De waarde van een boerderij zit in grond. Althans dat was zo, en zo keek in ieder geval de Engelse belastinginspecteur er vroeger tegenaan. De gebouwen hadden een relatief geringe waarde en liepen in de taxatie en belastingheffing gewoon mee.
Maar dat is aan het veranderen, zo leerde ik vorige week op Wye College. Bij de bedrijven die nu overgedragen worden komt het steeds meer voor dat de waarde in erf en gebouwen zit, en niet in de betrekkelijk geringe hoeveelheid grond. Die grondwaarde is Engeland, waar in sommige gebieden de landbouw het maar matig doet (de Engelsen melken hun quota al niet meer vol), geringer dan bij ons en de huizenprijzen zijn in bv. zuidoost Engeland onder invloed van de booming economy (o.a. in financieel en marketingcentrum Londen) de pan uit gerezen. Ook in Nederland kennen we situaties waar een mooi erf met een goede woning (en paardenstal) al snel de waarde heeft van 15 ha grond.
Veel van die kleine bedrijven worden overgedragen naar een volgende generatie hobbyboeren. Maar soms zijn het echte bedrijven die ook nog veel grond (los) huren voor contractteelten. In beide gevallen krijgt de Engelse belastinginspecteur steeds meer moeite de bedrijfsovername te regelen tegen zogenaamde 'agrarische waarde'.
De waarde ligt in het maatschappelijk verkeer immers hoger en de beperkte oppervlakte lijkt niet essentieel voor verdere bedrijfsvoering. En dus meer stakingswinst en een hogere belastingafdracht. Overigens is het zeer de vraag of zo'n ontwikkeling de concurrentiepositie verslechtert. Het betekent vooral dat iemand die met pensioen gaat minder over houdt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten