Willem van Toorn, de literator die eerder deze maand de Groeneveldprijs won, publiceerde de essentie van zijn betoog bij de aanvaarding van de prijs in de NRC van dit weekend. Hij gaat terug naar Jac. P. Thijsse die een van zijn Verkade albums publiceerde met de mooie titel "Waar wij wonen". Thijsse beschreef het landschap als "een merkwaardig mengsel van natuur en cultuur", waar we trots op mogen zijn.
De stelling van Van Toorn is dat het landschap, de ruimte, niet meer primair de plek is waar wij wonen, zelfs niet de plek waar we werken, maar het strijdperk waarin wij onze concurrenten moeten verslaan. Zijn geliefde citaat dat dit onderbouwt is een conclusie uit de nota Ruimte die enkele kabinetten-Balkenende meeging: "Meer specifiek richt het kabinet zich in het nationaal ruimtelijk beleid op versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland".
Een mooi inzicht en terecht voor waar het een vrijbrief is om overal maar te bouwen en dat ook nog (door gebrek aan geld of creativiteit) op een lelijke wijze te doen. Maar het is voor een deel ook een onterechte tegenstelling. De conclusie uit de nota Ruimte zou ook wel geschreven kunnen zijn in plechtstatige 17e eeuwse woorden van de Amsterdamse burgemeesters die de grachtengordels lieten aanleggen, nu op de Unesco erfgoed-lijst. De essentie van het Nederlandse landschap en de ruimte is dat het steeds verandert, de kunst is om dat kwalitatief hoogwaardig te doen. Juist ook omdat kwalitatief hoogwaardig landschapsontwerp en ruimtebeheer de concurrentiepositie helpt versterken.
Interessant is dat de auteur niet alleen de negatieve kanten van globalisering ziet, maar ook die van de nieuwe trend van regionalisering. Het eigen-volk-eerst-denken heeft volgens van Toorn niets te maken met ervaring van de eigen cultuur van Jac. P. Thijsse et al. Ook deze regionaliserings trend is cultuurvijandig en gebaat bij geheugenverlies. Niet anders dan bij globalisering zou ook hier het doel van de economie consumptie, amusement en infantilisering zijn, waarbij Louise Fresco en Raffaele Simone worden geciteerd.
Eens dat het menselijk gedrag in beide bewegingen niet anders is. Dat het doel van de economie consumptie, amusement en infantilisering zou zijn lijkt me echter onzin. Een economie is geen actor en kun je dus nauwelijks een doel toekennen. De economie is een afspiegeling van de keuzes die mensen maken, en als de culturele en morele waarden ontbreken (of niet overtuigend genoeg zijn) om het Louvre of de Hollandse veenweiden te apprecieren en we liever naar Hersonisos of een andere playa gaan, dan is dat de uitkomst. Dat ligt niet aan het economisch stelsel en teveel liberalisme, maar aan de keuzes die we zelf maken.
Willem van Toorn: Waar wij wonen. NRC 24+24 oktober 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten