Malcolm
Rutherford schreef in het boek van Samuels et al dat we hier bespreken, een
mooi hoofdstuk over de amerikaanse institutionele economen tussen de beide
wereldoorlogen. Dat begint zo ongeveer met Veblen, die erg kritisch was over
alle monopolies en tal van instituties die door lobby’s waren beïnvloed. Dat
leidde tot het inzicht dat de instituties vaak achterlopen bij wat er inmiddels
nodig is. De institutionelen wlden ook een goede verbinding met de psychologie
als het ging om consumentengedrag. Dat ging een tijd heel goed en leverde
inspiratie op, tot de psychologen het behavorialisme omarmden, en zich
toelegden op vrij simpele stimuli-respons studies. Verder natuurlijk J.M Clark
met zijn overhead costs, en Ezekiel met zijn agrarische spinneweb (cob-web) model
van prijs cycli. Commons stelde de transactie als eenheid van analyse centraal,
en de vorm van die transactie werd bepaald door variabelen als juridische
aspecten, verplichtingen, bargaining power e.d. Door Keynes, en de succesvolle
fusie van die macro-economie met de wiskunde in de econometrie verdween de
stroming na de tweede wereldoorlog geruime tijd uit beeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten