zondag 11 oktober 2009

proeven op kasteel Groeneveld

Voor een select gezelschap mocht ik vandaag een lunchlezing verzorgen bij een Proeverij op Kasteel Groeneveld. Het regenachtige herfstweer had weinigen er toe verleid de bossen op te zoeken. Maar de gedachtenwisseling was er niet minder om.
Ik constateerde dat landschap een cultuurbegrip is: het is geen natuur maar een mix van natuur en cultuurlandschap, tussen rationaliteit, panorama en emotie. En cultuurlandschappen veranderen in de tijd onder economische invloeden. Vervolgens doken we in het landschap van de supermarkt-inrichting en van de supermarkten onderling. Veel concurrentie, veel koopverleiding en veel discussie over de macht van de supermarkt.
Vanuit de consument in de supermarkt wordt de keten en uiteindelijk het platteland aangestuurd. In de economische gedachte vooral met prijzen, waarbij de signaalfunctie belangrijker is dan de kostprijsfunctie. Prijzen zijn maar een beperkt middel om signalen over te dragen, het laat externe effecten rond milieu en landschap onbeprijsd en daarom hebben we nu ook een grote hoeveelheid labels die proberen het onderscheid te maken.
Keren we terug in de supermarkt dan zien we echter dat de consument 95% van de stimuli niet opmerkt en dat bijna 90% op gewoonte koopt. De consumentenzorgen als diervriendelijkheid, milieuvriendelijk of ambachtelijk leggen het daarbij af ten opzichte van gemak, gezondheid en prijs.
Goed dat de overheid dan op de consumer concerns van milieu, dierwelzijn en landschap let, maar de geografische reikwijdte van onze overheid strekt zich niet uit tot Latijns-Amerika als mede-producent of Duitsland en Rusland als koper van de Nederlandse producten.
De overheid zou het dus wel prima vinden als de consument zelf wat meer de daad bij het woord voegt, maar daar is het doe-gedrag met de portemonnee sterker dan het zeg-gedrag. Dat komt door de tegenstelling burger - consument (ik ben ook voor goed openbaar vervoer maar voorlopig is met de auto handiger) en door het feit dat we op korte termijn met onze emotionele hersenen besluiten en niet met de rationele helft die we voor de lange termijn besluiten inzetten.
Wat hier en daar wel lijkt te werken is dat actiegroepen en NGOs op basis van het reputatiemechanisme winkelbedrijven aanspreken, verwijzend naar onze lange termijn zorgen.
Mijn stelling dat maar weinig mensen in het landschap van de melkveehouderij en akkerbouw merken hoe bedrijven groter worden (laat staan dat ze het erg vinden), dat dit proces vanzelf doorgaat en dat dit geen nieuwe ruilverkavelingen nodig heeft, geillustreerd met de mobiele melkrobot en voorzien van een pleidooi voor mooie architectuur van grote melkveebedrijven, leidde zoals bedoeld tot enige discussie. De mentale modellen lijken dan vooral door die ruilverkavelingen en de grootschalige intensieve veehouderij bepaald. Maar dat zou m.i. niet de discussie rond bv. de schaalgrootte in de melkvee moeten bepalen.
Kortom, een leuke bijeenkomst.

1 opmerking:

Lizet Kruyff zei

Jammer dat wij er niet bij konden zijn, het klinkt naar een verhaal dat een groter publiek verdient.
Misschien geldt ook hier: doe-gedrag anders dan zeg-gedrag ;-).