zondag 14 februari 2021

Voedselsysteem - wat kiezen we?

Gisteren serveerde Foodlog een discussie over de korte keten. Ik kon het niet nalaten deze bijdrage toe te voegen over het voedselsysteem. Wel handig om even te bewaren voor werk later dit jaar. Vandaar dat ik het hier ook nog maar even opsla

 

Dick, mijn vader zaliger leerde me in de jaren 60 dat hij op twee manieren aan aardappelen kon verdienen: je bent een van de grootste aardappeltelers van NW Europa met een lage kostprijs, of je verkoopt ze per stuk in een restaurant. Je begrijpt waar mijn fascinatie voor economie vandaan komt (en mijn vader was van de eerste strategie, maar dat was in het keurig verkavelde Flevoland waar niemand zijn bedrijf te koop aanbood best lastig).

De verkiezingen en formatie gaan draaien om wat voor platteland we willen. Een aantal mensen (niet in de laatste plaats uit de voedselverwerkende industrie en de toelevering, maar ook boeren) hamert op voedselvoorziening (9 miljard and all that) als doelvariabele. Het Westlandse tuinders model: stip op de horizon qua duurzaamheid via innovatiespoor, de markt doet zijn werk of de overheid helpt een handje met saneren en we zouden het het liefst zo efficiënt mogelijk doen. Om te beginnen met 8.000 in plaats van 16.000 melkveehouders, zodat ze een beetje dezelfde schaal hebben als in Denemarken of Oost-Duitsland. Heb je ook aan 1 klas jongeren voor bedrijfsovername per jaar genoeg.
En dat kan ook heel milieuvriendelijk want die bedrijven kunnen investeren en je kunt ze reguleren. En we zijn daarbij voorstander van scheiding van landbouw en natuur. In potentie ligt er dezelfde deal richting de natuurbeweging die Chris de Stoop zo mooi voor de Antwerpse haven beschreef: we staan 15% grond af voor natuur en doen het milieuvriendelijk op 85%. Net als bij De Stoop is de klassieke boer de dupe van de grootschalige. (Ik leerde van de week dat in de jaren 60 al zo'n deal in een structuurschema voor de Friese landbouw werd gemaakt, what's new?)

De alternatieve invulling is dat zo'n efficiënte voedselproductie niet realiseerbaar is, omdat boeren niet willen/kunnen omschakelen en dat politici de achterban in stand willen houden (en ook veel natuur- en milieuorganisaties voor small is beautiful zijn en ondermijning in vrijkomende bebouwing dreigt). Dus hou je een inkomensprobleem bij boeren. Dan zoek je iets om je te onderscheiden want in de anonieme internationale commodity markt op kostprijs. Dat zijn locatie en beleving. In dat beeld past die korte keten met niche producten, met bestellen via internet en thuisbezorging en een mix met groen/blauwe diensten en multifunctionaliteit (zorg, restaurant op de boerderij of gewoon een nevenberoep). In dat geval ga je via de groen/blauwe diensten ook meer naar een verweven model van natuur en milieu en ga je dat meer via de markt van contracten met boeren regelen en niet alleen via Staatsbosbeheer en de TBO als overheidsactiviteit.

De werkelijkheid wordt straks natuurlijk een mix. Interessant is dat ook het grote voedselproducerende bedrijfsleven m.i. belang begint te krijgen bij (voor een deel) het tweede, metropolitane model. Omdat je niet alleen een zekere productie hier moet hebben (ook al doen sommigen de helft van de sourcing en productie in het buitenland), maar ook een aantal zeer innovatieve boeren omdat je hier de innovatie doet. En die moeten niet gehinderd worden door een burgerwoning in de vrijgekomen boerderij naast hun, dus moet het zo dat het past in wat burgers acceptabel vinden. En ze hebben belang bij een mooi grootstedelijk landschap voor hun medewerkers op de hoofdkantoren en research labs. Het vestigingsklimaat is dus gebaat bij enig draagvlak en een bepaalde inrichting van het platteland. En dat is niet het industriële. Dat nog los van het feit dat veel voedselverwerkers coöperaties zijn en dus ook het ledenbelang laten meewegen (in discussies tussen de CEO en de bestuursvoorzitter).

Op de achtergrond spelen er dan nog twee zaken: onder beide scenario's loopt het areaal terug omdat woningbouw, datacentres, distributieparken en zonnevelden ruimte nodig hebben. Dat levert dus een geldstroom op voor verandering / gebiedsontwikkeling en is verder redelijk onvermijdelijk. Doe het vooral via ruimtelijke ordening op de goede plek. Bodembescherming voor de beste gronden. Functie volgt bodem.
En verder moet voor die groen/blauwe diensten (grutto-contracten, CO2 vasthouden in veenweide of vastleggen, landschapselementen in natuur-inclusief etc) er een markt met geldstroom uit de burger worden georganiseerd. Dat kan misschien deels uit waterwinbedrijven en waterschappen, maar uiteindelijk moet het net als bij de wegenbouw uit de belasting. Via de voedselprijs van CBL gaat niet lukken, maar de BTW kun je wel farmer's friendly maken. Die is in Denemarken 25% dus we kunnen best van 9 naar 15%. Dan moet gelijk het minimumloon omhoog maar dat moet toch want de inkomensongelijkheid begint zo hoog te worden dat lagere sociaal economische klassen (incl. sommige boeren) het Europese en globaliseringsproject niet meer zien zitten omdat het de elite wel wat brengt maar hun naar hun ervaring niet (zie Pikkety, fascinerende analyse). En juist bedrijfsleven heeft belang bij de Europese markt en de globalisering, dus kan hier goed in meegaan. Ja, dan zal zich enige productie naar Duitsland of elders verplaatsen (maar daar hadden de veevoerbedrijven, RFC en VION niet voor niets al grote belangen, dus het is gewoon in hun andere vestiging), dat is dan mogelijk net die productie die we niet meer doen omdat we hier daar de koe vervangen door de grutto. En dan hoeven we minder woningen te bouwen voor de toeloop aan laag geschoolde werknemers uit het oosten van Europa dat we nu proberen weg te concurreren op lage kosten (of hoge kosten van milieu en natuur).

Ben benieuwd hoe dat balletje in de verkiezingen en formatie gaat rollen. De Foodloggersgeven ons hier vast een voorproefje...

Geen opmerkingen: