zaterdag 1 februari 2020

De achterstelling van het platteland

"Met uitzondering van korte jaren na de Franse tijd, was er steeds in ons vaderland een betrekkelijke minachting voor het platteland. De grote bijdragen, welke handel en scheepvaart geleverd hadden tot de welvaart van ons land, hadden er toe geleid dat men de handels- en havensteden ging beschouwen als het eigenlijke Nederland en het platteland als een soort achterland. Een achterland nuttig voor de aanvoer van melk, spek en eieren: maar toch acherland. Terwille van handel en scheepvaart werd in de economische politiek nauwelijks gerekend met de belangen van de landbouw, trouwens ook niet van de industrie".
Die tekst komt niet uit een brochure van de Farmer Defence Force, maar uit een jubileumboek van een van de voorlopers van LTO, de Christelijke Boeren- en Tuinders Bond CBTB. In 1948, bij het 30 jarig bestaan schreven oprichter prof. Diepenhorst en Chr. van den Heuvel op verzoek van het bestuur een gedenkboek. Ik trof het aan in het Zeeuws familie-archief.
Deze passage (p. 74/75) komt uit een bespreking over de relatie in de jaren 30 van de CBTB met de bond Landbouw en Maatschappij die ontstond op basis van fysiocratische ideeën en de bloed- en bodem ideeën die door de Duitse nazi's zo gepropageerd werden. De CBTB vond het begrijpelijkerwijze lastig enerzijds te strijden tegen deze lastige ideologie en anderzijds wel op te komen voor het platteland. L'histoire se repete...

Geen opmerkingen: