donderdag 6 december 2018

Toekomstverkenning Lage Landen 2020-2100

Ik citeer nog even uit de Toekomstverkenning waaruit ik gisteren een lijstje gaf. Over de transities schrijft de verkenning (pagina 50): Bedrijven en grote industrieën investeren in stedelijke circulaire economieën of nieuwe manieren van voedselproductie enzovoorts. Ook vanuit (nationale, regionale of lokale) overheden zijn de afgelopen jaren hel wat vernieuwende beleidsinitiatieven, pilootprojecten of testsites opgestart de een poging doen om de transities vorm te geven. De kiemen bestaan. Al die initiatieven hebben interessante inzichten opgeleverd. Ze initiëren verandering. Ze tonen de weg die we moeten gaan.
Toch is hun impact vaak nog te klein. Omwille van de beperkte schaal van de 'pilootprojecten' sijpelen de inzichten onvoldoende door. In plaats van de gehoopte navolging, tonen ze de positieve uitzondering. Tussen de vele lokale initiatieven blijven laterale kennisdeling en expertise-ontwikkeling beperkt, waardoor het aanwezige potentieel niet ten volle wordt benut en het gewenste sneeuwbaleffect niet wordt bereikt. Wat al die goede praktijkprojecten en pilootprojecten nodig hebben, is een kader dat toelaat dat de kiemen zich kunnen ontplooien, zich kunnen herhalen en vermenigvuldigen, zodat ze op grotere schaal ingang kunnen vinden.
Waarvan akte. Tijd voor reflexieve monitoring. Er wordt te weinig van dat type onderzoek uitgezet.
En de Toekomstverkenning zelf pleit (pagina 60) voor een programmatische aanpak die het generieke beleid en de gebiedsontwikkelings-aanpak aanvult. Met een heldere uitvoeringsagenda.

Geen opmerkingen: