donderdag 7 oktober 2021

De Zaanse krukas

Ons verblijf op Schermereiland, vorige week, leidde ook tot een uitstapje naar de Zaanse Schans. Want het was een regenachtige dag. Dat betekende weinig bezoekers, de Chinezen en Amerikanen waren er vanwege Corona-reisbeperkingen so wie so niet, en ook verder was het zeer rustig. 

Je leert er altijd weer wat. Zoals het feit dat de opkomst van de houtzaagmolens in de eerste helft van de 17e eeuw het gevolg waren van een uitvinding door ene Cornelis van Uitgeest. Hij kwam met de krukas die de draaiende beweging van de molen kon omzetten in een op- en neergaande. Daardoor kon je boomstammen tot planken zagen in een tempo dat tot een factor 30 sneller was dan het handwerk door twee werklieden met een trekzaag. 

Geen wonder dat het aantal molens explodeerde. Het waren vooral houtzaagmolens van het paltrok type (zo genoemd naar de rok-jas van Duitsers uit de Palts). De planken heetten 'wagenschot' en werden niet alleen gebruikt voor rijtuigen en huizen maar vooral ook in de scheepsbouw. Het trok later ook de aandacht van Tsaar Peter de Grote.

Cornelis van Uitgeest schreef ook nog een andere uitvinding op zijn naam, die voor de Zaanstreek als bakermat van de Nederlandse voedselindustrie minstens zo belangrijk was: de oliemolen. Tot 1600 werd de olie uit zaden gehaald via een rosmolen. Van Uitgeest bedacht dat dit beter met een molen kon als je in de molen de stenen niet (zoals bij graan) horizontaal over elkaar zou laten draaien, maar wanneer een steen rechtop zou staan en rondjes over de zaden zou draaien. Het kneuzen en breken van de zaden gaat dan beter dan bij het pletten met stampers.

Zo ontstond er een van de eerste (en zeker voor die tijd het grootste) industriegebied van NW Europa (en volgens sommigen van de wereld). Op zeker moment stonden er 600 molens en vermoedelijk zijn er in totaal meer dan 1000 gebouwd (ze vlogen nog wel eens in de brand of waren versleten). Vanaf 1850 namen de stoommachines het over en waren er in 1920 nog amper 20; nu zijn er nog 13  over. Museaal. Zoals verfmolen De Kat die deels een traditie voortzet waarbij o.a. antieke verf wordt gemaakt uit tropische verfhoutsoorten. Die worden tot spanen gehakt en tot poeder gemalen.  Nu zijn de molens de basis voor een recreatie-/toerisme industrie. 

Geen opmerkingen: