vrijdag 8 januari 2021

Ratten-economie

Een aardig verhaaltje in The Economist van afgelopen weekend, ware het niet dat het eigenlijk nogal triest is. Het gaat namelijk niet zo goed met de ratten-handel in Cambodja. Door Covid-19. Het zit nog wat ingewikkelder in elkaar dat je op het eerste gezicht wellicht denkt, en daarmee toch ook weer een fraaie illustratie van hoe de economie werkt in een maatschappij waar men geleerd heeft zo ongeveer alles te eten wat los en vast zit.

De pandemie heeft minstens een half miljoen mensen werkeloos gemaakt (op een beroepsbevolking van 9 mln), en die mensen zijn teruggekeerd naar het platteland. Daarbij zijn de rijstprijzen vrij laag (of dat door vraaguitval komt is niet duidelijk), en arbeidslonen door verruimd aanbod van arbeiders met een derde gekelderd. En dus wordt er meer ingezet op het vangen van ratten in de rijstvelden. Is ook goed voor verminderde gewasschade. Een kg veldrat leverde $ 1,48 op en 15 kg (130 ratten) vangen is op een gunstige dag een mogelijkheid. Maar ook die prijzen zijn met een derde gedaald. Ook handelaren verdienen er minder aan. Naast hoger aanbod is ook de vraag een probleem. Ze worden verhandeld met Vietnam waar het een delicatesse is. Maar de grens is dicht dus moet er gesmokkeld of omgekocht worden. Hogere transactiekosten. En in Cambodja is er het beeld dat de vraag in Vietnam is afgenomen omdat ratten gevoelig zijn voor corona-virussen. The Economist interviewde enkele kopers in Saigon die claimen dat ze heel goed het verschil kunnen maken tussen veldratten en de meer verdachte rioolratten. 

Geen opmerkingen: