In Engeland werden arbeiders gecreëerd door de Enclosure beweging, die de gemene gronden privatiseerde -veelal op het moment dat ze matig gebruikt werden en in handen van de adel en herenboeren kwamen. In Nederland werden arbeiders gemaakt doordat het veenlandschap werd afgegraven en er geen plaats was voor keuterboeren. Althans dat wil de marxistische visie van Patel en Moore in hun boek over 7 goedkope zaken.
Ze besteden een paar interessante pagina's (187 en volgende in de Nederlandse editie) aan the Dutch disease, zonder de term van the Economist overigens toe te lichten. Ze switchen van Shell naar de oorsprong van de Nederlandse energieverslaving: turf. In de 17e eeuw werd er elk jaar anderhalf miljoen ton turf gestoken. In Amsterdam alleen al arriveerden in 1636 meer dan 8000 scheepsladingen turf.
Het begon in de 11e eeuw door keuterboeren voor eigen verwarming, voor zoutwinning en voor de verkoop. In de 13e eeuw werd het klimaat kouder en natter, en nam de vruchtbaarheid af. De bodem klonk in, graanteelt werd onmogelijk. Het land werd een gatenkaas en de steden kregen goedkope arbeid. De goedkope turf-energie werd vervolgens aangevuld door de alternatieve wind-energie o.a. voor de industrie in de Zaanstreek.
Daarna kwam ook steenkool uit Engeland. dat was vervuilender dan turf. En werd aanvankelijk verboden, met name in de zomer. Maar uiteindelijk ging het stadsbestuur van Amsterdam overstag want turf werd te duur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten