woensdag 10 maart 2010

Milieu-geografie

Tot slot van de reeks blogs gebaseerd op het Oxford Handbook of Economic Geography aandacht voor milieu-economie. Hoort wat mij betreft eigenlijk niet eens thuis bij de economische aardrijkskunde, maar omdat het een paar aardige OECD lijstjes bevat die sommigen misschien relevant vinden in de vleesdiscussie, hier toch even aandacht voor een paper van R. Kerry Turner.
Hij stelt vast dat in de echte wereld externalities vaak opduiken buiten de sfeer van de gedefinieerde eigendomsrechten en vaak niet herkend worden lang nadat de milieuvervuiling heeft plaats gevonden. Zodat de rechten van slachtoffers en plichten van daders pas na het verdrinken van het kalf moeten worden vastgesteld. Dat maakt het er niet makkelijker op.
Het eerste OECD lijstje dat Turner geeft is de 1997 opsomming naar categorien en subcategorien van milieu-instrumenten:
  • command and control instruments
  • economic incentive instruments (belastingen, subsidies, boetes, markt-creatie zoals bij cap-and-trade)
  • other instruments (zoals informatiesystemen)
Economische instrumenten zijn vaak in het voordeel omdat ze aanzetten tot innovatie. Turner onderscheidt 5 principes in de political economie van groene belastingen:
  • economic efficiency principle (hoe minder de allocatie van goed geinformeerde partijen beinvloed wordt hoe beter, moet prikkels geven om oplossingen met laagste kosten te vinden)
  • environmental effectiveness principle (moet tot effectieve vermindering van extern effect leiden door aan te sluiten op vervuiling / gebruik van de natuurlijke hulpbron)
  • fairness principle (moet niet disproportioneel op lage inkomens neerslaan)
  • administration cost-effectiveness principle (geen al te hoge administratieve lasten)
  • institutional concordance principle (moet in wetgevend kader passen)
  • revenue raising principe (moet de gewenste inkomsten opleveren)
R. Kerry Turner: Markets and Environmental Qualtiy in: Clark et al. Oxford Handbook of Economic Geography.

Geen opmerkingen: