Van Schayck wijst op de kosten van de gezondheidszorg, die we met zijn allen betalen. Daar zit wat in, maar wellicht moeten mensen met obesitas en mensen die roken meer voor hun verzekering gaan betalen (c.q. geen korting krijgen) - tenzij ze wellicht kunnen aantonen dat het overgewicht genetisch bepaald is.
Toevallig had ik afgelopen week prof. Steve Clarck van de Universiteit van Nova Scotia (Canada) op bezoek en die presenteerde op mijn werk een paper over dit onderwerp. Zijn stelling was dat een belasting op vet er toe kan leiden dat arme mensen (die vaker zwaarlijvig zijn) nog dikker worden. Hij baseerde dat op econometrisch onderzoek in de VS waarin hij rekening hield met de kwaliteit (bv. vetgehalte) van producten (in bijzonder vlees). Gezonde producten zijn in de regel duurder dan ongezonde en het lijkt dan voor de hand te liggen de ongezonde duurder te maken. Maar, zo rekende Steve voor, er is ook een inkomens (of budget) effect en door de duurder geworden ongezonde producten kun je dus ook niet meer af en toe een gezonde kopen. Als iemand wel weet dat Becel beter is dan margarine, maar Becel maar af en toe kan betalen en je maakt margarine duurder, dan blijft er geen geld meer over voor af en toe Becel. Juist bij armere gezinnen zou dit effect groot kunnen zijn.
De discussie rond zijn paper leidde tot het beeld dat het heel lastig is om gezond gedrag te krijgen door de prijzen te manipuleren, zeker omdat vaak ook nog andere aankoopmotieven gelden. Bovendien: twee glazen rode wijn per dag is gezond, twee flessen ook, maar dan toch alleen per week, niet per dag. We tendeerden dan ook naar voorlichting (daar waar kennis bij consumenten te kort zou schieten) en het resultaat te belasten. Bijvoorbeeld via de verzekering. Tenslotte betaal ik bij een auto in de Randstad ook meer premie dan in Zeeland.
Misschien moet iemand de literatuur eens op een rijtje zetten.
.
Op de eigen foto onbelaste paddestoelen op een boerenmarkt in Washington DC
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten