptiste Colbert sprak tegen Lodewijk de XIV de historische woorden: La France perira, faute de bois (Frankrijk zal ten ondergaan door gebrek aan hout). Dat advies was niet anders dan aan de andere kant van het Kanaal - het effect wel.

En de Hollanders? Ons land mag dan naar hout genoemd zijn, dat was er nauwelijks. Maar de Republiek der Nederlanden was rijk genoeg (en door de Amsterdamse Wisselbank hadden we hier eeuwen de laagste rente ter wereld) om voorraden Baltisch hout te monopoliseren. Jaren voor de kap werden complete bossen opgekocht en kon men die uit laten groeien tot kwaliteitshout zoals lange masten. Daar kwam nog een systeem van geprefabriceerde bouw op de Hollandse en Zeeuwse werven bij. Door deze assemblagetechniek kostte een schip een derde van zijn Engelse tegenstander en was in de helft van de tijd gebouwd. Geen wonder dat Michiel de Ruijter in de tweede Engelse zeeoorlog tussen 1664 en 1667 de Medway op kon varen, de Engelse vloot in brand kon steken en the Royal Charles als trofee naar Amsterdam sleepte.

Sommige zaken hebben een lange geschiedenis

Ketens en netwerken

De vrijdagmiddag bracht ik door op het ketencongres in Wageningen. Een boeiende sessie over de financiering van innovatie en het gat dat er vaak valt (valley of death) tussen de opstartfase van onderzoeksubsidies en 'angel-money' (van familie en filantropen) en de fase van de venture-capitalists en beursintroductie (of een andere exit-strategie).
Een fondsmanager legde nog eens even uit dat hij geen geld stak in mensen die steeds weer iets nieuws uitvinden. Uitvindingen genoeg - wat schaars is zijn mensen die een uitvinding kunnen omzetten in een prototype en dat in een productieproces en daarna in een marktintroductie. En een venturefund werkt alleen maar als er ook een ondernemer met gelijke ervaring de leiding heeft. Niet als een bank of de overheid dat gaat doen, die mogen alleen maar mee doen.

Verder mocht ik nog een sessie voorzitten met een aantal papers over wetgeving en concurrentiekracht. Over foodlaw, GMO en antibiotica. Sommige uit ons eigen onderzoeksteam. Het laatste paper van de middag toonde aan dat we onze varkenshouders vragen netjes het antibioticagebruik te noteren en aan de slachterij door te geven, maar dat als je daar niet (met sancties) op controleert er geen juiste informatie wordt verstrekt  Misschien wel omdat men bang is bij opgave van gebruik extra gecontroleerd en eventueel gekort te worden. Of puur omdat men vergeetachtig is en bij twijfel maar meldt dat er niets gebruikt is.
Hetgeen een Deense hoogleraar van Griekse origine tot de retorische vraag verleidde wat het verschil is tussen Griekse politici en de Nederlandse varkenshouders. Ik was net niet alert genoeg om af te concluderen dat het voor wetenschappers toch mooi is om te zien dat gedrag zo universeel is, dan heeft het ook zin om van de ene situatie te leren voor de andere.
Dat wetende is er ruimte voor meer aandacht voor risico-analyse in het ontwerpen van administratieve procedures.

vrijdag 28 mei 2010

China in de Wetstraat

De NS krijgt in dit land van veel de schuld, en dus ook van het feit dat er gisteren hier geen blog was. Ik was even naar Brussel voor een seminar van enkele onderzoeksprojecten over de ontwikkelingen in de landbouw in China resp. India en wat dat voor de EU zou kunnen betekenen.
Met het oog op tijdgebrek nam ik heen de Thalys. Nu met 300 km per uur door de Hoekse Waard, uit een ooghoek zag ik in een glimp enkele mij bekende akkerbouwpercelen. In een half uur ben je van Rotterdam naar Antwerpen. Daarna kwam er vertraging, zodat ik er uiteindelijk net zo lang over deed dan met de gewone internationale trein, die zich met de naam Hi Speed afficheert.
Ten onrechte bleek op de terugweg. De trein van kwart over zeven kwam voor Mechelen tot stilstand door brand in een coupe. Na enige tijd stil staan mochten we stapvoets naar Mechelen. Tijd voor een snelle kop koffie en daarna de volgende trein. Maar met de malheur en Malines waren we er niet. Tussen Antwerpen en de Nederlandse grens kwam ook die volle trein tot stilstand. Nu omdat de brandweer twee auto's uit elkaar moest trekken die de spoorwegovergang hadden uitgekozen voor een fikse aanrijding. Met middernacht was ik weer op Den Haag CS.

China
Enfin, daar heeft de lezer weinig aan. Misschien wel aan een korte impressie van de Chinese agro-ontwikkeling. Die is stormachtig geweest, dankzij institutionele hervormingen zodat de boer weer baas op eigen bedrijfje werd. Maar inmiddels is het met de Chinese boeren net zo als met hun Amerikaanse collega's: hun gezinnen verdienen meer geld van buiten de landbouw dan van het eigen bedrijf - waar vooral vrouw en kinderen het werk doen. Manlief zit in de industrie of de mijnen, ter plaatse of aan de kust.
Interessant was dat een Chinese collega wees op de zeer hoge spaarquote in de afgelopen 15 jaar. Chinezen sparen, juist ook op het platteland. Wellicht gebrek aan investeringsmogelijkheden (toen in Nederland de Boerenleenbanken tot stand kwamen was hun grootste succes ook niet om geld te investeren, maar de besparingen naar de kapitaalmarkt te geleiden via het spaarbankboekje). Maar vooral ook door de huwelijksmarkt: de 1-kindpolitiek heeft geleid tot een tekort aan vrouwen (abortus vindt selectief plaats) en wie er dus een vrouw aan de haak wil slaan, moet een groot huis met alle gemakken kunnen bieden. Hier dreigt dus consumptieve aanwending van het gespaarde kapitaal.

Groente en Vlees
Als we de wereld in 1 keer in zouden richten alsof het het drooggevallen Flevoland was, dan zouden we wellicht de soya in Brazilie telen, er daar vlees van maken en de geslachte varkens naar Europa en China sturen (met de duurdere delen naar Europa en de laagwaardiger naar China). Maar in die situatie verkeren we niet. China is in het stadium van de Peel in de vijftiger jaren: het is aantrekkelijk de kleine boeren over te laten schakelen op intensieve groenteteelt en varkenshouderij. Zo kunnen ze een inkomen verdienen en anders moeten ze naar de stad vertrekken. Het varken is dus een transfermechanisme voor inkomen van de stad naar het platteland.
Daarmee is het ook duidelijk dat het de politiek is die invloed heeft en blijft houden op de handelsstromen. China liberaliseert steeds meer producten en nu komen ook de voergranen in beeld om overgelaten te worden aan de wereldmarkt. Maar voor de belangrijkste gewassen als rijst en tarwe ligt dat niet voor de hand, zo schatte de expert. Qua transportkosten ligt Europa vaak dichter bij de kust van China (ook omdat er veel boten ballast zoeken als ze terugvaren voor nieuwe containers met PCs en textiel) dan het chinese binnenland. Maar massale werkeloosheid of zeer lage inkomens in die binnenlanden (met soms ook minderheidsvolken), dat risico gaat men voorlopig niet lopen.

Wie meer wil weten over het onderzoeksproject: http://www.catsei.org/ 
En wie dat over India wil volgen: http://www.tapsim.eu/

woensdag 26 mei 2010

struviet

Je bent nooit te oud om wat te leren. Vandaag was dat het woord Struviet. Blijkt een minerale meststof te zijn, naar ik van de wiki begrijp ammoniummagnesiumfosfaat. Weet ik weer waarom ik scheikunde op de middelbare school snel heb laten vallen.
Een workshop van LNV's Innovatienetwerk bracht me op het architectuurpark Makeblijde in Houten, ook een mooie innovatie. Men had een groot aantal innovatoren samengebracht die zich bezig houden met het maken van producten uit mest. Twee zaken werden al weer heel snel duidelijk: innovatie is ook in dit geval niet zozeer een technische opgave maar een organisatorische. De invisible hand van de markt werkt alleen doordat veel mensen zich de moeite getroosten om laagwaardige restproducten van het ene proces te upcyclen in het productieproces van een ander. Dat vraagt om passen en meten, waarbij samenwerking, schaalgrootte, constante levering van materiaal volgens specificaties etc. een grote rol speelt.
De tweede is dat de overheid markten maakt en afschermt. Markten voor afval, mest, kunstmestvervangers en kunstmest zijn gescheiden en kennen hun eigen regels. Daarmee kun je de afzet van producten uit mest dus ook sturen. Zo is het struviet een gewild product voor bv bemesting van golfbanen zo legde iemand me uit.

De makers van dergelijke producten uit mest zouden wel een gemakkelijkere, ruimere toepassing willen zien - wettelijk mogelijk gemaakt wordt dan vooral bedoeld. Daarmee zou de wereld een stukje duurzamer worden: struviet op de golfbaan in plaats van kunstmest uit aardgas. De tegenstanders waren er niet, maar ik kan me voorstellen dat die zo'n afzet zien als het ondersteunen van de intensieve veehouderij, die men op zich zelf als onduurzaam ziet.
Dat roept dus een interessante onderzoeksvraag op, waar een student of onderzoeker zich nog eens over zou kunnen buigen. Welke wereld is duurzamer, die waarbij we in NL zeer efficient vlees produceren met geimporteerde voeders en de mest gebruiken voor bemesting van Nederlandse gronden (golfbanen of akkerbouw) en zo de kringloop sluiten? Of die waarbij we het vlees uit Brazilie importeren (of dat de Duitsers laten doen) en onze (golfbaan)gronden bemesten met kunstmest uit aardgas?
Economen gaan dan al snel op zoek naar een systeem waarin je dat niet hoeft uit te rekenen maar waarbij alle kosten in de prijzen zitten, dan zoekt de invisible hand het zelf wel uit. Onzichtbaar maar effectief. Wat lastig is omdat we niet op een eiland zitten. En dus houd ik me ook voor het antwoord op de onderzoeksvraag aanbevolen.

dinsdag 25 mei 2010

London Zoo

"Voedertijd, elke vrijdag, was ook een populaire attractie. Levende witte muizen en konijen werden aan de boa gevoerd onder het oog van bewonderende massa's die voor een groot deel uit Victoriaanse kinderen bestonden. Er waren mensen die (zoals Dickens) ontzet waren door het publieke vermaak en dat ook meldden in brieven aan The Times. Minder sentimentele mensen antwoordden dat het hypocriet was om te klagen over natuurlijke roofdieren, terwijl de mens zichzelf nog steeds vetmestte met dierlijk vlees [..]"
Deze passage over de eerste grote dierentuin in Londen, the Zoo, een verschijnsel mogelijk gemaakt door de 3e industriele golf met staal en glas, komt uit het fraaie boek van Simon Schama "Landschap en herinnering / Landscape and memories". Het boek is al meer dan 15 jaar oud, maar het kwam er bij mij maar niet van het te lezen. Bij vlagen las ik afgelopen jaar de 600 pagina's in de paperback uitvoering.
Een geweldige ideeengeschiedenis over hoe de mens tegen landschap aankeek (en kijkt) en er mee omging. Over de rages van tuinen en watervallen, over de mystiek van bos en over de opkomst van het bergbeklimmen. En dus over het idee de verre natuur dichtbij te halen en aapjes te gaan kijken. Komende dagen nog wat passages die me troffen (als bruikbaar).

maandag 24 mei 2010

Derde Pinksterdag

2e Pinksterdag - voor velen een dag voor (pop)festivals en tuincentra. En morgen hier en daar nog 3e Pinksterdag: op Walcheren wordt het nog op vier plaatsen gevierd met een dagje ringrijden.
Dat gaat allemaal terug op 1414, zo lees ik op de Belvedere scheurkalender voor vandaag. Toen werden de eerste, tweede en derde Pinksterdag tot christelijke feestdag bestemd, waarop niet werd gewerkt. Van 813 tot 1414 gold dat voor het begin van de Heilige Geestweek, een week eerder dus. En daarvoor, toen de zending in Europa zelf nog wat voorstelde, was de hele week voor Pinksteren arbeidsloos. Met 600 jaar tweede Pinksterdag (in veel Europese landen een gewone werkdag) en zelfs hier en daar dus derde Pinksterdag zullen de pleidooien om dit om te ruilen met het Suikerfeest wel toenemen. Vanaf 2014?

zondag 23 mei 2010

Intellectuele stijlen als regime

Wetenschappers uit verschillende landen hebben verschillende stijlen van denken en wetenschapsfilosofie. Dat idee van verschillende regimes in de intellectuele stijl werd eerder deze week door Stefan Kuhlmann uiteengezet in zijn toespraak bij de doop van het Transitieboek van Schot, Rotmans en Grin.
Hij citeert Johan Galtung, die zo'n dertig jaar geleden vier stijlen karakteriseerde. De Teutonische stijl die uitgaat van een paradigma, een piramide van concepten waaruit nieuwe inzichten moeten worden afgeleid. Liefst nog met een contradictie zoals Marx' arbeid en kaptiaal. Een Gedankennotwendigkeit met als typische vraag: Wie konnen Sie das ableiten?

De Saxonische stijl heeft niets met zo'n pyramide. Liever laags bij de grond theoretiseren met hypotheses afgeleid uit de praktijk. Typische vraag: how do you operationlalise and document this?
De Gallische stijl is dialectisch: men neme twee op het eerste gezicht onverzoenbare posities in de theorie en met fraai taal gebruik probeer je die kloof te overbruggen. Peut-on dire a bon francais?
In de Nipponische stijl (Japan was hot, dertig jaar geleden) gaat het om de solidariteit tussen de wetenschappers die bij elkaar gehouden wordt door gevestigde namen. Waarbij men zich richt op empirische hypothesen. Typische vraag: who is your master?
En wij Nederlanders? Volgens Galtung zijn wij onder de invloed van de eerste drie -simply too much. Zie hier de link naar de tekst van Kuhlmann

zaterdag 22 mei 2010

lijstje: 10 tips voor slimme sturing

Over transities gesproken: Caroline van Leenders schreef een boekje met tien tips voor slimme sturing. Zie ook de website van dezelfde naam.
1 - Leef in parallelle werelden
2 - Start ondergronds
3 - Blik op de toekomst, voeten op de grond
4 - Breng samen en verbind
5 - Laat ideeën gaan
6 - Gebruik die procedures!
7 - Haak aan
8 - Draai ’t om
9 - De tangconstructie
10 - Geef ’t tijd

Caroline van Leenders: tien tips voor slimme sturing. Nieuw Akademia. Ook te downloaden of  te bestellen via de website

vrijdag 21 mei 2010

onderzoek en -wijs

Enige tijd geleden publiceerde het blad Syscope een nieuwe uitgave. Over de relatie onderzoek - onderwijs. En dus wijdde ik daar ook mijn column aan. Het staat nu online.

donderdag 20 mei 2010

Transitiedag

Dinsdag was transitiedag. Het begon aan de lunch waar LNV-ambtenaren door sprekers van de VU-IVM en het LEI werden bijgepraat over onderzoek naar wat je zou moeten doen als je consumenten wil na laten denken over hun vleesconsumptie - en het feit dat die afgelopen 50 jaar enorm gestegen is en milieuonvriendelijk is.

In ieder geval in doelgroepen denken zo was het advies. Zoals de groep die al een aantal keren per week geen vlees eet en dus wellicht te verleiden is tot nog frequnter verbruik van diervrij eiwit (v/h vleesvervangers). Of door gemakkelijke hybrideproducten. In ieder geval vermoedelijk niet door de traditionele gehaktbaleter tot vegetarier te bekeren.

En in de avond was ik sinds tijden weer eens in Amserdam. Bij de KNAW op de Kloveniersburgwal, dat is vlak bij de Waag op de Nieuwmarkt. Via een mooie wandeling van CS over de Zeedijk, die een transitie naar Chinatown heeft ondergaan. Aanleiding was de lancering van een boekserie van transitiehoogleraren Rotmans, Schot en Grin. Het transitiewereldje was er in grote getale op afgekomen, er waren zelfs enkele Wageningers. Mooie kernpresentaties van de auteurs, waarbij Rotmans constateerde dat machtsissues pas na verloop van tijd zijn ontdekt als belangrijk topic. Een conclusie die in de energietransitie en vorig jaar in ons boek over de landbouwtransitie ook getrokken werd. Ook typisch Nederlands om het bestaan van macht te ontkennen.

Ook enkele leuke co-refernties waarbij EUR milieuhoogleraar Wim Hafkamp de auteurs confronteerde met zijn inzicht dat met dit boek de theorieboom wel erg vol gehangen is, en dat er komende jaren weer een tijdje gesnoeid moet worden. Hij kreeg van een van de auteurs nog gelijk ook.

Het debat liep uit op een discussie over wat dit land nu te doen staat in de transitie naar duurzame energie. Die zou geannexeerd zijn door de grote spelers, alleen Eneco denkt wat decentraal en boeren zijn al 6 jaar bezig om mais en mest te mogen mengen voor teruglevering aan het net. In Duitsland zou het allemaal beter geregeld zijn met de zonnepanelen en het feed in tarief. Met toch verwachtingen dat het aan de politiek is wat te doen.

Ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat nog al wat aanwezigen precies wisten wat duurzame energie is, terwijl m.i. de ontwikkelingen van de afgelopen 5 jaar juist uitwijzen dat dat deel van de zoektocht is. Hoe duurzaam zijn die zwaar gesubsideerde zonnepanelen die in de Sahara of Spanje zouden moeten staan in plaats van in Sachsen, is bio-ethanol wel zo duurzaam als het de maisprijs in Mexico beinvloedt, is er een kans dat de EU biobrandstoffen bijmenging tot houtkap in Brazilie leidt, is kernenergie niet ook duurzaam, hou je met mestvergisting geen onduurzame landbouwactiviteiten in stand etc etc. Tranistie is meer een zoektocht dan een ontwerpopgave waarbij dit soort nieuwe gezichtspunten met nieuwe spelers essentieel is.

Enfin, dat zijn discussies voor het blog op de website dat bij de boekenserie is gelanceerd: http://www.sustainabilitytransitions.com/ Mede om de boeken te promoten want die zijn erg goedkoop, de hele serie kost evenveel als een goed academisch boek. Ter plekke was de voorraad ook in mum van tijd uitverkocht. Bestellen dus maar.

woensdag 19 mei 2010

Plannen voor 2050

Hoe neem je beslissingen over de infrastructuur, bv. van het Zuidwesten, voor 2050 als je nog niet weet hoe de landbouw er dan uit ziet.
Die vraag behandel ik in mijn column op Ziezo.biz van deze week.
Leek me wel een aardig onderwerp voor mijn 25ste.

En de Deltavereniging (i.o.) zoekt via LinkedIn nog steeds je steun!
Op de foto een zeer oude, gerestaureerde, uitwateringssluis bij Westdorpe.

dinsdag 18 mei 2010

koud, kaal en lelijk

Er blijkt in Nederland een Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC - niet te verwarren met de Vereniging NL China) te bestaan. Als er nu een typisch Nederlands cultuurlandschap is, dan is dat dat van de Nederlandse polders. En niet in de laatste plaats dat van Flevoland.
Niet iedereen vindt dat mooi. Sommigen vinden het te leeg, te rechtlijnig. Dat mag. Over de schilderijen van Mondriaan (die overigens met dat cultuurlandschap geassocieerd worden) verschillen de meningen ook. Sommigen hebben liever Ruysdael of Koekoek.
Maar enige sympathie van die VNC voor zo'n cultureel erfgoed zou je verwachten.

Niets van dat alles. De VNC is een actie Nederland van de Kaart gestart en classificeert Flevoland als "koud, kaal en lelijk". "Er moeten hommels zoemen en bijtjes vliegen", vindt VNC voorzitter Dirkmaat. "Ik neem geen genoegen met een kale steppe. Dat zouden mensen die daar wonen ook niet moeten doen."

Als oud-inwoner, getogen in Flevoland, neem ik het gaarne even voor de provincie op. In de beginjaren was het wellicht een tikje kaal, en dat had ook zijn charme. Nu is het een uniek cultuurlandschap met internationale allure. Met natuurgebieden en bossen overigens. Moet dat het ook al afleggen tegen het beeld van de romantische rietgedekte joghurtpakken buitenromantiek? 
Het VNC lijkt me op zijn minst de weg kwijt, vermoedelijk zelfs geheel Van de kaart. Terecht heeft de provincie Flevoland het rapport geweigerd in ontvangst te nemen. Die hebben serieusere dingen te doen.

maandag 17 mei 2010

Rationele optimist


En nog een boekbesrpeking uit hetzelfde blad: Matt Riddley schreef The Rational Optimist: how prosperity evolves. Als een soort krusing tussen Adam Smit en Charles Darwin laat Riddley zien dat de mens de enige diersoort is die aan innovatie doet. Werktuigen gebruiken sommige dieren ook, en specialisatie kennen de mieren ook. Maar innovatie kent alleen de mens. En zelfs zo goed dat de 9 miljard mensen prima te voeden zijn, met minder land en meer natuur. En met Afrika gaat het in 2100 goed. Aldus Riddley (die we nog kennen als voorzitter van de Raad van Commissarissen van Nothern Rock, een Engelse bank die snel ter ziele ging in deze crisis)
Het boek is daarmee een opvolger van Julian Simon's It's getting better all the time. Simon was de man die dertig jaar geleden de weddenschap aanging met Paul Erdlich dat de prijs van welke 5 commodities dan ook in de komende tien jaar zou dalen. En Erdlich mocht de grondstoffen kiezen. Een weddenschap die gemakkelijk werd gewonnen.
Dit boek is volgens The Economist wel een beetje een omgevallen boekenkast van statistieken en zelfs dit liberale blad vindt dat het te negatief is over de overheid: markten kunnen falen, en overheden doen ook wel eens wat goeds. Maar verder alle lof. En dit wordt de eeuw van de bottom-up world. Goed voor innovatie ook.

The Economist: Innovation in history - getting better all the time 15.5.2010

de geplunderde planeet

Econoom Paul Collier publiceerde bij Oxford University Press: The Plundered Planet: why we must - and how we can - manage nature for global prosperity. Hij schreef eerder over het onderste miljard mensen (the Bottom Billion) en nu dus over beheer van resources. The Economist beveelt het aan en ik geef het maar even door. Weten we weer wat we in de boekwinkel of bij Amazon moeten kopen.

zondag 16 mei 2010

ontwikkelingsrechten in China

China houdt zich van oudsher zeer bezig met de vraag of het zijn bevolking kan voeden. En heeft daarom een streep getrokken bij 120 miljoen ha akkerbouwgrond. Minder mag het niet worden - maar die grens komt wel in zicht. Herinneringen aan de grote hongersnood (miljoenen doden) van 1959 - 1961 zijn blijkbaar een argument om niet teveel van import afhankelijk te zijn.
Uit een verhaal in The Economist blijkt dat China nu bezig is een geavanceerde economische methodiek in te zetten om landbouwgrond in stand te houden, of zelfs 'bij te maken'.  Namelijk het systeem dat in de VS bekend staat als Transfer of Development Rights. Daarbij handel je in ontwikkelings- (lees: bouw) rechten. Vooral handig als in principe iedereen het recht heeft op zijn land bebouwing te realiseren en je wil dat er geconcentreerd met hoge dichtheden wordt gebouwd (omdat dat positieve externe effecten heeft op milieu of besparen open ruimte).
Dan verplicht je projectontwikkelaars om ontwikkelingsrechten te kopen van grondeigenaren. Wie zijn rechten van een bepaalde ha. afsplitst en verkoopt mag op die ha nooit meer bebouwen (een soort erfdienstbaarheid ontstaat). Daarnaast ligt het voor de hand nog steeds een ruimtelijke ordeningplan te hebben, zodat je een 'sending area' en een 'receiving area' hebt. Voordeel is dan dat de waarde van het ontwikkelingsrecht terecht komt bij alle potentiele verkopers (boeren) en niet bij de gelukkigen die vlak bij de stad wonen.
[In Nederland heeft het LEI voor Limburg hier in 2004 ook studie naar gedaan, maar is het nooit ingevoerd; overigens zijn er bij ons fiscale (en natuurlijk speculatieve) mechanismes waardoor de winst uit verkoop van impliciete ontwikkelingsrechten deels weer doorgegeven wordt aan andere boeren, maar je houdt de speculatiemechanismes]
Enfin de Chinezen proberen dat nu in Chongqing uit - die zijn Limburg ver vooruit. Dorpen krijgen land-tickets, dipiao. Dorpen die verkopen, slopen in het landschap staande boerenhuizen en -hutjes, en huisvesten de bewoners centraal in de dorpen, zo mogelijk in flats. Of ze vertrekken naar de stad. Daarmee wordt er landbouwgrond (in grotere percelen) bijgemaakt want de erfjes verdwijnen.
Het systeem kan nog een behoorlijke bron van efficiencywinst worden als ook het hukou registratie systeem verdwijnt, dat mensen indeelt in agrarisch en stedelijk (daarover ging eigenlijk het Economist artikel). Die indeling hangt vooral af van het grijze verleden en zegt niets over waar je woont of werkt. Maar zorgt ervoor dat mensen in de steden met het certificaat 'agrarisch' veel minder rechten in onderwijs en gezondheidszorg hebben. Ze houden dus banden met het dorp (van hun moeder bv.) waar ze ook hun grond en huisje niet kunnen verzilveren. Als je dat los zou laten neemt de welvaart nog enorm toe. En de vraag naar grondstoffen.

The Economist: Migration in China 8.5.2010

zaterdag 15 mei 2010

Diervrij Eiwitproduct

Jammer dat de merknaam Viandel al bestaat anders konden we het in gebruik nemen als vervangende term voor vleesvervangers, zo betoogde ik in een post op LinkedIn waar een zoektocht is gestart naar zo'n term. Vlees Immitatie Aangepast Naar Duurzaam En Lekker, voor wie vindt dat het een afkorting moet zijn. Nu geef ik Diervrij Eiwitproduct de meeste kans.

Conditions will moderate

Bij het verjaardagsfeestje van Wageningen sprak prof. Robbert Dijkgraaf (KNAW) een interessante rede uit, die nu in druk is verschenen. Ik kan niet nalaten er wat van te noteren.

Allereerst schetst Dijkgraaf enkele resultaten uit een EU enquete: Meer dan alle andere Europeanen vinden Nederlanders (97%) dat wetenschappelijke vooruitgang ziektes als AIDS en kanker gaat oplossen. [dat lijkt me logisch, dat zie je nu al gebeuren en Nederlanders zijn wel in voor dit soort techniek]. Op de vraag alleen door de meest geavanceerde technologie de concurrentiekracht in stand houdt zei maar 55% ja, waarmee we onderaan de lijst bungelen [dat lijkt me ook logisch, Nederland zit relatief weinig in technische industrien en voor de Nederlander is niet zo duidelijk dat je voor de concurrentiekracht van verzekeraars, de design industrie, Endemol, handel in de haven van Rotterdam en voor landbouw en voedselverwerking per se de meest geavanceerde technologie of zelfs uberhaupt technologie nodig hebt].
Op de vraag of we meer geld in wetenschap moeten steken ten koste van andere zaken antwoordde maar 25% van de landgenoten met ja en bungelen we ver onderaan. Niet goed natuurlijk. [maar niet onlogisch omdat dat betekent dat van de 55% hierboven die het nut ziet ook nog eens de helft zich terecht realiseert dat we een open economie zijn en heel veel van de ICT innovatie uit de VS komt, dus dat importeren van kennis via een goed werkend Schiphol misschien nog niet zo gek is- freerider on the spillovers. En inmiddels heeft een Amsterdams accountancy bureau uitgezocht dat we fiscaal tot de meest aantrekkelijke landen voor R&D horen]

Kortom, de KNAW heeft nog wat uit te leggen aan de samenleving. Dat is de voorzitter wel toevertrouwd gezien een paar mooie uitspraken uit de rede:
  • honderd jaar geleden waren er nauwelijks 1000 natuurkundigen in de wereld. Nu zijn er meer dan 10.000 wetenschappers betrokken bij de Large Hadron Collider van CERN. Er komen artikelen uit met 2000 (!) co-auteurs. Wie niet met AAnaam geboren is wordt daarvan niet opgemerkt.
  • een favoriete cartoon over innovatie uit de New Yorker: zegt de ene neanderthaler tegen de andere: "Org heeft al het vuur ontdekt en Thorak ontwierp het wiel, er is voor ons niets meer over"
  • En dan het probleem om de waarde van een uitvinding in te zien: James Faraday in 1850 tegen William Gladstone, toen minister van Financien in Londen over de practische waarde van electriciteit: "I don't know. But I'm sure one day you will tax it". En nadat Thomas Edison in 1882 zijn eerste 400 elektrische lampen in New York had geinstalleerd, waarvan een aantal op de redactie van de NY Times, kwam de start van de electrificering in de krantenkolommen op pagina 8 (!): vanuit alle gezichtspunten bekeken was het een bevredigende vernieuwing: de lampen leken op de oude gaslampen, ze branden beter, flikkerden niet en stonken niet. Zo beoordeel je dat.
Dijkgraaf haalt ook nog eens die geweldige sketch van Monty Python's Flying Circus aan met hun weerbericht: The world is about to end; mountains will split open; seas will overflow their shores; the air will be sucked out of the heavens; the planets will flung from their orbits. In the afternoon, however, conditions will moderate, rain will contract to the east and temperatures should be average for the time of the year.

Voor de serieuzere inhoud van de rede zie:
Robbert Dijkgraaf: Transitions in Science and Science Policy.  Wageningen UR Dies Natalis 9 March 2010

De foto van vandaag is een reclame uit Rimini voor een event rond de Zwitserse vormgever Ballmer.

vrijdag 14 mei 2010

bietenrooi-robot

Het Productschap Akkerbouw stuurde me (als geregistreerd akkerbouwer) vorige week een pakket aan glossy folders en Akkerland, een tijdschrift voor de Nederlandse akkerbouwer. Veel aandacht voor aaltjes en voor duurzaamheid. Ik kwam er twee mooie vindingen in tegen. Dat beoordeel ik dan als econoom uit het oogpunt van bruikbaarheid in lezingen om trends te illustreren. Daarom leg ik ze hier maar even vast.
De ene is Biochar - een fancy naam voor het spul dat overblijft als je biomassa met weinig zuurstof verbrandt voor energiewinning. Dat lijkt dus op houtskool, dat ook zo gemaakt wordt. Het is een zeer stabiele vorm van organische stof en die kun je in de bodem brengen, waardoor de bodemkwaliteit verbetert, er hogere gewasopbrengsten ontstaan en de CO2 voor lange tijd wordt vastgelegd. Zo is landbouw dus niet een probleem, maar ook deel van de oplossing van klimaatsproblemen (overigens afhankelijk van waar de biomassa vandaan kwam, zo vermoed ik).

Robotbietenrooier
Het tweede voorbeeld is de robot-bietenrooier. Akkerland en Kiemkracht constateren "de schaalvergroting gaat snel en dat heeft geleid tot steeds grotere, bredere en vooral zwaardere machines". Dat lijkt me geschreven uit het perspectief van de boer die een grotere John Deere koopt als hij er 30 ha bij heeft gekocht. De econoom rekent dit natuurlijk fout en ziet liever de omgekeerde redenering: het feit dat we steeds grotere en bredere machines kunnen maken leidt tot kostprijsverlaging en dat heeft geleid / leidt tot schaalvergroting.
Enfin, die machines worden dus zwaarder en zeker op de relatief slappe Nederlandse bodems veroorzaakt dat schade door verdichting. Misschien dat de biochar daar ook in helpt (?) en sommige boeren leggen met GPS rijpaden aan. Maar Innovatienetwerk en Kiemkracht ontwikkelen de eenrijige robot bietenrooier die met kleine transportwagentjes volledig onbemand en spoorloos de bieten rooit. Mooie ontwikkeling die pas echt tot schaalvergroting zal leiden.
Niet alleen vanuit de lange golfteheorie en ICT optiek is dit voorbeeld interessant, maar ook vanuit de ontwikkelingen in het agrarische kennisssyteem. Het idee wordt ontwikkeld door master studenten technische bedrijfskunde in Groningen met het robotica-instituut DFKI in Bremen.

donderdag 13 mei 2010

Leuke dingen voor de mensen

Hemelvaartsdag - de dag bij uitstek voor de stedeling om het buitenleven te ontdekken. De klassieke cabaretsketch daarover is van Paul van Vliet. Uit de tijd dat Wageningen nog een Landbouwhogeschool had die elke week een partij bladluizen verstuurde. Aan de vooravond van de boerderettes, kamperen bij de boer en de multifunctionele landbouw.
Geniet mee op de geweldige site http://www.cabaretten.nl/ en hier vind je de link naar de sketch - je lacht je toch te barste.

zondag 9 mei 2010

De route kwijt

Wij reden vanmiddag onze eigen Giro. De Giro di Flevo werd net als voorgaande jaren in Dronten gehouden: de J19nu puzzelrit. Eerder in het seizoen dan ooit, vorig jaar was het nog eind juni.
Misschien was het nog te koud, misschien werden we afgeleid door de bollenvelden maar in ieder geval was de klassering slechter dan ooit. Maar liefst tien fouten - (half kastlijntje) - slecht voor de 15e plaats. Volgend jaar later en beter graag.
Op de foto: Michieltje komt uit Vlissingen maar hield deed ook al zaken buiten eigen streek, zoals op Vlieland

zaterdag 8 mei 2010

De weg kwijt

Vooral mannen zijn gecharmeerd van hun TomTom - toys for the boys. Volgens onderzoekers zou het misschien logischer zijn dat vrouwen er voor in de rij staan want mannen wordt een beter geografisch orientatie vermogen toegeschreven.
Dat blijkt uit testen en zou een evolutionaire oorsprong hebben: mannen gingen op jacht en achtervolgende op onvoorspelbare routes wilde dieren - maar wilden na the kill natuurlijk wel via de kortste route naar huis. Mannen blijken zich vooral te orienteren via mentale kaarten van een gebied en hun positie daarop.
Vrouwen daarentegen verzamelden en legden op de heen en de terugweg dezelfde route af. Zij orienteren zich dan ook nog hedentendage vooral door het onthouden van routepunten ('landmarks'). Overigens zijn oorzaak en gevolg hier niet duidelijk: het kan best zo zijn dat het verschil door toeval genetisch is ontstaan en dat daardoor vrouwen verzamelen en mannen jagen.Maar ook lichaamsbouw zal wel met die taakverdeling te maken hebben gehad.
Enfin, een Mexicaanse onderzoeker heeft nu aangetoond dat er situaties zijn waarin vrouwen toch efficienter kunnen navigeren dan mannen. Hij liet twee seizoenen lang twee onderzoekers bij een Mexicaans dorp de mannen en vrouwen paddenstoelenverzamelaars volgen, met een GPS en een hartritme meter. Na analyse bleek dat de dames en heren verzamelaars evenveel paddestoelen verzamelden, maar dat de mannen er verder voor liepen, hogere heuvels beklommen en zo 70% meer energie verbruikten dan de vrouwen.
De vrouwen bleven dichter bij huis en waren dus een stuk efficienter. Het bleek dat de mannen voor de grotere groepen paddestoelen gingen, en de vrouwen stopten veel vaker voor kleinere hoeveelheden. Misschien omdat ze die beter wisten te vinden (wat dan wel weer klopt met het evolutieverhaal).
Wat we met deze resultaten moeten weet ik ook niet. De schrijver van het stuk in The Economist, waaraan ik bovenstaande ontleen, ziet er een argument in om zijn vrouw naar de supermarkt te sturen omdat hij nu weet waarom hij langer loopt te zoeken naar spullen.

The Economist: hunters and shoppers, 1.5.2010

vrijdag 7 mei 2010

donderdag 6 mei 2010

Feministisch kapitalisme

Waarom is er nu juist in West-Europa een industriele samenleving ontstaan, al vanaf het jaar 1000 (!), en niet in andere regios die over veel meer grondstoffen beschikten?
Dat lag aan het opleidingsniveau van vrouwen, zo legt Jan Luiten van Zanden nog eens kort uit in het NWO blad Hypothese waarin Spinozaprijs winnaars van vroeger worden bevraagd over de besteding van hun prijs.
Dat opleidingsniveau van vrouwen is bepalend voor belangrijke beslissingen in het gezin, zoals onderwijs van kinderen. In West-Europa was het uithuwelijken op je 12e al vroeg uitgebannen, was het huwelijk gebaseerd op vrije partnerkeuze en hadden vrouwen tijd en ruimte zichzelf te ontwikkelen.
Vandaar het belang van gender in ontwikkelingseconomie, leid ik daaruit af.

J. Luiten van Zanden: The long road to the industrial revolution. En Vrouwen en de geboorte van het kapitalisme.

woensdag 5 mei 2010

Vlaams Witboek

Vorig jaar maart heeft Vlaanderen een "Witboek Landbouwonderzoek" gepubliceerd. Het was me ontgaan, maar werd me gisteren in Brussel vriendelijk cadeau gedaan. Omdat we een Europese werkgroep van ambtenaren gestart zijn die agrarische kennis- en innovatiesystemen onder de loupe nemen.
De kortste samenvatting is die in een klavertje vier van even zovele lijstjes:

Focus van kennisproductie:
  • genetica & biodiversiteit
  • groei- en productiefactoren
  • kwaliteit en rol van voeding
  • ketenwerking
  • multifunctionele landbouw
Daarbij zijn 3 innovatie-assen te onderscheiden:
  • verdiepen (van bestaande competenties in een intensieve en efficiente landbouw)
  • verbreden van het waardecreatiemodel van de landbouw
  • verduurzamen van de productie
En 3 integratie-assen om de zaak wat bij elkaar te houden:
  •  hoofd- en nevenstromen
  • materiele en immateriele benefits
  • stad-platteland
En tot slot ook drie elementen voor de wijze waarop de kennis geproduceerd moet worden:
  • participatie
  • anticipatie (foresight)
  • meta-coordinatie
Voor wie zich met onderzoeksprogrammering bezig houdt: alsnog lezen dat witboek. Het is downloadbaar.
Vlaamse overheid: Witboek Landbouwonderzoek, maart 2009

maandag 3 mei 2010

DG Agri wil je mening

De Europese Commissie probeert een publieke discussie te voeren over de toekomst van het GLB. Dat is nog best lastig met zoveel talen en meningen, dus DG Agri heeft vier vragen geformuleerd. Alle antwoorden daarop worden openbaar gemaakt. Maar alleen in de oorspronkelijke taal, dus je kunt het best in het Engels schrijven en niet zoals anderen soms doen in het Nederlands of het Hongaars, zo lijkt me. Interactie in de discussie is daarmee ook onmogelijk, dus de term debat is wat overdreven. Maar je mening kun je dus ventileren - op zich een goede zaak. En wel hier.

zondag 2 mei 2010

Elite steden dankzij bescherming landbouwgrond

Bescherming van landbouwgrond in de ruimtelijke ordening leidt tot compacte steden. Dat was althans het geval in Portland, Oregon dat in 1973 Urban Growth Boundaries invoerde om landbouwgrond te beschermen.
Inmiddels zijn deze UGB populair om een andere reden: het heeft geleid tot een compacte stad, met veel openbaar vervoer en goede fietsmogelijkheden, zo rapporteerde The Economist. Dat in tegenstelling tot steden als L.A. en Phoenix.
Maar Portland en het vergelijkbare Boston en San Francisco zijn daarmee wel elite-steden geworden, aantrekkelijk voor jonge, blanke mensen, veelal alleenstaand, zonder kinderen. Gezinnen gaan liever naar de steden met suburbs om met de auto uit de voeten te kunnen.
Het lijkt Nederland wel...

The Economist: The new model - Portland and elite cities in The Economist 17.4.2010

Emerging Markets

Nooit geweten dat de term Emerging Markets door een Nederlander is geintroduceerd: Antoine van Agtmael. In 1981 al. Omdat termen als derde wereld en ontwikkelingslanden werden geassocieerd met "goedkoop speelgoed, rampzalige corruptie, soviet-stijl tractoren en overspoelde rijstvelden". Dat hielp niet in het verkopen van beleggingsproducten die in die landen investeerden. Vandaar dit laternatief. Overigens nog steeds zijn business.
Misschien moet je intussen die landen maar Emerged noemen, ze hebben nu ongeveer de helft van het mondiale GDP. Aan de andere kant: hun groei gaat nog steeds door.

The Economist 17.4.2010: Schumpeter / An emerging challenge.

zaterdag 1 mei 2010

Dag van de Arbeid: Das Kapital

1 mei: Dag van de Arbeid. Vieren we in Nederland niet, en de rest van de wereld heeft er dit jaar ook geen extra vrije dag aan. Normaal wel.
Het is wel reden om vandaag een nieuwe editie van Karl Marx' Het Kapitaal te publiceren.
Geen gemakkelijk leesbaar boek. De censuur van Tsaar had in 1870 geen bezwaar tegen een russische vertaling omdat de uiteenzettingen toch te moeilijk waren om voor iedereen toegankelijk te zijn, zo meldt de vertaler in zijn inleiding. Anderen dachten daar anders over: in de jaren 70 kreeg je het cadeau als je lid werd van de ECI boekenclub, zo las ik gisteren in de NRC. Mogelijk dat het zo ook bij mij op de boekenplank kwam.
Het was toen ook bon ton om te zeggen dat je het niet uitgelezen had omdat je je op p. 32 aan de lange voetnoten van meer dan een pagina ergerde. Waarop je dan je belezenheid toonde door van repliek te dienen dat die pas op pagina 1xx stond.
Hetgeen tot de onvermijdelijke quizvraag leidt: waar is de Dag van de Arbeid ontstaan?  Denk er even over na terwijl je naar de foto kijkt uit een plaatsje dat een tijd als Marxwalde door het leven ging. Het antwoord is de VS, waar 1 mei 1884 een staking uitbrak die zou leiden tot de achturige werkdag. Ook in de VS is dit echter geen erkende feestdag.

Samenleving3.0

Op LinkedIn loopt er een serieuse discussiegroep over Samenleving 3.0
Die verleidde me tot de volgende bijdrage:

Wat er in de ICT het minst belangrijk is, is de T van Technologie. Succesvolle toepassingen blijken gebaseerd te zijn op verbeteringen in informatievoorziening, o.a. door betere communicatie, zodat mensen betere beslissingen kunnen nemen.


De T heeft voornamelijk tot effect dat informatievoorziening sneller gaat, er meer data gehandeld kan worden en dat informatieoverdracht op grotere afstanden veel goedkoper is geworden. Dat laatste brengt ook het long-tail effect met zich mee. Heterogeniteit (toch al toenemend door de welvaart) kan daardoor beter bediend worden, gelijkgestemden op grotere afstand kunnen zich makkelijker organiseren en centrale autoriteit boekt daardoor aan belang in. Hetgeen tot een netwerk-maatschappij leidt.

Met twee zorgen: a] gevoelig voor hypes en issue-management waardoor de kwaliteit van besluitvorming afneemt. en b] meer political economy en inequity: sommigen hebben meer belang om zich te organiseren dan anderen zodat de groep die zich wel organiseert de besluitvorming domineren ten eigen gunste en niet-georganiseerden de dupe worden.

Zorgen die natuurlijk door degenen die baat hebben bij de conservering van het oude systeem (zoals de centrale autoriteiten) breed worden uitgemeten.