woensdag 22 april 2020

de sociologie van de melkbus

Ook onder boeren speelt status een rol. Legio zijn de verhalen dat bedrijfsgrootte een rol speelde in de huwelijksmarkt: hoeveel ramen / bochten / spanten / mendeuren heeft de stal/schuur van de vader van de verkering? Ook melkbussen speelden een rol in dit spel. Er waren vroeger genoeg boeren die de 30 liter bussen (waar maximaal 27 liter in mocht) af en toe eens met 20 - 25 liter vulden en zo een paar bussen meer op de dam langs de weg konden zetten.  De melkrijders hadden dat natuurlijk wel door, maar waren soms verboden om bussen over te gieten. Dit o.a. uit het oog van controle in het systeem (waarover morgen meer). Vaak pakte het dan ook averechts uit, want de melkrijder briefde dit feit natuurlijk rond, om te beginnen aan zijn collega's (vaak kleine boeren die dit erbij deden) bij het lossen van de bussen aan de fabriek.
Rond de melkbus deed zich ook een taakverdeling tussen boer en boerin voor. Zuivel was oorspronkelijk de taak van de vrouw (die wilde in de 19e eeuw ook nog wel eens melken, en in ieder geval maakte zij al of niet met de meid de boter of kaas) en het schuren van de lege bussen die terugkwamen was dan ook haar taak. Tot -na stemming door de coöperatieleden, wat in de regel de mannen waren - de fabriek besloot tot een centrale reinigingsinstallatie. Die natuurlijk uit de melkprijs betaald moest worden.
De melkbus was ook vaak de postbode. Er waren wel fabrieken die het ledenblad en de afrekening mee teruggaven in het deksel of in de bus. En leden konden een briefje bij de bus doen om de melkrijder opdracht te geven kaas of boter uit de fabriek mee terug te brengen.

Leuk boekje dus: De Laatste Melkbus van Coberco, 1989.

Geen opmerkingen: