dinsdag 23 augustus 2011

Uit de vrije boerenrepubliek

 Bezoekers aan Lowlands hadden het oude Flevohof-terrein voor de muziek, maar konden op weg erna toe toch nog genieten van tal van combines die proberen de tarwe tussen de buien door nog een beetje droog binnen te halen. Wij reden door voor een bezoek aan de vrije boerenrepubliek, wat Drenthe in de Middeleeuwen was.

Voor de bloeiende hei moet je er nu zijn. We bezochten eerst de grote stille heide van het Dwingeloërveld. Die stil is omdat vanwege de radiotelescoop de mobiele telefoons uit moeten. En die nog stiller wordt omdat het Noorderveld ook in natuur wordt omgezet en de afgegraven toplaag een geluidswal langs de A28 wordt. Mooier nog is nu het Mantingerveld. Bloeiende hei en een geweldig jeneverbesstruikenbos, bij elkaar een onnederlands landschap. Gaat dat zien.

En de dinertip: de brasserie van het hotel in Frederiksoord – de kolonie van de Maatschappij van Weldadigheid. Hier werd de armoede al in de eerste helft van de 19e eeuw bestreden met de introductie van verbeterde subsistence landbouw: huisjes met 3 morgen (2,6 ha) grondontginning waarop men een eigen bestaan kon opbouwen, onder leiding van ambtenaren (er waren ambtenarenhuisjes) en met een bosbouwschool en een tuinbouwschool. Plan van Generaal van den Bosch, dus het ging er voor onze begrippen wat streng aan toe. Maar het was geen Veenhuizen, dat een echte strafkolonie was. En waarover een mooi bluesnummer bestaat, een cover van Johnny Cash’ San Quentin.

Want Drenthe, dat is blues – zand of veen, armoede, ellende en jenever. Volgens Harry ‘Çuby’ Muskee het Louisiana van Nederland. Sinds zijn Groeten uit Grolloo heeft hij een punt. Dat was de echte reden van ons bezoek aan de vrije boerenrepubliek. Waarover binnenkort meer.

Posted by Picasa

Geen opmerkingen: