woensdag 21 februari 2007

Brazil feeds the world

Brazilie wordt een steeds grotere speler op de wereldmarkt voor agrarische producten. Ook in de film We feed the world (zie mijn blogs van vorige dagen) levert dat beelden van dilemmas op. We zien oerwoud dat voor soya wordt gekapt en pure armoede en honger op het platteland. Met de suggestie dat dit ook door het landbouwbeleid en de schaalvergroting komt.
Er is heel wat discussie over de vraag hoeveel oerwoud er nu echt voor soya wordt gekapt, maar er is minstens minimaal een effect. Bij het LEI verschenen er een paar rapporten over en Campina brengt niet voor niets al zuivel op de markt die gegarandeerd geen 'oerwoudsoya' bevat.
Interessant is de vraag of de Europese en de Braziliaanse burger dezelfde opvatting hebben over de waarde van het behoud van het oerwoud (of meer algemeen het milieu) en van wie dat oerwoud is. Als de Brazilianen nog wel een stukje woeste grond willen cultiveren en het is hun bos - waarom zouden wij dat dan verbieden? Wij hebben vroeger met de heidegronden hetzelfde hebben gedaan, net als de Amerikanen met de prairie en de buffalo's. Zo gaan die dingen. Dat wordt natuurlijk anders als de Amazone een werelderfgoed (world heritage) is die ook nog eens niet terug te planten is als het een keer gekapt is.
Daarnaast is de vraag of geen vlees eten echt helpt de jungle in stand te houden, of dat hij dan gekapt wordt voor ethanol productie zodat we goedkoop auto kunnen blijven rijden. Vermoedelijk zijn ter plekke dezelfde processen aan het werk als bij het dichtbouwen van de Randstad: landbouwgrond is meer waard dan jungle, Vinexgronden zijn meer waard dan grasland. Zolang je er geen nationaal park van maakt waarbij de locale bevolking ook nog eens belang heeft bij het instandhouden daarvan (ecotoerisme, waarde van ons huis aan de rand van het weiland) dan gaan kap en bebouwing door, zo vrees ik. Misschien moet je je geld als consument dus niet besteden aan oerwoud-sojavrije melk maar aan het opkopen van oerwoud (en het in stand houden).
Het andere dilemma is de armoede. We constateerden hier al eerder dat honger en armoede in zijn algemeenheid meer door oorlog en slecht bestuur komen dan door landbouw an sich. Natuurlijk kunnen er locaal en tijdelijk uitzonderingen zijn: als kleine boertjes van hun land worden gezet, zonder compensatie bijvoorbeeld. Verder is het in (snelle) ontwikkeling zeer gebruikelijk dat een aantal mensen zeer rijk wordt: de Bill Gates' types in de ICT, de Rockefellers, Carnegie-Mellons, McCormicks en anderen bij de opkomst van de amerikaanse industrie en de veebaronnen in het wilde westen. Ze lopen ook grote risicos en hun capaciteiten zijn blijkbaar schaars. Maar na verloop van tijd wordt de inkomensverdeling minder scheef. En de rijken besteden ook een deel van hun geld weer, of lenen het uit. Zelfs dat via Zwitserse bankrekeningen en extravagante feesten gebeurt, komt het ten goede aan de welvaart en tilt het ook mensen in de sloppenwijken uit de armoede. Maar dat kan even duren (en dan denk ik aan een generatie, niet een paar weken). Politiek gezien is dat lastig - Minister Cees Veerman stelde ooit dat hij Nederlandse boeren niet aan een liberaal suikerbeleid ging blootstellen ten gunste van een paar suikerbaronnen in Brazilie. Als het ging om een keuze tussen die optie en het openstellen van de markt voor katoen van arme boeren in Afrika dan lijkt dat een goede keuze (je zou het uit kunnen rekenen), als het gaat om een absoluut standpunt dan hebben economen hun bedenkingen.
Al met al kunnen economen dus begrijpen wat ze zien in We feed the world en is de verontwaardiging na nadenken minder groot. Wat niet weg neemt dat er soms overheidsingrijpen nodig is om uitwassen te corrigeren, armoede te bestrijden en oerwoud te behouden. En om nog een keer bijna ex-minister Cees Veerman te citeren, uit de NRC van gisteren: consumenten moeten bij hun aankopen eens nadenken wat voor keten van productie ze in werking stellen. Waar economen op af zouden dingen: als de negatieve effecten in de prijzen zijn verdisconteerd hoeft de consument alleen maar op de prijs te letten. Maar dat is een andere discussie, nl. of we de economie weer meer in de moraal filosofie van Adam Smith moeten inbedden.

Op de eigen foto een restant tropisch oerwoud in Australie

Geen opmerkingen: