donderdag 22 maart 2007

Slow food served fast


Van Ottawa reisde ik twee weken geleden naar Washington DC. Ik arriveerde er met sneeuw. De verplichte trip met de hotel shuttle bus door Georgetown, in de schemer en de sneeuw, riep de sfeer van kerstavond op. Maar na een paar koude dagen sloeg het weer helemaal om en werd het voorjaar en terrasweer.
Wat me meteen opviel in Washington is de belangstelling voor biologische en locale productie. Op de cover van Time, in het gratis blad op de luchthaven, in de kranten en de winkels. Beter laat dan nooit. Soms wel op zijn Amerikaans: ik dineerde in een restaurant dat boven de kaart had staan: Slow food served fast. Maar het moet gezegd, de afgelopen jaren is de kwaliteit van restaurants sterk verbeterd. Ik ontdekte nu ook verschillende nieuwe fancy wine shops bij DuPont Circle, de buurt waar ik normaal verblijf. Op zondag kwam ik op een boerenmarkt terecht met vrijwel alleen biologische producten. Let’s meat! Verder wordt het landbouwdebat helemaal gedomineerd door de bio-energie, en vooral ethanol. Met weinig kritische geluiden over het effect op de voedselprijzen in derde wereldlanden en het feit dat er ook veel energie in de productie wordt gestoken.
De National Gallery had een tentoonstelling met tekeningen van Rembrandt, altijd weer interessant hoe met een paar lijntjes het Groene Hart, toen Sloten en Diemen daar nog onderdeel van waren, wordt weergegeven. Maar het meest onder de indruk was ik van de Phillips Collection, een museum opgezet door de zoon van een Pittsburgse staalmagnaat met een geweldige collectie moderne kunst in huiselijke omgeving. Mondriaan, van Gogh, Picasso, Klee, Kadinsky, veel Franse impressionisten met als topstuk een beroemde Renoir (Luncheon of the Boating Party, de Franse titel is blijkbaar overbodig). Er was ook een erg leuke gelegenheidsexpositie over de eerste filmpjes uit het eind van de 19e eeuw. Opvallend hoe vol de straten waren met mensen, die woonden toen veel dichter op elkaar en het terrein voor het bouwen van een wolkenkrabber was even dichtbevolkt met werklui (kruiwagens en handwerk) als een bouwterrein in een derde wereldland heden ten dage. Veel paarden, -trams en koetsen in de straten ook, je kunt je nu inderdaad voorstellen dat de auto ooit in New York is binnengehaald tegen de milieuvervuiling door de paarden. En volgepakte boten met armoedige mensen die in New York als immigrant aan land komen.
Terzake, ik was er voor samenwerking met de ERS (een gezamenlijk paper in de steigers gezet, zodat we inkomensontwikkeling tussen EU en USA beter kunnen vergelijken) en voor een seminar over het verband tussen geld voor landbouwkundig onderzoek en de productiviteit van de landbouw.
De Amerikanen hebben geconstateerd dat hun productiviteitsontwikkeling ondanks GMOs, BST etc in de jaren 90 niet best was. Ik sluit overigens niet uit dat de cijfers wat te pessimistisch zijn omdat ze ook alle residential farmers in de statistiek hebben en daarmee er teveel arbeid ingerekend wordt. Maar ook in Nederlandse cijfers zie je het: de groene revolutie is wel uitgewerkt en onderzoek richt zich op milieuproblemen, niet meer zo zeer op meer kilos per ha. Verder neemt hun aandeel in de groeiende wereldmarkt nog meer af dan dat van Europa. Ook zorgwekkend is de veroudering van het onderzoeksmedewerkers bestand en het feit dat met name India en China nu meer in agrarisch onderzoek steken dan de OECD landen. Straks moet men Chinese veeartsen importeren. Men wil dus in de nieuwe farm bill veel meer geld voor onderzoek, met name voor biofuel en biobased, voor specialty products (die even belangrijk zijn als de 5 grote program crops waarop veel subsidie zit) en nog wat voor biologische landbouw. En een reorganisatie van het onderzoek waarmee net als in Nederland 10 jaar geleden de toegepaste federale onderzoeksinstituten in 1 organisatie komen en multidisciplinair onderzoek wordt aangemoedigd rond de thema’s fuel, nutrition, environment en specialties for value added. Daar gaat dus de productiviteit nog niet van omhoog. Zie http://www.create-21.org/ Iedereen zou er beter van moeten worden. Ik krijg de indruk dat er ook nog veel dubbel werk gebeurt omdat ook elke staat waar mais groeit, vele miljoenen in biobrandstoffenonderzoek stopt, maar dat wordt niet als een probleem gezien. Wel merkte iemand op dat door de lobbyprocessen de congresleden er vooral voor zorgen dat er in elke staat een vestiging of laboratorium is, wat verspilling inhoudt.
Het denken over onderzoek en productiviteit kwam op mij wel redelijk lineair, traditioneel over. Over privatisering van voorlichting viel niet te praten, het opleidingsniveau van de Amerikaanse boer in de ogen van de aanwezigen was blijkbaar zo dat die niet zelf bij een universiteit of bij een collega of consultant kunnen aankloppen – er moet een voorlichter op afgestuurd. Het lijkt allemaal niet erg bedreigend voor Nederland, zo concludeerden we.
De aanwezige economen waren er van overtuigd dat elke investering in onderzoek maatschappelijk gezien economisch rendeert (iemand citeerde Einstein die gezegd zou hebben: and of course we do not know what we do, why would it otherwise be called research’), en dat het maar kortzichtig was van de politici daar geen (budget)dollars aan te besteden. Hoewel iemand van Burger King kwam vertellen dat ze toch al wereldwijd aan het sourcen waren en dat wat dat betreft het niet waarschijnlijk was dat Australisch rundvlees door Amerikaans zou worden vervangen, zelfs als de kostprijs in de US wat naar beneden zou gaan. Je kunt je afvragen waarom dat maatschappelijk rendement dan niet uit te leggen valt aan publiek en politici. Het zou kunnen zijn dat er een budget-restrictie is en dat investeren in informatica, defensie of biologie (biotechnologie, gezondheidszorg) nog meer oplevert. En het duurt natuurlijk lang voordat de opbrengsten van veel onderzoek duidelijk zijn, dus de contante waarde van de opbrengsten is lager dan men zich inbeeldt. Bovendien geven Amerikanen al weinig aan eten uit, en zorgt de productiviteit bij WallMart er voor dat dat weinig in prijs stijgt. Kortom het is geen issue.
En als het dan toch economisch uit kan, zul je zien dat het steeds meer een zaak van het bedrijfsleven wordt, zeker als je plantenrassen e.d. als intellectueel eigendom kunt beschouwen en je je investering dus terug kunt verdienen. Dan kan de overheid dit ook wel aan Monsanto en Pioneer overlaten. In deze conferentie overigens wel enige kritiek op het idee dat de VS onafhankelijk van buitenlandse energie moet worden via bio-energie. Veevoer is al fors in prijs gestegen dus enkele vertegenwoordigers van de veehouderij hadden kritiek en willen onderzoek naar veevoer uit bijproducten. En de Burger King man voorzag dat de VS dan straks wel onafhankelijk is voor zijn energie, maar afhankelijk is geworden voor zijn voedsel. Het is maar wat je wil, misschien moet men eens beginnen met minder energieverbruik door de auto.

Geen opmerkingen: