Wie een leuk liedje schrijft, kan nog jaren van de royalties genieten, want voor elke verkoop krijg je een paar centen. En ook als het nummer op de radio, tv of in de winkel klinkt. Ook voor boeken en software bestaat zo'n auteursrecht. En ook uitvindingen kennen intellectueel eigendom in de vorm van patenten en octrooien.
Die regels zijn er niet alleen gemaakt omdat we vinden dat het normaal is dat Bennie Jolink wat verdient als hij ons jaren met "Oerend hard" pleziert. Het idee is ook dat daardoor mensen een prikkel ontvangen om liedjes, boeken en software te schrijven of uitvindingen te doen. En dat er dus meer van geproduceerd wordt dan zonder beloning, waarmee de wereld beter af is. Voor romantische liedjesschrijvers, gefrustreerde boekenschrijvers en willy wortels misschien niet zo'n grote prikkel, maar voor andere ontwikkelaars wel van groot belang.
Ook in de wereld van het zaaizaad is het intellectueel eigendomsrecht gemeengoed geworden. Waar vroeger boeren hun zaaizaad en pootgoed zelf konden vermeerderen zijn er nu intellectual property rights (IP) op nieuw veredelde varieteiten van planten. Net als bij software hopen overheden dat daardoor de innovatie toeneemt.
Een recent wetenschappelijk artikel geeft wat redenen waarom steeds meer mensen zich over deze ontwikkelingen buigen: ontwikkelingslanden spenderen steeds minder geld aan publiek onderzoek waardoor boeren meer afhankelijk worden van de internationale zaadconcerns en dit systeem van rechten. Daarnaast maakt de gentechnologie het goed mogelijk om verdere vermeerdering van de planten te voorkomen, zodat het eigendomsrecht op de plant veel beter te handhaven is. Een derde reden is dat Monsanto een sojaboon heeft ontwikkeld die beter tegen het bestrijdingsmiddel Roundup kan (wat overigens niet noodzakelijkerwijs betekent dat het bestrijdingsmiddelen verbruik toeneemt), en vraagt boeren daarvoor te betalen. De Amerikaanse boeren zijn bang dat zij betalen en daarmee andere landen (die minder betalen) subsidieren. En al eerder (De landbouw verandert: 2GMO) meldde ik dat het handhaven van de intellectuele eigendomsrechten niet in alle landen even makkelijk is. Er is piraterij, en daarmee overleg in de WTO.
Onderzoekers Lence en Heyes hebben nu met een economisch model laten zien dat de welvaart door de IP toeneemt ook door dat er 'spill overs' zijn in landen die geen IP wetgeving hebben. Maar als dat effect van meeprofiteren groot is, wordt er minder ge-innoveerd dan wanneer IP ook in andere landen te handhaven zou zijn. En er wordt dan meer geld gestoken in het handhaven van de eigendomsrechten. Consumenten en producenten in landen zonder IP wetgeving zijn altijd beter af als er mee te profiteren valt. Maar de amerikaanse sojaboeren hebben gelijk: zij gaan er vrijwel altijd op achteruit als concurrenten voor een deel gratis meeprofiteren. Voor netto-exporterende landen is dit effect vaak groter dan het voordeel bij de consumenten. In het systeem van intellectuele eigendomsrechten is er dus een sterke prikkel om geen veredeling te doen waarvan ook landen met een lage IP bescherming sterk profiteren (lees: ontwikkelingslanden). In zo'n systeem is er ook weinig reden meer om het publieke, universitaire onderzoek ook hetzelfde type onderzoek als grote zaadveredelaars te laten doen.
Al met al verandert er dus wat in de wereld: ontwikkelingslanden profiteren met zo'n systeem minder van Westers onderzoek dan voorheen, net nu ze hun eigen onderzoek ook verminderen. En tot slot: zaaizaden beginnen op CD's van de Beatles en Rolexen te lijken: je betaalt ook de bedenkers en je moet naar Vietnam voor een goedkope piratenversie. In Hue kocht ik er ooit voor een koopje een unieke persing op 1 CD van de rode dubbel LP van de fab four.
Sergio H. Lence and Dermot J. Hayes: Welfare impacts of cross-country spillovers in agricultural research in: American Journal of Agricultural Economics 90 (1) febr. 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten