woensdag 15 februari 2006

kernenergie als transitie

Nu de discussie over kernenergie in Nederland weer wordt gestart, kom ik nog even terug op mijn blog van dit weekend over de transitie in de pluimveehouderij en de scheepvaart. Op die middag keken we ook naar de veranderingen in de energiemarkt, waar Nederland in de jaren zestig in snel tempo is overgeschakeld van kolen naar aardgas. Die snelheid werd bevorderd door een aantal factoren: de kolen in Limburg waren van matige kwaliteit (vet) en vooral ook moeilijk te winnen, en verloren in de kolencrises van de jaren vijftig snel aan concurrentiekracht tegenover de in dagbouw gewonnen Amerikaanse kolen. Toen begin jaren zestig in Slochteren gas werd gevonden, bedacht men een scenario waarin dat gas snel kon worden opgemaakt. Doordat de slechte en geringe voorraad woningen grootschalig werd vervangen en uitgebreid was dat een mooie kans meteen gas aan te leggen. De snelheid was vooral ingegeven door het vermoeden dat binnen 10 a 15 jaar het gas niet veel meer waard zou zijn omdat we dan overgeschakeld zouden zijn naar de goedkope en schone kernenergie. Met name minister Joop den Uyl was in die dagen een groot voorstander van kernenergie, zo leerde ik vorige week tot mijn verbazing. Waarmee maar weer eens is geillustreerd dat grote veranderingen zich deels wel laten organiseren (de aanleg van gas), maar dat daarbij de toekomst zich slecht laat voorspellen (de voorspelling dat vanwege kernenergie het gas snel op moet). Voor de liefhebbers: in de literatuur over transities (o.a. prof. Rotmans) is deze case uitgebreid gedocumenteerd.

Geen opmerkingen: