Niet alleen organic (zie mijn blog van gisteren) staat in de aandacht van de amerikaanse consument, maar ook dierwelzijn. De New York Times van 25 juli had twee grote pagina's (in de Dining Out section!) over hoe activisten voor dierenrechten (zoals PETA) van de marge naar mainstream bewegen en zowel wetgeving als gedrag van consumenten en producenten beinvloeden. Het gaat dan o.a. om issues als forced-feeding bij foie gras, kistkalveren en aangebonden zeugen.
Een enquete van Label Networks onder 5000 jongeren tussen 13 en 24 gaf in 2006 aan dat PETA de meest populaire non-profitorganisatie was waar men vrijwilligerswerk voor zou willen doen. Tweede in de lijst kwam het Rode Kruis.
De NY Times constateert wel dat er nog een groot gat zit tussen de 'animal lovers and animal lovers that love to eat them' - zoals SlowFood. Maar de dierenrechtenactivisten zien dat niet meer als een probleem: 'we're not really in philosophical alignment, but we like to think we're in strategic alliance'. Want volgens sommige chefs leidt een beter dierenleven ook tot een beter biefstukje. En ook PETA ziet in dat het verbieden daarvan ze niet verder helpt in het bereiken van hun doelen.
1 opmerking:
Op Foodlog is nu een interessante discussie misschien dat u vanuit uw vakgebied kan reageren?
http://www.foodlog.nl/comments.php?id=2101_0_1_0_C
Dank hiervoor. Joep
Een reactie posten