woensdag 7 november 2007

tulpen uit amsterdam - een fabeltje

Tulpen komen uit Turkije, niet uit Amsterdam. Althans botanisch. In de economie en -sinds Herman Emmink- in de populaire muziekcultuur worden ze wel met Amsterdam geassocieerd. En in de economie om twee redenen: de dominante positie van Nederland in de huidige bedrijfstak, maar vooral ook vanwege de tulpenmanie uit 1637. Een beetje beurskrach en er wordt weer melding gemaakt van een van de oudste beschreven crashes: de Nederlandse tulpenmarkt.


Nederland was in de Gouden Eeuw bevangen door een rage, voor de Viceroy en de Semper Augustus werden kapitalen betaald, oplopend tot 10.000 gulden (ofwel 5 jaarsalarissen voor een geschoolde ambachtsman); die handel stortte in en vervolgens waren -volgens een pamflet uit die tijd- wevers, garenkooplieden, blekers, studenten, schilders, apothekers, barbiers, bakkers, brouwers, winkeliers en jan en alleman vervallen tot de bedelstaf. Diepe armoede was hun loon voor het speculeren. Het halve land failliet en alsnog kreeg de schrijver Roemer Visscher gelijk, met zijn al twintig jaar eerder gedane uitspraak "een dwaas en zijn geld zijn snel gescheiden".


Onder deskundigen is al langer bekend dat die crash in de literatuur steed weer zwaar overtrokken wordt. Voor een deel broodje aap dat steeds weer tot de verbeelding spreekt. Er is nu een mooi boek over van Anne Goldgar: Tulipmania - money, honor and knowledge in the Dutch Golden Age". En Roelof van Gelder schreef er in de NRC van 20 juli 2007 een fraaie recensie over.


Het is waar dat vanaf het midden van de 16e eeuw de tulp geliefd werd. Net als exotische schelpen. Populair op schilderijen en in de tuin. Er werd in gehandeld en omdat bloembollen moeilijk te beoordelen zijn op momenten dat ze niet bloeien, was het een soort termijnhandel waarbij vertrouwen wel een erg grote rol speelde. En 'floristen' die de handel onderhielden als een soort market makers. In 1636 begonnen de prijzen te stijgen. Waarom is niet zo duidelijk, Goldgar speculeert dat een pest-epidimie voor veel erfenissen en geld onder groepen kooplieden had gezorgd en dat moest belegd worden. Dat leidde tot wat we nu kuddegedrag (herding) noemen en dat je ook nu in markten ziet: we gaan graan kopen omdat de prijzen stijgen en wel door zullen stijgen, en wachten dus niet tot we komend voorjaar het graan hadden willen kopen. En dan gaan echte speculanten en beleggers instappen die helemaal nooit graan willen hebben, maar alleen maar rendement.

Tot er -op vaak onverklaarbare reden- iets gebeurt en de markt over de top is. Bij de bloembollen gebeurde dat in februari 1637. Prijzen beginnen te dalen en iedereen wil de markt uit, er onstaat een stampede naar de deur. Dan vallen er slachtoffers.


Broodje aap
Wat er overtrokken is aan dat verhaal is niet bovenstaande, maar het idee dat half Nederland aan die speculatie meedeed en failliet ging. De tulpenhandel deed zich niet voor op het platteland en bleef beperkt tot Hollandse en Utrechtse steden, waaronder natuurlijk Amsterdam. De handelaren waren een beperkte groep mensen: kleine kooplieden, middenstanders, ambachtslieden veelal werkzaam in de textiel of de bierbrouwerij. Die mensen kenden elkaar (wat voor het benodigde vertrouwen ook wel nodig was) en in die tijd waren Nederlanders dol op speculeren, wedden, gokken, dobbelen en loterijen. Absurd hoge bedragen voor bloembollen kwamen voor, maar dat heeft in 1637 zelden tot een faillisement geleid. Wel vond de overheid het nodig maatregelen te nemen voor een goede afwikkeling van de crisis in deze beperkte sector, omdat het algemene handelsvertrouwen in het geding was. Kortom de sector had een fors probleem, maar van een stedelijke crash, laat staan een landelijke was geen sprake.

Blijft de vraag waarom het overtrokken beeld is ontstaan en blijft bestaan. Het is ontstaan door een Engels en een Duits boek uit de 19e resp. 18e eeuw die zeer selectief enkele niet-representatieve spotprenten uit de 17e eeuw hebben uitvergroot. Waarom het blijft bestaan is niet zo helder. Ik hou het erop dat een mooi verhaal met veel moraal niet door feiten kan worden ontkracht.

En tot slot: vergeet even het sombere herfstweer en vergeet niet om de tulpen te poten. Dit is het seizoen.

Geen opmerkingen: