zondag 23 maart 2008

Lijstje: Romantische vleesindustrie

De vleesbranche is weer eens in opspraak, nu met vermeende misstanden in de slachterijen. De VWA lijkt het lastig te hebben met de controle. Misschien wordt het tijd voor wat modernere middelen als webcams op de slachtlijn (kun je van waar ook ter wereld toezien via YouTube), net zoals we de tachograaf bij vrachtauto's verplicht gesteld hebben. En wat naming en shaming rond merken en supermarkten die dit verkopen, zo lijkt me. Controle moet je als overheid niet doen, je moet het organiseren.
Enfin, voor literatuurkenner Pieter Steinz was het aanleiding een stapeltje romans op te duiken die eerdere misstanden in de vleesindustrie in beeld brengen. Daar kun je een leuk lijstje van maken:
  1. Upton Sinclair: The Jungle (1906) over Litouwse immigranten die in Packingtown (Chicago) niet gelukkiger worden, met 'misselijk makende beschrijvingen van de de industriele vleesverwerking'
  2. Ruth Ozeki: My Year of Meat (1998), een satirische roman over uitwassen in de Amerikaanse vleesindustrie
  3. Emile Zola: Le ventre de Paris (1873): de Parijse markthallen met "overvloed en onbehagen"
  4. Manon Uphoff: Vlees (1995): van een slagersdochter die vegetarier wordt
  5. Beate Sterchi: Bloesch (1983): Zwiterse klassieker over een koe en een gastarbeider in een boerensamenleving
  6. En als uitsmijter: Michel Faber: Under the Skin (2000) een science fiction verhaal over buitenaardse wezens op zoek naar mensenvlees. Het kan altijd nog erger, zullen we maar denken.

Pieter Steinz: In Fictie, NRC, 22.3.2008

Geen opmerkingen: