vrijdag 28 augustus 2009

R&D voor de landbouw in de 3e wereld

Een van de interessantere key notes op het internationale landbouweconomen congres van vorige week in Beijing kwam van Prabhu Pingali. Een man van naam, ex-FAO en nu deputy director, Agriculture Development bij de Bill en Melinda Gates Foundation.
Hij behandelde de investeringen in R&D voor hogere productie. Met de groene revolutie is dat heel succesvol geweest. Er was een duidelijke vraag naar hoog-opbrengende varieteiten voor de kleinschalige landbouw. De markt regelde dat niet en internationale instituten (de zgn CGIAR instituten) concentreerden zich op die taak. Wat in het ene land werd uitgevonden werd ook in een ander land toegepast: er was een internationale spill over, en daarom was het zinvol die instituten internationaal te financieren. Nationale instituten zorgden voor de laatste locale aanpassingen.
Veel minder succesvol was dit systeem als het ging om milieu aspecten (resource management) en bij gewassen in marginale productie-omgevingen. En ook al niet in kleine en tropische gewassen. Daar werden de landen maar aan hun lot overgelaten: de locale omstandigheden waren hier vaak doorslaggevend en dat maakte goede internationaal gecoordineerde veredeling niet zo zinvol.

Toekomstbeeld
Voor de toekomst is er een herijking nodig. In de veredelde CGIAR gewassen is het nu big business en zijn de internationale zaadveredelaars nu actief genoeg; daar kan de overheid zich wel terugtrekken. Publiek-private samenwerking lijkt niet zo zinvol.
Vervolgens lopen de belangen van landen uiteen: de westerse landen willen veredeling op kwaliteit en milieuaspecten. De opkomende landen willen de productiviteit in stand houden en de concurrentiepositie verbeteren. En de armste landen willen wel eens een doorbraak maken met de opbrengsten per ha.
Wat betreft de ontwikkelingshulp constateerde de spreker dat die de neiging heeft meer land gericht te zijn dan naar internationale organisaties. Dat gaat ten koste van de mondiale prioriteitsstelling waardoor schaalgrootte effecten in het onderzoek en spillover effecten verloren dreigen te gaan.
Wellicht, zo suggereerde Pingali, moeten er internationale fondsen blijven maar moeten die meer de resultaten van voorgesteld onderzoek kopen: wie een cassave weet te kweken die meer dan x kg per ha opbrengt of meer dan y% zetmeel heeft, krijgt Z miljoen dollar.

Zie: P. Pingali: Global agricultural R&D and the changing aid structure. IAAE Congres 2009

Geen opmerkingen: