donderdag 14 juni 2007

Te paard voor de standaardisatie van data

Alles internationaliseert, ook koeien. Ik bedoel niet het -naar ik begrijp- matige fotootje van het Duitse kunstwerk dat ik hier gisteren liet zien, maar levende koeien. Ze worden soms als kalf geboren in Polen, groeien op in Nederland en worden in Duitsland geslacht. En al onze registratie-systemen (de burgelijke stand van de koeien) zijn nationaal, dus als zo'n dier de grens overgaat, moeten de gegevens in het nieuwe land weer met de hand worden ingetypt - dat betekent kosten en kans op fouten.
Het voorbeeld kwam vandaag aan de orde op een internationaal seminar rond elektronische datauitwisseling, dat we op het LEI hielden en dat ik mocht voorzitten. Ter ere van een groep uit Noorwegen, met ook interessante ervaringen uit Denemarken en Duitsland. Het voorbeeld illustreert niet alleen dat de landbouw internationaliseert, maar ook dat dit gevolgen heeft voor standaardisatie van gegevensuitwisseling. En dat is nationaal al een lastig onderwerp.
Ik kreeg in de jaren 80 voor het eerst te maken met de informaticastimulering, en het was boeiend te zien dat er a] iemand nog aan referereerde en b] dat sommige dingen die toen bedacht zijn (zoals elektronische facturen om de boekhouding goedkoper te maken) nu ook gerealiseerd worden. Dat dat lang geduurd heeft komt niet omdat de techniek het probleem is, maar de organisatie, het veranderen van werkprocessen en het vinden van profijtelijke toepassingen. Dat is in de jaren 80 onderschat. Dat heb je overigens vaker met techniek: iedereen duikt op de perfectionering ervan, en vergeet te kijken naar de organisatorische inbedding.
Ook in de toekomst zal standaardisatie en uitwisseling van gegevens stap voor stap gaan en de weg waarlangs is onvoorspelbaar. Een grote database met alle data van alle boeren zal er niet komen, zo werkt het internet niet. Overigens lijken we in Nederland niet achter te lopen, maar er is wel werk aan de winkel als je de administratieve rompslomp wil terugdringen.
Boeren lijken vooral belang te hebben bij open standaards, zodat ze wat makkelijker van afnemer kunnen wisselen. Het is de vraag of hun belangenvertegenwoordigers daar alert genoeg op zijn. En bedrijven zouden zich moeten realiseren dat winstgevendheid komt van snel innoveren en als eerste een standaard gebruiken, niet van het exclusief bezitten van die standaard en het proberen de eerste viool te spelen. Het heeft geen zin als enige een telefoon te hebben, je kunt pas bellen als de meeste mensen er een hebben. Netwerk-effecten noemen economen dat.
.
het fotootje van de eerste vioolspeelster te paard is van dezelfde tentoonstelling in Neu Hardenberg

Geen opmerkingen: