dinsdag 16 december 2025

Loverendale

 Nog 1 laatste notitie uit het Tijdschrift Zeeland. Relevant voor deze blog want het gaat om biologische landbouw. Mario Molengraaf recenseert de dikke biografie (bijna 600 pagina's maar met 82 pagina's noten) die Jacqueline van Paaschen schreef: Alles Gegeven - Marie Tak van Poortvliet 1871-1936 (Prometheus, 2025). Domburg heeft een museum dat haar naam draagt en Van Paaschen was een van de initiatiefnemers. 

De uit adelijke en bemiddelde kring afkomstige Tak van Poortvliet verzamelde eigentijdse kunst en was een spil in de Domburgse kunstwereld van rond de eeuwwisseling, met figuren als Piet Mondriaan, Jan Toorop en Ferdinand Hart Nibbrig. Die kwamen daar voor het Zeeuwse licht en de rijke klanten die er vakantie hielden of gezondheidsbaden namen in het Kurhaus en de zee.    Ze schilderden o.a. in een gebouwtje dat Tak van Poortvliet in 1911 liet bouwen (en nu museum is).

Tak van Poortvliet erfde op 35-jarige leeftijd het familievermogen dus kon zich wat permitteren. In 1907 liet ze in Domburg Villa Loverendale bouwen. Daar woonde ze met haar partner Jacoba van Heemskerk, ook van adel. Die was experimenteel kunstenaar en haar werk is na haar dood door Tak van Poortvliet gedocumenteerd en gepromoot. Over dat 'partnerschap' is veel gespeculeerd. Ze woonden samen, maar het was een geheime liefde. Bronnen zijn er niet veel (een adellijke neef van Tak van Poortvliet legde me overigens ongevraagd eens uit toen we het over Domburg hadden dat er in de familie geen twijfel was over de lesbische geaardheid van Marie Take van Poortvliet).

De dames waren pro-Duits in de Eerste Wereldoorlog. Die waren er meer, de recensist vindt het een minder aantrekkelijk facet van hun bestaan. Net zoals  dat de dames dweepten met de 'omstreden' Rudolf Steiner. Tegen het eind van haar leven zou Tak van Poortvliet (van Heemskerk stierf al in 1923) naar Zwitserland verhuizen om zich  bij haar antroposofische vrienden in Dornbach te vestigen, de basis van Steiner.

Steiner zijn opvattingen over biologische landbouw waren de aanleiding om in 1926 de Cultuurmaatschappij Loverendale te stichten, die een biologisch-dynamisch bedrijf ging exploiteren. Op Walcheren tussen Oostkapelle en Vrouwenpolder.  Ook dat vindt de recensist een minder aantrekkelijk facel van de geportretteerde: het dwepen met een 'quasie-wetenschappelijk bedenksel' Daar verschillen de mening over, zo vermoed ik. 

Geen opmerkingen: