maandag 25 juli 2022

economische ideologie

 Uit hetzelfde Archief 2006 is er de mooie bijdrage van Arno Neele "Gebukt onder het verleden, het economisch debat in Middelburg tussen 1770 en 1870" waarin hij bekijkt hoe de elite dacht over de economische gang van zaken. In het begin van die periode was dat in termen van stilstand en verval en pleit men voor het herleven van de glorieuze handel. De VOC en WIC moeten als monopolie blijven, de haven van de stad moet vernieuwd, de glorie hersteld. Vrijhandel zou maar ten goede komen van Holland. Maar vervolgens, zo tegen en in de Franse tijd gaan de (klein)kinderen van de regenten en admiralen zich richten op de agrarische sector. Het bezit wordt niet altijd meer verpacht, men gaat zelf actief het boerenbedrijf leiden. De welvaart moet nu van het platteland komen, waarmee het sinds 1750 al beter ging en dat tijdens de Franse revolutie en Napoleon mooie tijden doormaakte. In het midden van de 19e eeuw dringt de burgerij ook binnen in de verenigingen van de elite, zoals het Nut. Industrialisatie en nijverheid, te bevorderen door scheppen van randvoorwaarden maar ook protectionisme krijgt nu meer invloed, de landbouw wordt vooral gezien als toeleverancier van de nijverheid. Boeiend. 

Geen opmerkingen: