zondag 23 januari 2022

Het beklemde land

 Soms sta je in de boekhandel en vraag je je af: neem ik dat boek nu wel mee of niet. Het overkwam me met Het Beklemde Land, een boek dat eind vorig jaar uitkwam. Het is van de hand van de freelance (en oud Vrije Volk) journalist Kees Kooman. Die is in de buurt van Dokkum gaan wonen en geïnteresseerd geraakt in het agrarische. 

Ik pakte het boek op omdat het overduidelijk over landbouw gaat. Het beklemrecht is een soort erfpacht, maar dan echt eeuwigdurend en met een pacht die niet geïndexeerd is, en dus zeer laag geworden is. En soms moet er ook nog een geschenk overhandigd worden, bv. bij een huwelijk. De facto is de beklemde pachter dus eigenaar. Het komt vrijwel alleen in Groningen voor. 

Mijn aarzeling zat in het feit dat de Verantwoording (die lees ik soms eerst) wel erg over het mestoverschot ('stront') gaat. En het speelt in de Westpolder, voert roemruchtige bewoners op als de familie Mansholt en Louwes, en die verhalen zijn na de Graanrepubliek en nog wat boeken bij mij wel bekend.

Enfin de interesse won het van de twijfel. Het boek geeft een alleraardigst inzicht in de worsteling van boeren met goed bodembeheer. Min of meer centraal staan een biologische veehouder en twee gangbare akkerbouwers die  meer willen met de bodem en die samen een biologisch perceel uien en aardappelen aanleggen. Het eerste lukt, het tweede werd door phytophtera een drama. Maar er is ook een uitstapje naar een oud-inwoner die in Duitsland nu aan regeneratieve landbouw doet en naar een paar Friese boeren. En veel verhalen over de oude bewoners van de Westpolder. De compositie van dat alles kun je naar believen lekker afwisselend of wat warrig noemen.

De stijl van het boek is sociologisch en dat geeft je ook een kijkje in wat boeren vanuit de maatschappij ervaren en hoe ze van menig zijn in vergelijking met andere bedrijfstakken onheus behandeld te worden gezien hun inspanningen en het gedrag van de consument. Het geeft de auteur  (die zijn sympathie voor de transitie en zijn aversie tegen de gangbare landbouw niet onder stoelen of banken steekt) ook de mogelijkheid zaken te bespreken die wetenschappelijk steeds weer discussie oproepen: dat de bodemkwaliteit achteruit loopt en dat er daardoor sprake zou zijn van teruglopende inhoudsstoffen van producten met consequenties voor gezondheid. 

In die aanpak moet je als journalist niet alles dood-checken. Toch staan er wel een paar fouten in het boek. Soms heeft de eindredactie een typefout over het hoofd gezien en Frans Keurentjes wordt twee keer de CEO van FrieslandCampina genoemd. Hij was voorzitter van het coöperatie-bestuur dat de CEO (Cees in 't Hart en zijn opvolgers) benoemt. Ook stelt de auteur zelf (p.90) in  het kader van het bashen van de overheid dat "Melkbussen uit hygiënische overwegingen verboden [werden] verklaard". Dat is m.i. onjuist. Die bussen waren gewoon te arbeidsintensief. En in veel gebieden werden ze met trekker en wagen opgehaald, terwijl fabrieken door fusies groter werden en zich concentreerden zodat vrachtautovervoer gewenst werd. Aldus ook Jan Bieleman in zijn standaardwerk Boeren in Nederland. Het waren dus de boeren zelf die in hun coöperaties kozen voor deze weg. En dat gebeurde ook lang niet overal gelijktijdig, wat je bij een overheidsmaatregel wel mag verwachten.

Enfin, uiteindelijk ben ik toch blij dat ik het boek heb aangeschaft en er een paar avonden aan besteed heb. Het boek geeft een mooi inkijkje in de worstelingen van boeren rond goed bodembeheer en hun keukentafelgesprekken over de rest van de maatschappij. Daarmee gaat geen boerenparadijs ontstaan (zoals de subtitel suggereert, en die ligt al helemaal niet in het verleden) maar die inzet van boeren is wel hard nodig om de duurzame wereld wat dichterbij te brengen. Waar te weinig waardering voor is - en wat wellicht onderbelicht is. Daar vult dit boek dan een lacune. En als de consument door het lezen van dit boek gaat nadenken over zijn gedrag is er weer wat gewonnen. 

Geen opmerkingen: