zaterdag 25 februari 2006

Zichtlocaties ontnemen zicht

We zien steeds minder van het platteland, althans vanaf de snelweg. De vooral door lokale overheden in concurrentie met andere gemeenten aangelegde bedrijvenparken die als 'zichtlocatie' worden aangeprezen ontnemen de automobilist het zicht op het landschap en het platteland.
Wie vroeger van Scheveningen naar de Duitse grens reed kwam door een groot aantal landschappen: van de oude duinen in het Haagse bos via de akkerbouwpolders van Zoetermeer en Moerkapelle (inmiddels onder bedrijventerreinen en glastuinbouw verdwenen), het slagenlandschap van de veenweide tussen Bodegraven en Ouderijn (nu alleen aan de zuidkant van de A12 nog goed zichtbaar), de Utrechtse Heuvelrug, de Gelderse vallei (tussen Veenendaal en Ede ook niet echt meer herkenbaar), de Veluwe (bos is nogwel heilig in de ruimtelijke ordening) en het IJsseldal tot de Achterhoek. En dan blijft het tot Berlijn bijna hetzelfde. Veel is daarvan niet goed meer te zien, wat resteert is het gevoel dat het vol is in dit land.
En de zichtlocaties zijn ook zelf geen prettig gezicht. Slechts in een enkel geval, zoals de bioscoop in de geluidswal van Ede of de kijkersfiles veroorzakende showroom van Hessing langs de A2 bij Utrecht is er sprake van geslaagde architectuur.
Het zijn constateringen waar de Mecanoo architecte en Delfts hoogleraar Francine Houben al een paar jaar geleden op wees, en die weerklank beginnen te vinden. Het Ruimtelijk Planbureau kwam gisteren met het rapport Bloeiende Bermen en haalde er een groot item in het NOS journaal mee.
Het effect van de zichtlocaties is dat het platteland minder zichtbaar wordt. Het ondersteunt dus ook het (onjuiste) gevoel dat de landbouw uit Nederland verdwijnt. Nog slechts opgeborgen in een park achter het bedrijventerrein. Als althans de landbouw zelf al geen bedrijventerrein is. Wellicht dat er ooit nog een slaatje uit te slaan is voor de boeren: een paar jaar geleden stelden enkele Wageningse collega's in een prijsvraag voor geen geld voor rekeningrijden te vragen als je de snelweg opdraait, maar geld voor het buitengebied, als je de snelweg afrijdt. En voor de burger een tip: fietsen moet je vooral rond de grote rivieren doen: heen over noordoever, terug over de zuidoever: geen bedrijventerrein in zicht.

Geen opmerkingen: