vrijdag 10 september 2021

De eeuw van zijn vader

 

Afgelopen weken las ik een klassieker van Geert Mak. Het uit1999 daterende "De eeuw van mijn vader". Goed boek, waarin de auteur zijn familiegeschiedenis mengt met de ontwikkeling van Nederland in de 20ste eeuw, zowel economisch als cultureel, en wat dat laatste betreft dan met name die ook van de zuil der mannenbroeders. Mak zijn vader werd namelijk in 1899 geboren, nog duidelijk voor het eind van die lange 19e eeuw, en werd een gereformeerd dominee in de zuil van Abraham Kuiper. Met ook tot in de oorlog een aanstelling in Medan (Sumatra) met dus de Birma-spoorlijn als gevolg.

Omdat de familie uitgebreid correspondeerde en die brieven in handen van de auteur vielen, had hij goud in handen en maakte er een mooi boek van. In de jaren zestig verdrong de telefoon de verslaggeving, maar vanaf die tijd kon er uit eigen geheugen worden geput.

Ik kwam ook nog een paar zaken tegen die wel aardig zijn voor deze blog over agri. Zo blijkt een van de grootvaders van Geert Mak begonnen te zijn als onderwijzer op Flakkee en was in 1897 een van de eersten die in Wageningen een landbouwakte haalde om vervolgens overal op het platteland cursussen te geven over het gebruik van kunstmest, inkuilen van gras "en andere nieuwigheden". (p. 68)/

Wat ik niet wist is dat Jan Tinbergen in 1938 had uitgerekend dat Nederlands Indië voor 14% had bijgedragen aan de Nederlandse economie. En dat dit cijfer na de oorlog gretig werd gebruikt om de koloniale politiek te verdedigen. Ex-Minister van Koloniën Welter (KVP) koppelde dit meteen maar aan de laatste 14% van het inkomen van de kleine man, "Alles wat het leven waard maakt geleefd te worden, zit in die veertien procent". De bioscoop, het biertje, de nieuwe mantel voor de vrouw (!). [pag. 378]

En verder (op pagina 411) een mooie beschrijving van het menu van de jaren 50. Maar dat moet je zelf maar (her)lezen. 


Geen opmerkingen: