Fair trade schema's laten zich niet zo heel makkelijk evalueren. Het ligt natuurlijk voor de hand om te kijken of de boeren die er aan mee gaan doen meer verdienen dan ze deden voor ze toetraden tot het schema (bv. in vergelijking tot anderen die niet toetraden). Met andere woorden: werkt een minimum-prijs garantie.
Dat is soms al niet simpel te meten maar in werkelijkheid kan het nog lastiger zijn. Er is immers ook een potentieel effect op de andere boeren, zeker als markten niet perfect zijn. Die boeren kunnen geconfronteerd worden met meer prijsschommelingen (de lokale markt is kleiner), hogere prijzen (minder productie,buiten een cooperatie worden soms hogere prijzen ontvangen dan daarbinnen, ook kan de cooperative yard stick theorie werken), of juist lagere (omdat de minimum prijs garantie hogere productie uitlokt). Over sommige van deze en nog ingewikkelder effect bogen zich enkele onderzoekers in een recente uitgave van de ERAE. Ze onderscheiden een variteitseffect, een premium-effect, een mededingingseffect, en een disintermediation-effect dat zich misschien het best laat vertalen met een ketenverkortingseffect). Voor de wiskunde zie het paper:
Claire Chambolle and Sylvaine Poret: When fairtrade contracts for some are profitable for others in ERAE 40-5, December 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten