- De grote verschuiving: de industrie is kleiner geworden en naar het buitenland verplaatst. Dienstverlening en deeltijdwerk zijn toegenomen
- De remmende voorsprong: we hadden al vroeg grote multinationals, door de globalisering kwam er meer concurrentie en dat dwong een aantal bedrijven tot meer bescheidenheid (of beeindiging van de dubbele hoofdstructuur: Unilever, Shell, Reed Elsevier).
- Terug naar de kern: het einde der conglomeraten
- Nieuwe financiers: de neergang van de jaren 80 bracht private equisy binnen die het mogelijk maakte dat de grote bedrijven hun dochters verkochten
- Druk van beleggers: aandelen waren minder in handen van verzekeraars als Nationale Nederlanden of Delta Lloyd c.q. zij gingen steunen op externe analisten en beleggers met hun fondsmanagers werden belangrijker. Het versterkte de trend van stroomlijning en versmalling.
- Uitbesteding, De outsourcing en leasing (van wagenpark ed) hielpen de focus op kerntaken nog een stukje verder. Blijkbaar konden specialisten sommige zaken beter. ook gebruik van uitzendbureaus en zzp-ers moet genoemd.
- Nieuwkomers, met name in de digitalisering. Die meten we niet meer in arbeidsplaatsen maar in beurswaarde, ook veelzeggend. Nummer 1 is nu ASML (16.227 werknemers in Nederland), nummer 2 Ayden (1262 werknemers).
Al met al enorme verschuivingen en mogelijk een happy end voor de bedrijven, maar met een grote maatschappelijke kloof in de arbeidsmarkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten