woensdag 10 augustus 2011

Langs de Westerschelde

Land van Saeftinge- detail
In eerder werk in de Zuidwestelijke Delta heb ik er hartstochtelijk voor gepleit veel meer verhalen over het delta-landschap de wereld in te helpen. En dan niet zozeer over de huidige politieke strubbelingen rond delen van die Delta, maar over het landschap, de historie en de vele veranderingen - de delta is een metafoor voor het leven. Er gaan veel interessante verhalen schuil achter 1953. De ramp en de kust domineren het beeld, er is zoveel meer relevants te vertellen van dit gebied.

Afgelopen weekend kreeg ik een fraai boek uit 2003: Het Verdronken Land van Saeftinge en de Westerschelde, van Chiel Jacobusse en Misjel Decleer. Uitgegeven in Leuven. Biografische gegevens ontbreken maar je vermoed bijna dat de auteurs Vlamingen zijn -en anders zijn ze zeer goed geintegreerd. Ze laten ons delen in de mooie natuurwaarden langs de Westerschelde en bespreken daartoe alle natuurgebiedjes van het Zwin tot Saeftinge. Alle natuurgebieden tot Saeftinge zijn deel I en Saeftinge zelf deel II in het boek.

De auteurs verwijzen enkele keren naar een stafkaart waarop je zo mooi de polders kunt zien en het landschap kunt leren lezen, maar die zit er helaas niet in - de wel opgenomen kaart is rudimentair. Maar dat is dan ook de enige dissonant. Fraaie fotografie, mooie teksten.

Vooral ook omdat ze je niet alleen warm maken voor de natuur, maar ook interessante kennis delen over de historie en je het landschap leren lezen. Hoe je aan de poldervormen kunt zien dat Cadzand een eiland is, hoe Groede gespaard bleef in WO-2 door de Rode Kruispost, de Catspolders, de geschiedenis van het Zwin tot en met de internationale dijk en de Willem Leopoldpolder die naar de beide koningen van dat moment is genoemd; Retranchement natuurlijk. En dat de mosselvissers in Philipinne daar terecht kwamen uit het Belgische Boekhout, dat ook al verzandde - hun klanten kwamen pas later, met Belgisch nummerbord.

De auteurs leggen uit hoe buitendijkse welen nog wel eens dicht wilden slibben en je dus alleen een bocht in de dijk ziet, maar binnendijkse welen nog getuigen van de dijkdoorbraak. Dat je aan dijken in de Zak van Zuid Beveland kunt aflezen waar de zee was (de flauwe kant, het talud aan de binnenkant was stijler). De historie van de Yerseke Moer en de vervening.
Wat ik ook niet wist is dat veel percelen die in de Zak van Zuid Beveland een lindeboom in het veld hebben staan, ooit van de kerk waren. En die liet ze aanplanten omdat Napoleon minder belasting hief op bospercelen dan landbouwpercelen en dat bospercelen gekenmerkt waren door minimaal 1 linde per perceel...
En dat is dan alleen deel I. Uit deel II citeer ik slechts dat de Hedwige van 1907 is en Saeftinge in de jaren 50 van inpoldering is gered door Antwerpen, dat voor overstromingen vreesde bij minder waterberging.

O ja, nog een kritische noot over onze natuuropvattingen: ook de oude veerpleinen zijn nu natuur. Met unieke soorten die door vrachtauto's zijn meegebracht uit Zuidelijker streken en op de veerpleinen uit de banden en dekzeilen vielen. Tja, zo kun je ook trots zijn op invasiesoorten - maar als dat de achtergrond van uniciteit binnen de nationale grens is, laten we dan toch onze schaarse middelen niet aan veerpleinen-natuur besteden maar aan Delta natuur. Hoezeer veerpleinen eigenlijk ook kenmerkend zijn voor een delta....

Kortom aan verhalen geen gebrek, ik blijf erbij dat er ruimte is voor een mooi delta bezoekerscentrum zoals elk goed nationaal park dat heeft bij de ingang. Aan de voet van de Brabantse wal, tussen de spoorlijn en de A58 bij de afslag naar Antwerpen.

Geen opmerkingen: