vrijdag 20 april 2007

Niet Rijk van toeslagrechten

Mijn blog van woensdag leverde een reactie op van Huib Rijk, die dermate interessant is dat ik hem hier nog maar even naar voren haal:
aangaande de toeslagrechten: de verwachting was inderdaad dat deze aardig wat op zouden brengen bij verkoop. wat ik van veel kanten hoor is dat ieder-een moeite heeft om ze onder te brengen en weinig behoefte heeft aan extra toeslag-rechten. Wordt er minder geteeld dat voor steun in aanmerking komen of heeft de berekening geleid tot hoge toekenningen?
Ik zit verder van de praktijk af dan Huib (die boer en columnist is) maar dichter bij de administratie en uit die optiek denk ik dat het laatste niet waar is. De toeslagrechten zijn uitgedeeld over wat men teelde, als ik me goed herinner in de jaren 2000-2002. Of dat betekent dat er minder toeslaggerechtigde gewassen worden geteeld? Zou kunnen, maar er zijn ook andere redenen van verkoop. Ik kan er 6 bedenken:
  1. een boer moet zijn toeslagrechten verkopen omdat hij nu aardappelen of groente wil telen en dus niet meer de granen of suikerbieten zoals in het begin van deze eeuw. En je hebt nu eenmaal hectares nodig (waarbij groenten en aardappelen niet tellen) om de premies te incasseren. Dat is het argument dat Huib aandraagt. Zou kunnen, met name het suikerbietenareaal krimpt omdat we steeds meer per ha oogsten.
  2. boeren vinden de kosten van innen (transactiekosten) door formulieren in te moeten vullen te hoog. Lijkt me onwaarschijnlijk bij deze bedragen. Voor 10.ooo euro kun je de boekhouder nog wel een uurtje een formulier laten invullen, als het niet al automatisch gaat.
  3. Wie toeslagrechten aanvraagt moet aan de EU Wetgeving zoals Vogelrichtlijn en Nitraatrichtlijn voldoen. Wie ze niet aanvraagt ook, maar wellicht heb je meer controle (hogere pakkans bij een fout) als je toeslagrechten hebt, en in ieder geval is de sanctie hoger: je moet wellicht je toeslagrechten terugbetalen. Ik ken boeren niet als massale overtreders, dus dit motief lijkt me ook niet echt relevant.
  4. sommige boeren hebben zulke lage inkomens dat ze graag hun toeslagrechten te gelde maken als een soort desinvestering en er een betere auto voor terugkopen. Zou in incidentele gevallen best kunnen, alhoewel het laatste jaar voor veel akkerbouwers helemaal niet zo beroerd was.
  5. sommige boeren willen uitbreiden door grond te kopen, hebben daar geld voor nodig en zijn niet geinteresseerd in de toeslagrechten (die komen dan extra op de markt) of sterker nog: verkopen hun huidige rechten om extra grond te kunnen kopen. Zou me niet verbazen, er is een groep akkerbouwers die echt voor schaalgrootte gaat en meer kan verdienen met grondaankopen (denken ze) dan met beleggen in toeslagrechten.
  6. boeren die met pensioen gaan. Eigenlijk is dat hetzelfde dan punt 5: ze verkopen wellicht hun grond aan boeren die wel de grond maar niet de toeslagrechten willen.

Het zou interessant zijn uit te zoeken welke motieven (zijn er nog meer?) echt spelen bij de verkopers. Mooi onderzoekje voor een enquete door een student. Als het vooral categorie 5 is, dan zegt dat wel iets over het nut van toeslagrechten voor de boeren van de toekomst - die kunnen blijkbaar heel goed zonder.

Voor de verklaring van de lage prijs spelen nog twee andere zaken. Toen ze werden ingesteld kon ik bij een brainstorming op het LEI over dit onderwerp al niet bedenken wie ze zou willen kopen. De koper van toeslagrechten weegt deze belegging af tegen twee alternatieven: grond kopen voor bedrijfsuitbreiding (zie punt 5) of staatsobligaties kopen (of sparen als je dat makkelijker vindt). Staatsobligaties leveren rendement op zonder dat je grond hoeft te hebben en je loopt geen risico's van afschaffing of extra cross compliance eisen of controles.

Wij hebben voor 5 ha geen toeslagrechten waar we ze (als we bv 6 jaar granen blijven telen, dat moet je dan ook van te voren weten) voor aan zouden kunnen kopen. Drie keer de waarde wil je dan misschien wel betalen, dan heb je het vierde jaar nodig voor de rente over de investering en ga je in het 5e verdienen. Dus is het wel veel gevraagd 5 of 6 keer de jaaruitkering te betalen.

Een tweede punt is dat er bij het instellen inderdaad bij sommigen hoge verwachtingen waren van de waarde. Ten onrechte is daarbij vergeleken met quota. Die vindt iedereen duur, de waarde daarvan wordt bepaald door de 10% boeren met de hoogste marge die door hun management en bedrijfsopzet veel per kg melk of ha suiker kunnen verdienen. En boeren met gemiddelde resultaten vinden ze dan al snel te duur en kijken tegen die waarde op. Maar hoe hoog je marge per ha in de graanteelt ook is: het heeft geen enkele invloed op je uitkering van je toeslagrecht. Die blijft een vast bedrag per ha. Daar is dus geen 10% van de boeren die hele hoge prijzen betaalt, daar is iedereen bereid ongeveer hetzelfde bedrag te betalen.
Onderzoekers en columnisten hebben de afgelopen jaren wellicht te weinig op deze mechanismes gewezen. Maar misschien is het nog niet te laat voor een verhaal met praktijkervaringen?

Geen opmerkingen: