De NRC weet dit weekend weer te boeien. De Rijksbouwmeester is terecht tegen verrommeling (door decentralisatie) en heeft het (onterecht) weer eens over gronden die uit de landbouw beschikbaar komen omdat ze daar niet meer gebruikt worden. Dat is rommelig denken, want we hebben in ons land geen grond die geen waarde meer heeft - een paar schapen of wat snijmais kan altijd wel.
Verder krijgt Alterra collega Peter Smeets veel ruimte om zijn ideeen rond agroparken uiteen te zetten. Boeiende vergezichten van het type Varkensflat, nu in de Amsterdamse haven. Ik heb er altijd veel waardering voor, al was het maar omdat dit soort ideeen de discussie en innovatie bevordert. Maar als econoom heb ik mijn bedenkingen of het duurzaam kan functioneren. Dit soort plannen gaat uit van het mengen van functies, in feite ontstaan gemengde bedrijven. Een van de plannen heet zelfs 'Nieuw Gemengd Bedrijf'. En economen als ik zijn heilig overtuigd van specialisatie als drijvende kracht. Naar mate markten beter werken, specialiseren bedrijven zich steeds verder en gemengde bedrijven verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ik werk dat even met je uit:
Als je in de Amsterdamse haven een varkenshouderij combineert met bijvoorbeeld een champignonkwekerij, een groentekas, een slachterij en een energiecentrale dan heb je verschillende functies tezamen. De gedachte is dat het stukken goedkoper kan doordat die bedrijven op een kluitje zitten en je dus niet met spullen hoeft te slepen. Vooral bij warmte (gaat snel verloren) of dieren (welzijn) kan dat bijdragen aan lagere (of betere) produktie. Maar het gevolg is wel dat die functies sterk van elkaar afhankelijk worden.
Overigens hoef je met het voer nog een stuk minder te slepen als je dit bij de voerproduktiegebieden in Brazilie doet, dan hoeft alleen het luxe vlees naar Amsterdam (waar de consumptie van varkensvlees anders dan nog wat luxe parma en serranoham aan de grachtengordel komende decennia wel eens hard terug zou kunnen lopen).
Die onderlinge afhankelijkheid van functies lijkt geen probleem als het 1 onderneming is, zeg een onderdeel van Unilever NV om Unox rookworst te produceren. Maar dan moet de varkensproduktie wel gegarandeerd vele tientallenprocenten goedkoper worden, anders begint zo'n gespecialiseerde multinational er niet aan. Het investeringsplan sneuvelt al ver voor de Raad van Bestuur, ik hoor het zo'n manager al zeggen: "we hebben verstand van worst, ijs, thee en wasmiddelen, maar niet van groente, energie en champignons; beginnen we niet aan, ons geld gaat in nieuwe ijsjes". Bij een boerencooperatie moet je natuurlijk al helemaal niet aankomen met zo'n agrarfabrik.
Stel dan, we maken er 5 ondernemingen van: 1 slachterij, 1 groentekweker, 1 energiebedrijf etc. Die hebben allemaal verstand van hun vak, dus dat moet kunnen. Eerste probleem wordt dan, hoe verdelen we de winst die ontstaat als de kosten aanmerkelijk lager liggen dan in de gangbare productie? Met andere woorden, welke prijzen reken je voor de onderlinge leveringen tussen de bedrijven, want die bepalen de winstgevendheid van de onderdelen.
Een tweede probleem is wat te doen als een van de onderdelen wil uitbreiden en de ander niet. Dan hebben we ineens teveel varkens voor de slachterij of teveel biogas voor de energiecentrale. Dan kun je natuurlijk aan derden gaan leveren, maar dat is nu net mijn punt: daarmee haal je het concept deels onderuit en is het dus niet economisch duurzaam. En, zoals de NRC ook al vragend opmerkt, het kan natuurlijk so wie so al zijn dat een Duitse slachterij na een jaar net wat meer betaalt dan de Amsterdamse, en ook dan breekt de gedwongen winkelnering binnen het concept snel op. Kortom in deze variant zijn er veel agency en andere institutionel-economische problemen.
De meeste kans van zaken heeft wellicht nog een opzet waarbij een projectontwikkelaar de boel neerzet en de ondernemingen een plek biedt (een beetje zoals een manager een winkelcentrum als Alexandrium runt en daar grote en kleine winkels die elkaar nodig hebben, bij elkaar zet), of wanneer er 1 zeer sterke partij is die de rest regisseert (zoals Schiphol Airport de winkels en andere voorzieningen in zijn macht heeft). Ook dan zullen contracten aan genoemde problemen veel aandacht moeten besteden.
Tot slot is er, zeker na de laatste kamerverkiezingen, wel een politiek risico aan dergelijke ondernemingen. Het rendement moet dus behoorlijk hoger zijn dan het huidige lage rendement in de vleesindustrie.
Een en ander doet maakt me duidelijk waarom China dit wel aantrekkelijke concepten vindt: die zijn planmatiger en hebben minder "last" van de markten die specialisatie afdwingen. En het politieke risico uit hoofde van dierenleed - geinspireerde wetgeving (hoe onterecht ook bij zo'n concept) is er een stuk lager. De invoering in Nederland zal daar dus wel bij achterlopen - net als de vlucht van Hong Kong naar Amsterdam op bijgevoegde foto.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten