Begraven of cremeren? In de NRC van gisteren deed Marjon Weijzen verslag van TNO onderzoek naar de vraag wat het beste is vanuit duurzaamheidsoptiek. Om maar met het antwoord te beginnen: begraven kost 89 euro meer aan duurzaamheidskosten dan er op de rekening staat, cremeren 31. Dan zijn er nog moderne technieken als resomeren en cryomeren waarin het lichaam met chemicalien wordt opgelost en als je dan materialen terugwint zijn de effecten zelfs nul (omdat het winnen elders van die materialen zoals goud zeer onduurzaam plaats vindt). Overigens is er meteen al discussie over de vraag of de uitkomsten niet teveel op industriedata rusten, en wel onafhankelijk genoeg zijn.
Ik meld dit onderzoek hier maar eens even - niet omdat ik daar zo nodig over na wou denken maar omdat het voor het gebied van voedsel en natuur ook interessant is. Om te beginnen de methodiek: TNO rekent die kosten uit met schaduwprijzen, dat is niet al te moeilijk en ik vind al een paar jaar dat dat binnen de agro-sector veel te weinig gebeurt. Het zou in de duurzaamheidsdiscussies helpen als we elkaar niet alleen kostprijzen van Nederlands en Braziliaans varkensvlees en melk onder ogen kregen, maar ook de werkelijke maatschappelijke kostprijzen ervan. Als het kan over doodgaan, mag het dan ook over hoe we leven?
Dat te meer omdat het ook discussies in perspectief plaatst. Die tussen cremeren en begraven is redelijk onzinnig als je uitrekent dat verreweg de meeste onduurzaamheid zit in de voorfase: het autoverkeer rond de plechtigheid, de bloemen e.d. De onduurzaamheidskosten van 89 euro zijn ook betrekkelijk bescheiden op de totale rekening. Dat is bij sommige land- en tuinbouwproducten wel anders. En voor de echte cynici: de externe effecten op milieu komen natuurlijk van het feit dat we leven, dus doodgaan is best goed - met die troostvolle gedachte begint ook de NRC zijn artikel.
En de kenner van dit type onderzoek vraagt zich natuurlijk meteen af waar de systeemgrenzen van de producten liggen: is er bij begraven rekening meegehouden dat dit een mooi kerkhof oplevert met veel natuur en biodiversiteit -positieve externalities? De krant meldt dat er inderdaad rekening is gehouden met landgebruik, maar dat is altijd negatief, dat zou nooit positief kunnen worden ook al groeien er nog zoveel zeldzame rodelijst soorten of is het een groene long in de stad. Dat lijkt me een discussie waard.
En moet je ook weer rekening houden met de milieukosten die dat weer oproept van mensen die een graf bezoeken? of mag je dat wegstrepen tegen het feit dat ze misschien ook wat aan hebben?
Enfin, een mooi artikel. Hopelijk wordt het bij de agrofood multinationals als Vion en FrieslandCampina of retailers als Ahold ook gelezen, en willen ze zich spiegelen aan Yarden, die al in 2005 een vergelijkbaar onderzoek bij de TU Delft sponsorde om materiaal te hebben om zijn klanten goed te adviseren. Voor full transparancy; bij leven heb ik daar wel belang bij.
1 opmerking:
Het is wel een soort paradoxale waarheid: het ultiem duurzaam leven is doodgaan..
Een reactie posten