maandag 14 mei 2007

meitelling

We moeten naar een kenniseconomie met veel dienstverlening, en het landbouwbeleid draagt daar al aardig aan bij via de verplichte administraties en formulieren die boeren moeten inleveren, en waarvoor ze hun accountant inschakelen. En waar de overheid dan ook weer mee aan de slag mag.
Afgelopen dagen was het in menig boerenhuishouden minder gezellig door de verplichte inlevering van de meitelling, nu omgedoopt tot gecombineerde opgave als je ook een graantje mee wil pikken van de toeslagrechten.

Een toelichting voor lezers die niet in de boerenpraktijk werken: wat voor iedere burger de belastingaangifte voor 1 april is, is voor boeren en tuinders de meitelling die uiterlijk 15 mei (morgen dus) in Assen moet zijn ingeleverd. Met dat verschil dat boeren geen geld moeten betalen bij de verplichte aangifte, maar velen van hen geld krijgen. En dat maakt het veel spannender dan de belastingaangifte: daar wordt je vriendelijk gecorrigeerd als je een foutje maakt, en in de praktijk is een week later inleveren (of een briefje met een goede reden voor een paar maanden uitstel) geen probleem, maar bij de 'gecombineerde opgave' is een kruisje vergeten al snel een paar duizend euro minder op je bankrekening, en de overheid doet er al vast maar een tabel bij wat het kost als je te laat inlevert: per dag gaat er 1% van je uitbetaling af.
Bij ons bedrijfje gaat het nog om een bedrag dat je met 4 cijfers voor de komma schrijft, maar er zijn ook boeren die op basis van deze aangifte een bedrag van 6 cijfers op hun bankrekening krijgen. Een deel daarvan wordt dus besteed aan software (voor perceelsadministratie) en aan adviseurs.

Invuloefening
Ik mocht een formulier van 28 pagina's invullen. Nu zegt dat op zich niet zoveel, vroeger kon hetzelfde op 2 pagina's, maar het is nu veel beter vorm gegeven (hoewel ik graag een tabel had gehad om alle pagina's met dieren die we niet hebben over te slaan). En van sommige gegevens vraag ik me zelfs als onderzoeker af waarom we dat 80.000 boeren en tuinders vragen. Er moeten betere methoden zijn, zoals via het informatienet van het LEI, om te achterhalen hoe groot het groene stroomgebruik in de agrarische sector is. En moeten we echt elk jaar weten hoeveel hokcapaciteit er is om onze kippen te stallen? Daarnaast mag je nog de beroemde perceelskaarten invullen en er gaan de nodige horror-verhalen over de nauwkeurigheid waarmee dat moet. Er is ook een eigen jargon ontstaan ("gewaspercelen") dat ik nog wel herken uit projecten die we in de jaren 80 rond informaticastimulering en jaren 90 rond mineralenboekhouding deden.
De overheid doet er veel aan alles toe te lichten (alhoewel ik lang gezocht heb naar het antwoord op de vraag of je ook nul moet invullen als je de soort dieren niet hebt, en vervolgens maar aangenomen heb dat dit niet hoeft). Ik had al een brochure van 37 pagina's gehad met de toelichting op Toeslagrechten, en nu kreeg ik er nog twee voor deze opgave - een van 13 en een van 33 pagina's. Het ziet er allemaal mooi en consistent vormgegeven uit en je ziet dat de overheid zijn best doet de administratieve lasten te verminderen.
Aan het eind mag je zelfs invullen hoeveel uur je er aan besteed hebt, waarbij men dan wel er vanuit gaat dat je het of zelf doet, of laat doen - en niet (wat veel voorkomt) een combinatie van beide. Naar eer en geweten heb ik er 8 uur aan besteed en het toch nog maar door onze accountant laten controleren en afmaken. Dat komt wel omdat we een beetje een speciaal geval zijn: ik deed het voor het eerst, kreeg vanwege een niet verwerkte kavelruil een verkeerde perceelskaart toegestuurd, was vervolgens zelf een week in het buitenland, en toen bleek dat ik gisteren ook nog handtekeningen van mijn maten nodig had, wat een ritje van 250 km opleverde. En we ruilen enkele percelen met de buurman dus de in te vullen kaart luistert nauw.
Mijn persoonlijke opvatting is dat dit niet de bedoeling van het landbouwbeleid kan zijn; dat moet veel simpeler kunnen, bijvoorbeeld door die toeslagrechten om te zetten in een soort obligatie (die zelfs mee kan lopen in de effectenportefeuille bij de Rabobank) zonder allerlei verplichtingen, en het aantal koeien een keer per vijf jaar te tellen (waarom hebben die beesten trouwens zo'n gele flap, daar kan toch een chipje in?).
Maar zelfs bij die 8 uur resteert een beloning per uur die hoger is dan ik vandaag per dag verdiend heb als manager in mijn echte baan. Gauw ophouden met klagen dus.

Geen opmerkingen: