woensdag 26 augustus 2009

armoede en productiviteit

Een van de onderwerpen op het internationale congres van landbouwecomen, vorige week in Beijing (zie de blog van gisteren) was de ontwikkeling van de voedselproduktie in relatie tot de armoede op het platteland in de derde wereld.
Er is een zekere 'yield gap': de oogsten zijn niet wat ze kunnen zijn, en als ze dat wel waren, dan konden we misschien de wereld van 9 miljard mensen in 2050 wel voeden. We weten maar slecht waarom die yield gap er is: gebrek aan water, aan meststof, aan management??
In Noord Amerika stijgt de productiviteit minder snel dan in het verleden. Sommigen zeggen dat dat vooral door het rekenen in percentages komt: als de stijging 100 kg per jaar is, is dat procentueel steeds minder. Die verklaring helpt overigens niet als de bevolking met een hoger percentage stijgt. Anderen wijzen op het klimaat, gebrek aan investeringen in R&D, milieubeleid, het uitgewerkt zijn van de groene revolutie en nog een hele rij mogelijke oorzaken.
Maar in de meeste andere regios is er nog wel degelijk sprake van groei van de totale factorproductiviteit, ofwel de kostprijzen dalen nog. Soms omdat er minder arbeid wordt ingezet (schaalvergroting), soms door de import van nieuwe technologie (oost-Europa, China), of er wordt meer grond in gezet (Indonesie, Brazilie).

Ruilvoet
Productiviteit is vooral een gevolg van een verbeterde ruilvoet (de opbrengstprijzen dalen minder snel dan de inputprijzen) zodat er geinvesteerd wordt. Soms betekent een verslechtering dat er schaalgroottevoordelen optreden. In toenemende mate komt de productiviteitsstijging niet meer uit het onderzoek van de overheidsinstellingen maar via de GMO zaden van de private sector.
IAAE Voorzitter prof. David Colman ging dieper in op de ruilvoet (de terms of trade) en vond dat die minder hard verslechterde dan meningeen denkt. Hij drong ook aan op vergelijking van de landbouw met de dienstensector, in plaats van met de industrie zoals we traditioneel doen.
Juist op het platteland is er ook een grote dienstensector (de handel, de kapper, de arts) omdat de industrie vaak ontbreekt. Ook in die sector is er veel armoede; het is waar dat wereldwijd de meeste armoede op het platteland voorkomt, maar dat is ook vaak in de lokale dienstensector en zeker niet alleen in de landbouw.

En Alain de Janvry, een van de auteurs van het World Development Rapport, gaf een lijstje van 5 aspecten dat de huidige landbouw en voedselproblemen in de derde wereld karakteriseren:
  1. toenemende voedselonzekerheid en honger
  2. aanhoudende stagnatie in de landbouw ten zuiden van de Sahara
  3. de armoede in deze wereld zit vooral op het platteland
  4. toenemende inkomensverschillen tussen stad en platteland
  5. toenemende schaarste aan natuurlijke hulpbronnen door uitputting en te gering aanbod van milieudiensten

Wie de papers wil lezen kan terecht op AgEcon Search.

Geen opmerkingen: