woensdag 9 januari 2008

Lijstje: Onmaakbaarheid

De wereld heeft last van de wet van de onbedoelde gevolgen (unintended consequences) en is daardoor in essentie onvoorspelbaar en zeker niet maakbaar. Die onbedoelde gevolgen komen voort uit.


  • onverwachtse meevallers als gevolg van een besluit (windfall, serendipity),
  • een onverwachtse bron van risico en problemen (de wet van Murphy: de boterham valt altijd met de met pindakaas besmeerde zijde op het vloerkleed) of
  • een negatief, ja zelfs pervers effect (auto's werden in New York binnengehaald als schoon antwoord op de milieuvervuiling door paarden).

Dat idee van de onbedoelde gevolgen gaat al terug op het Schotse verlichtingsdenken en is in de dertiger jaren door Robert Merton uitgebreid onder de aandacht gebracht. Hij sprak ook wel van de wet van unforeseen / unanticipated consequences en zag vijf achterliggende oorzaken, zo lees ik in de Wiki.

  1. onwetendheid

  2. foute analyse
  3. korte termijn gaat boven de lange termijn

  4. self-defeating prophecy (voorspelling haalt zichzelf onderuit omdat het tot actie aanzet)
  5. basis waarden en normen verhinderen bepaalde acties om gevolgen te voorkomen

Naar mijn bescheiden mening is alleen al vanwege deze wet van de onbedoelde gevolgen het vrij onzinnig te plannen hoe de komende 50 jaar de energievoorziening gaat veranderen (een transitie door gaat maken zoals dat in het jargon heet), althans als je daarmee een blauwdruk voor huidig handelen wilt leveren. Zo perfect is het systeemdenken ook weer niet. Dat wil niet zeggen dat een beetje toekomstverkenning zinloos is, in tegendeel.
In een pamflet dat toepasselijk is gestencild op de laatste werkende stencilmachine in Nederland (die natuurlijk in katholiek-socialistisch bolwerk Nijmegen staat), hebben enkele Wageningse auteurs zeer kritische noten bij het maakbaarheidsdenken gezet, in het bijzonder als het om transities gaat. Overigens niet vanwege de wet van de onbedoelde gevolgen. Auteurs komen uit de hoek van de planologie en vinden de ruimtelijke ordening niet zo planmatig te ordenen. Op basis ook van een Deense ervaring wijzen ze sterk op de rol van macht en van onderzoek in politieke en maatschappelijke processen - die met Foucault geclassificieerd worden als 'de voortzetting van oorlog met andere middelen'.

De auteurs wijzen erop dat er een heleboel problemen zijn die je niet met transitiearena's en sociaal leren, waarin iedereen tot dezelfde werkelijkheidsdefinitie moet komen, zijn op te lossen.
Dat is helemaal waar als je denkt dat die arena's tot ander gedrag leiden. Het is niet waar als je er zoveel mogelijk de onbedoelde effecten van een beleid bediscussieert, en dan gewoon die maatregel (bijvoorbeeld: handel in emissierechten ook in agrarische sector) neemt die er toe doet. Verder lijkt me dat er veel te weinig nagedacht wordt over instituties (belangengroepen rond wat economen 'rents' noemen) die zich vormen op basis van nieuw beleid en die dat beleid in stand houden of een bepaalde kant op trekken. Die instituties beinvloeden de machtsverhoudingen.

Kortom een interessant essay, waarvan ik tot slot de laatste zinnen deels citeer: "Door de huidige verwevenheid van bestuur, beleid en wetenschap (..) wordt kritiek gemarginaliseerd en de naiviteit van sommige toegepaste en strategische onderzoeken gestimuleerd. (..). Het is tijd voor verandering ..."

Martijn Duineveld, Raoul Beunen, Ronald van Ark, Kristof van Assche en Roel During: The difference between knowing the path and walking the path. Leerstoelgroep Sociaal-ruimtelijke analyse, Wageningen Universiteit. ISBN 978-90-8585-159-z


Geen opmerkingen: