In aanvullig op mijn blog van gisteren, laat ik mijn licht ook nog maar even schijnen op een andere (onjuiste) stelling die ik van tijd tot tijd beluister: schaalvergroting is niet het juiste spoor want je ziet dat bij een onverwachtse crisis juist nieuwe grote bedrijven in de financiele problemen komen.
Of schaalvergroting het juiste spoor is, is een kwestie van bedrijfsstrategie (multi-functioneel kan ook een hele goede zijn). Maar het feit dat grote bedrijven soms in de problemen komen en kleintjes niet, betekent niet dat schaalvergroting niet doorzet. Mijn verklaring voor het verschijnsel is dat sommige ondernemers de trend naar schaalvergroting en kostprijsverlaging goed inschatten, maar achteraf gezien (altijd makkelijk oordelen) te veel risico nemen in hun eigen bedrijfsfinanciering. De productiekant van die bedrijven en de marge zijn wel op orde, maar er is te weinig buffer in het eigen vermogen (terwijl kleine bedrijven vaak heel veel eigen vermogen hebben en wel tegen een stootje kunnen). Ze zijn dus net even te hard gegroeid of hebben zich van te weinig aandeelhouders verzekerd.
Met als gevolg dat wanneer het tegen zit, het bedrijf gereorganiseerd moet worden of te koop komt. In dat laatste geval zet de schaalvergroting extra hard door want iemand anders kan het dan overnemen tegen aanmerkelijk lagere kapitaalskosten.
Kortom de (technische) ontwikkeling in een bedrijfstak kan best een bepaalde kant op wijzen terwijl de eerste innovatoren er niet al te veel aan verdienen. Dat is niets bijzonders: het gebeurt in de software (er is vermoedelijk meer geld verdiend met Excel dan de voorlopers Supercalc, Symphony en Lotus). En om in de analogie van gisteren rond de cafetaria's te blijven: het eerste McDonalds restaurant in Nederland werd in 1971 in Zaandam gevestigd en medio jaren zeventig probeerde men het nog eens in Amsterdam (bij de Munttoren op de hoek van de Vijzelsstraat en de Reguliersdwarsstraat als ik me goed herinner). Erg hard liep het allemaal niet, naar verluidt omdat men teveel van de (Amerikaanse) toeristen verwachtte. Ahold stapte uit de joint venture. De grote groei (inmiddels zijn er 220 van die restaurants in Nederland) kwam pas in de jaren tachtig en negentig toen men net als in de VS in de nieuwe buitenwijken met kinderen en steeds meer werkende partners nieuwe restaurants neerzette.
Het feit dat het aanvankelijk niet zo hard liep was (alweer: achteraf) geen signaal dat de strategie niet werkte, het was meer dat de eerste implementatie te wensen overliet. Zo eenvoudig is ondernemen namelijk ook weer niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten