Een collega stelde gisteren onder de oesters van de kerstborrel nog voor om bij dit soort ontwikkelingen wat meer superlatieven te gebruiken omdat goed nieuws altijd wat minder aandacht trekt dan slecht nieuws. Maar ook zonder dat kun je commentaar verwachten.
Dat kwam vanmiddag al op een onverwacht moment. Ik bezocht met mijn schoonvader het kerstdiner van zijn zorginstelling in Dronten en kwam er tot mijn verrassing een oude bekende tegen uit mijn plattelandsjongerenverleden in dezelfde regio. Ze is nu akkerbouwster en liet weten zich wel aan dit onderzoek te hebben gestoord. Bijna LTO gebeld. Ze kon zich wel in het resultaat herkennen maar was bang dat nu bij consumenten het beeld ontstaat dat boeren van hen profiteren. Mijn repliek is dat wil je geloofwaardig blijven als sector (en onderzoeker) je niet alleen slechte resultaten kunt melden. Als het weer beter gaat moet ook dat gemeld. Anders hoef je ook geen brand meer te roepen als het slecht gaat. En de consument weet al lang dat de prijs van zijn frietjes niet zozeer van de aardappelen afhangt maar ook van de energieprijs en bovenal de loonkosten. En hij eet er geen portie frites minder bij. Eens zijn we het geloof ik niet geworden, maar het diner en het weerzien waren er niet minder hartelijk onder.
En verder moet de visquota weer worden vastgesteld, dat heeft zin nu er nog vis is. Maar het is niet makkelijk met de lage inkomens in de visserij. Daarover (commercial!) verscheen mede van mijn hand net een artikel in EuroChoices. Ter inspiratie voor de onderhandelaars op de foto een experimentele IJslandse viskwekerij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten