donderdag 20 juli 2006

brandende graanvelden en coase

Vorige week stond ik op de A12 in zestien kilometer file vanwege een bermbrand. Ook graanvelden kunnen branden in de verzengende hitte van deze zomer. Zo hoorde ik dat bij de buren van mijn zwager gisteren vele hectares en een belendend perceel bos in vlammen zijn opgegaan - de Oostduitse brandweer wist wat gebouwen in de nabijheid te redden. Het lijkt me overigens ongebruikelijk dit risico van graanbrand te verzekeren.
Een van de bekendste economische inzichten is gebaseerd op brandende graanvelden. Maar dan in de Midwest van de VS, waar het een eeuw geleden blijkbaar wel vaker voorkwam dat vonken van een spoorlijn een graanveld in de as legden. De latere Nobelprijs-winnaar Coase vroeg zich af of het voor de meest efficiente oplossing wat uit zou maken wie er aansprakelijk zou worden gesteld voor de schade: boeren zouden langs de spoorlijn een stukje van bijvoorbeeld 10 meter braak kunnen leggen (akkerranden-beheer zouden we nu zeggen), en de spoorwegen zouden kappen naast de wielen kunnen lassen, zodat vonken niet het veld inspringen. De eerste gedachte is dat als de boeren voor de schade opdraaien, ze overgaan tot braken zodra de kosten van geen oogst op de eerste 10 meter lager zijn dan een keer in de x jaar een afgebrand graanveld. En als de spoorwegen aansprakelijk zijn dan wegen ze de kosten van het aanbrengen van de kappen af tegen de claims van boeren met schade.
Maar dat betekent dat als de oplossing van de akkerranden veel goedkoper zou zijn dan die van de wielkappen (bijvoorbeeld omdat graan goedkoop is en ijzeren smeedwerk erg duur) het niet zo slim zou zijn om de spoorwegen aansprakelijk te stellen. Dat is voor de maatschappij als totaal niet het meest efficiente. En hoe kan de wetgeveer nu van te voren weten welke technische oplossing de beste is - temeer daar dat in de loop der tijd kan veranderen.
Maakt niet uit, beredeneerde Coase, want er is ook nog zoiets als een markt. Als je de spoorwegen aansprakelijk stelt in een situatie waar de akkerranden goedkoper zijn, zullen de spoorwegen geen treinen met wielkappen laten bouwen, maar de boeren betalen voor het braken van hun akkerranden. Voor de wetgever geldt dus: don't worry, de markt komt er wel uit.
Dat geldt overigens alleen als er geen transactiekosten zijn. Als het heel duur is voor een spoorwegbedrijf om alle kleine boertjes en volkstuinen langs de spoorbaan af te gaan voor een contract, dan werkt de marktoplossing niet ideaal en worden het de dure wielkappen. En het mag dan niet uitmaken voor de technische oplossing en de welvaart van de samenleving, de keuze van de aansprakelijkheid in het rechtssysteem heeft wel gevolgen voor de welvaartsverdeling: in het ene geval betaalt uiteindelijk de koper van brood, in het andere geval de spoorweg-reiziger. En niet iedereen die brood eet, neemt ook de trein.
Brandende graanvelden kunnen dus enorm inspirerend zijn - een extern effect dat soms vergeten wordt.

Geen opmerkingen: