dinsdag 22 maart 2022

de Junkers

 Clapham (Economic development of France and Germany 1815-1914) heeft ook een nuttige toelichting op het Pruisische begrip Junker. Er is een behoorlijk verschil in historie tussen Duitsland west en oost van de Elbe. Het oosten is ooit (al in de Middeleeuwen) veroverd door ridders op de Slavische bevolking. Zo vindt je ten zuiden van Berlijn nog dorpjes met Slavische namen. Het zijn vaak ook dorpen van een zekere lintbebouwing van boerderijtjes, met tussen de twee rijen huizen een weiland met drenkplaats voor dieren, soms een kerk. Bij de ingang van het dorp splitst de weg zich dan om dat weiland (het doet me altijd denken aan een veekraal, maar daar heeft Clapham het niet over) en aan het eind komt het weer bij elkaar. Anders dus dan een dorpsplein of kerkring of gewone lintbebouwing. De boeren hadden achter hun huis/boerderij een tuin of (kleine) huiskavel afgeschermd met een heg en hadden verder recht op een  aantal stukken (fragmenten) op de gemeenschappelijke velden (de essen zouden we zeggen) en eventuele heide of bos. Op die gronden was er dan het drieslagstelsel, 

De oude verovering kwam tot uiting in de lokale elite: de Riddergutbezitzer  die de heer van het dorp was en het voor het zeggen had over de vrije en horige boeren. Meer vulgair werd zo iemand een Junker genoemd. Sinds de middeleeuwen had die steeds meer land van het dorp zelf in beheer genomen en ze hielden de boeren (ooit de verslagen vijand) onder de duim. Waar in het westen sprake was van Bauernschutz, was het hier Bauernlegen die niet zoals in het westen in Schutz was overgegaan. Het leger worden van het land in de 30-jarige oorlog had ook land in handen van de Junkers gebracht, die deden soms pogingen immigranten aan te trekken. Dus waar in Frankrijk en Engeland de adel niet zelf boerde, deden de Junker dat wel. Het waren geen landheren maar kapitalistische boeren.

En begin 19e eeuw, de tijd van het individuele liberalisme, kwam het beeld op dat de gemeenschappelijke gronden niet efficiënt waren: je kreeg soms  elk jaar andere stukken, dus investeren in grondverbetering had geen zin. Er kwamen ook nieuwe gewassen (aardappelen, industriegewassen) en dat werkte niet met gemene gronden, waar anderen na de oogst weer hun vee op mochten laten lopen. De boel moest opgedeeld. Volgens Pikketty was de Enclosure beweging in Engeland gewoon landgrabbing door de adel. Ook de Junkers haalden hun deel uit de commons en lieten het aan de rest van het dorp over of ze ook wilden overgaan tot privaat bezit of de gemeenschappelijke aanpak wilden blijven volgen. 

Wetten maakten daarmee ook mensen meer vrij en migratie mogelijk. Tegelijkertijd verdween ook de zorgplicht van de Junker voor het dorp en vervielen sommigen tot armoede en ontstond een emigratiegolf.


Geen opmerkingen: