zondag 9 december 2018

Groot-Nederlands Boerenboek

"De boer is de meest met de natuur vergroeide, de in zijn arbeid meest van God afhankelijke, en daardoor de meest kinderlijke en wijze mens uit alle maatschappelijke groepen". Zo begint Anne de Vries zijn inleiding op het Groot-Nederlands Boerenboek.
Ik kreeg het onlangs van een vriendin die de zolder had opgeruimd. Op een verjaardagsfeestje van iemand anders, het gebeurt me te weinig dat ik met een leuk cadeau wegga op iemand anders zijn verjaardag - maar dat terzijde.
Het Groot-Nederlands slaat hier op Nederland en Vlaanderen en Zuid-Afrika. Het gaat dus om het Nederlands taalgebied. Waarbij overigens aan de 11 Nederlandse provinciën een hoofdstuk wordt gewijd (alleen dat van Gelderland heet Veluwe) en aan Vlaanderen en Zuid-Afrika maar 1. Het lijkt me een interbellum term, uit de tijd dat het Groot-Duitse denken wat uit de hand liep.
We speculeerden daar nog wat over op het verjaardagsfeestje, maar Anne de Vries zat in de oorlog aan de kant van het verzet. Als onderwijzer in Tweede Exloërmond was het een veel-publicist voor het onderwijs. Met als hoogtepunt twee boeken over Bartje (en de bruine bonen). In de oorlog begon hij al aan een boek over de Drentse verzetsstrijder Johannes Post (overigens een geschiedenis die me al jong werd verteld omdat we nogal eens in de naar hem genoemde weg in de NOP kwamen). Met wel wat teveel mythevorming volgens de dissertatie van Geert Hovingh uit de jaren negentig (de wereld is klein: ik zat wel eens bij hem in de kerk, hij was dominee). En na de oorlog publiceerde Anne de Vries het oorlogsjeugdboek Reis door de Nacht, dat ik meerdere malen heb gelezen en dat hier nog ergens op zolder moet staan.
Enfin, terug naar het Groot-Nederlands Boerenboek. De Vries deed de redactie, met steun van P.J. Meertens, secretaris van de dialecten-commissie der Koninklijke Academie van Wetenschappen en naamgever van het instituut waar J.J. Voskuil zijn Bureau op modelleerde. Meertens wordt bedankt voor zijn kennis van folklore en streektaal. Het boek is uit 1937, een jaar later schreven De Vries en Meertens het werk De Nederlandse Volkskarakters. Het boek bestaat uit typerende novelles per provincie.  Met foto's en "verluchtiging"(pentekeningetjes in de marge). Voor Brabant tekende Antoon Coolen (van Dorp aan de Rivier).
Ik las het verhaal over Zeeland van D.A. Poldermans. Goed voor mijn Zeeuws en ik vraag me af of nog het leesbaar is voor iemand die dat niet spreekt en tal van boerentermen niet kent. Een typerend verhaal van een grote boer en een afhankelijke knecht, wier relatie onder druk komt te staan door het brutale zoontje van de boer. Die uiteindelijk uit het ijs gehaald moet worden door de knecht, die dat met de dood bekoopt. En waarin de tekst de stereotypen lekker zwaar aanzet.
Mooi cadeau dat een (terecht) verloren gegane wereld doet herleven.

Geen opmerkingen: