vrijdag 5 februari 2021

1955 - de landbouwgids


Uit het familiearchief nam ik de Landbouwgids 1955 mee. Mijn geboortejaar, vandaar.  De landbouwgids was in ieder geval in de jaren vijftig en tot in de jaren 60 een jaarlijkse almanak van alles wat er toe deed in het landbouwwereldje. Uitgegeven door de Staatsdrukkerij, met sporadisch wat advertentiepagina's. Uitgegeven met medewerking van LVV (het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening) en de Centrale Landbouw- en Landarbeidersorganisaties. De uitgave van 1955 was 618 pagina's dik. 

Het boek begint met wat algemene zaken zoals de kalender, een overzicht van de Algemeen Christelijke Feestdagen en van de Rooms-Katholieke Feestdagen (Maria Lichtmis op 2 februari), een overzicht van de belangrijkheid van enkele markten (grootste veemarkt: Rotterdam, gevolgd door Den Bosch; een lijstje van 41 (!) graanbeurzen, veel meer in het zuidwesten dan in Groningen), maten, PPT tarieven, en van aanspreektitels (drs. en veeartsen: Weledelgeleerde heer).

Daarna komt de Gouden Gids van de landbouw: personalia en adressen van alle organisaties, scholen, etc. Je kunt dus precies nagaan welke instituten er waren en wie er afdelingshoofd was bij het L.E.I. (nog gevestigd aan de Van Stolkweg, met de illustere H. Dijkstra als afdelingshoofd Bedrijfseconomisch onderzoek van de landbouw en 7 wetenschappelijke medewerkers op die afdeling). Voor Wageningen was er een plattegrond toegevoegd zodat je je weg kon vinden naar instituten en vakgroepen. 

Verder een belangrijk deel belastingrecht, een groot hoofdstuk weerkunde (ook met een terugblik op het weer in het voorgaande jaar), een overzicht van de radio-uitzendingen voor de landbouw en honderden bladzijden artikelen met basiskennis aangeleverd uit o.a. de instituten. Over uiteenlopende onderwerpen als het machinaal plukken van stoppelknollen en het opbergen van gereedschap tot het verzorgen van grasland en de bedrijfspluimveerassen. Die artikelen gingen langer mee dan een jaar dus er was een register op eerdere edities en een beetje boer had een reeks van die boeken in de kast. Het boek bevatte ook een leeslijst basisliteratuur in tal van vakgebieden en een lijst van vakbladen en tijdschriften op het vlak van de landbouw. 

De bedrijfseconomen lieten veel boeken in die lijst opnemen over landbouwboekhouden. Maar ook een werkje uit 1953: Hoe leeft en werkt de Amerikaanse boer? van de Contactgroep Opvoering Productiviteit. Overigens waren er ook verschillende hoofdstukken aan emigratie gewijd, dat werd fors bevorderd in het kader van het kleine-boeren-vraagstuk. 

Het LE.I. droeg een aantal artikelen bij over bedrijfsvoering (met als openingspagina een biljet van 2 gulden 50). Die gingen over de opzet van de administratie op een bedrijf (briefordner, perceel boekje, tabellarisch kasboek), over kostprijzen (van de hand van ir. Hoornweg, een voorganger op een van mijn functies) en over telers- en verbruikersprijzen. Die laatste waren tabellen die later Land- en Tuinbouwcijfers in zouden gaan. Ook het CBS leverde een hoofdstuk Statistiek. Op een bevolking van ruim 10 miljoen waren er 35.000 immigranten en 67.000 emigranten. Het merendeel ging naar Canada. Er werkten 733.000 mensen in de land- en tuinbouw, waarvan bijna 250.000 bedrijfshoofden. Vreemd dat er wel 336.000 bedrijven genoteerd stonden als grondgebruiker, waarvan 29% kleiner dan 1 ha (goed voor 2% grondgebruik) en nog eens 30% kleiner dan 5 ha (11% van de grond). Bijna 40% van de grond was in gebruik bij 3% van de bedrijven, ruim 25.000.




Geen opmerkingen: