Afgelopen dagen las ik ook eindelijk de dikke pil van Jan Bieleman uit: Boeren in Nederland. Ik blogde daar eerder even over, in tegenstelling tot de NRC vind ik het een geweldig boek. Verplichte kost voor wie geinteresseerd is in landbouw/platteland, geschiedenis en economie.
Ik leerde er, naast heel veel weetjes en interessante gebiedsbeschrijvingen, drie dingen uit. Allereerst dat onkruidbestrijding vroeger een geweldig probleem was, en dat het op rijen zaaien (machinaal mogelijk gemaakt door een uitvinding van Jethro Tull) vooral als voordeel had dat je tussen de rijtjes kon gaan wieden. Braken van percelen werd niet zozeer gedaan om de grond te laten rusten en de vruchtbaarheid te verbeteren, maar om onkruid te bestrijden.
Ten tweede de grote invloed van waterbeheersing en verlaging van waterpeilen met gemalen, die de bodem droger en bewerkbaarder maakte. Ten derde dat het beeld dat Oost Nederland minder bij de markt was betrokken en meer subsisttence landbouw had, onzin is. Von Thunen deed zijn werk en de landbouw op de zandgronden was anders, ook minder dicht bij de markt, maar wel degelijk marktgericht.
Verder viel me op dat vooral de Zeeuwse akkerbouwers om hun werkzaamheden met de hak en de korte schrepel voor de onkruidbestrijding in alle handelsgewassen bekend stonden (dat herken ik wel in de familie, nooit gedacht dat het een historische achtergrond had).
Bovenal komt de Nederlandse boer uit de historie als een innovator, veel vindingen kwamen van boeren en altijd weer paste men zich aan aan de markt, of creeerde die. Ook al voor 1880 en het OVO3luik. Lezen dat boek dus!
Jan Bieleman: Boeren in Nederland - Geschiedenis van de landbouw 1500- 2000, 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten