Er zijn allerlei
reden om naar de historie van ons economisch denken te kijken. Zo kun je
geinteresseerd zijn in de biografieen van grote denkers, of ze lezen om te zien
of we hun denken wel goed hebben begrepen en of de uitgangspunten ervan nog
steeds gelden.
Een
interessantere vraag is wellicht die waarom mensen in het verleden van een
bepaalde theorie overtuigd waren. Het kan zijn dat de kennis zich ontwikkeld
omdat een nieuwe theorie beter is dan de vorige: meer compleet is,
uitgebreidere werking heeft, meer generiek is, logischer is, beter de (als
objectief geziene) feiten verklaard.
Economen vinden
dat wel een fijn idee, maar sociologen en andere volgers van Marx wijzen erop
dat ook andere krachten werken. Zo zouden economen wel eens vooral kunnen
werken aan onderwerpen die bij hun afnemers in de smaak vallen omdat ze
overeenkomen met hun economisch belang (of dat van hun klasse). Zo bezien is
het geen toeval dat David Ricardo met zijn vrijhandelstheorie populair was in Engeland en (tegelijkertijd) Friedrich
List met zijn Infant-Industry argument in Duitsland. Economische concepten die
worden voorgesteld en aanvaard moeten wellicht vooral gezien worden een
antwoord op de actuele vragen van de tijd waarin ze opgang doen.
Komende dagen nog
wat notities uit dit boek.
N.a.v. Jeff E. Biddle: Research Styles in the History of
Economic Thought, Hoofdstuk 1 in genoemd boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten